Panasonic KXMC6020NL Operating Guide
8. Programmeerbare functies
63
Faxactiveringscode wijzigen
{#}{
{#}{
4}{3}{4}
Als u een extra telefoon wilt gebruiken voor het ontvangen van faxen, activeert u deze functie
en programmeert u de activeringscode.
en programmeert u de activeringscode.
Belangrijk:
L
De faxactiveringscode moet anders zijn dan de code die u voor het
antwoordapparaat hebt geprogrammeerd.
antwoordapparaat hebt geprogrammeerd.
{
0} “
UIT”
{
1} “
AAN” (standaard)
1.
{
Menu} i {#}{4}{3}{4}
2.
Selecteer “
AAN” met {1}. i {Set}
3.
Voer uw code van 2 tot 4 cijfers in, met 0–9, {*} en {#}.
L
De standaardcode is “;
#9”.
L
Gebruik een andere code dan “0000”.
4.
{
Set} i {Menu}
De belinstelling voor stille
faxherkenning wijzigen
{#}{
faxherkenning wijzigen
{#}{
4}{3}{6}
Het aantal keer wijzigen dat het apparaat in TEL/FAX-modus overgaat.
{
{
3} “
3” (standaard)
{
4} “
4”
{
5} “
5”
{
6} “
6”
{
7} “
7”
{
8} “
8”
{
9} “
9”
Opmerking:
L
Zie pagina 51 voor meer informatie.
Waarschuwing bij ontvangst in
geheugen instellen
{#}{
geheugen instellen
{#}{
4}{3}{7}
Voor een pieptoon als een ontvangen document in het geheugen is opgeslagen als gevolg
van een probleem.
{
van een probleem.
{
0} “
UIT”: Schakelt deze functie uit.
{
1} “
AAN” (standaard): U hoort een pieptoon.
Opmerking:
L
De langzame pieptoon blijft aanhouden, tot u het afdrukprobleem oplost en het papier
bijvult, zodat het opgeslagen document kan worden afgedrukt.
bijvult, zodat het opgeslagen document kan worden afgedrukt.
Vriendelijke ontvangst instellen
{#}{
{#}{
4}{3}{8}
Voor het automatisch ontvangen van faxen als u opneemt en een faxtoon hoort (langzame
pieptoon).
{
pieptoon).
{
0} “
UIT”: U moet op {Black} drukken voor ontvangst van faxen.
{
1} “
AAN” (standaard): U hoeft dan niet op {Black} te drukken op het faxapparaat zelf.
De papierinvoerlade voor het
afdrukken van ontvangen faxen
instellen
{#}{
afdrukken van ontvangen faxen
instellen
{#}{
4}{4}{0}
Deze functie wordt alleen weergegeven als u de optionele invoerlade hebt geïnstalleerd.
{
{
1} “
#1” (standaard): Standaardinvoerlade
{
2} “
#2”: Optionele invoerlade
{
3} “
#1+#2”
Opmerking:
L
Als u “
#1+#2” selecteert, moet u hetzelfde papierformaat selecteren voor:
–
Standaardinvoerlade (functie #380 op pagina 59)
–
Optionele invoerlade (functie #382 op pagina 59)
Als een van beide wordt gewijzigd, wordt automatisch “
#1” geselecteerd.
Functie/code
Selectie