Panasonic DP-180 Instruction Manual

Page of 196
121
Ge
ava
nce
e
rd
int
e
rn
et
faxf
unc
ties
Configureren van uw toestel als internetrelaisstation
De volgende parameters moeten op de juiste worden ingesteld om uw toestel als een relaisstation dienst te kunnen 
laten doen.
1. Relay XMT (faxparameter nr. 142)
Bepaalt of het toestel G3 relaisverzoeken accepteert en uitvoert. (Zie blz. 144)
1) Ongeldig
- Het toestel accepteert geen relaisverzoeken.
2) Geldig
- Het toestel accepteert relaisverzoeken.
2. Relay XMT rapport (faxparameter nr. 143)
Bepaalt hoe het communicatieverslag voor relaisverzending naar de oorspronkelijke afzender wordt verzonden.
1) Uit
- Nooit verzenden
2) Altijd
- Het communicatieverslag wordt altijd verzonden nadat een relaisverzendinggelukt of mislukt is.
3) Incompl.
- Het communicatieverslag wordt alleen verzonden wanneer een relaisverzending mislukt.
3. Relaiswachtwoord (gebruikersparameter) (Zie opmerking 1)
Voer een relaiswachtwoord (maximaal 10 tekens) in om te voorkomen dat ongeautoriseerde stations (van buitenaf) 
toegang tot uw toestel krijgen voor de verzending van berichten naar G3 faxtoestellen via een gewone (PSTN) 
telefoonlijn. Maak het wachtwoord alleen bekend aan personen die het ook nodig hebben.
4. Relaisadres (automatische kiezer)
Voer een 3-cijferig verkort kiesnummer in waaraan het e-mailadres van het te gebruiken relaisstation wordt 
toegekend. De syntaxis van het volledige e-mailadres van het relaisstation is: ("Relay XMT wachtwoord" + @ + 
"Hostnaam" + "Domeinnaam") 
5. E-mailadres manager (gebruikersparameter)
Voer het e-mailadres van de manager in ten behoeve van supervisie en kostenbeheersing. Wanneer dit adres 
eenmaal is ingevoerd, wordt er ter kennisgeving een e-mailbericht verzonden na elk relaisverzoek van een ander 
station. De volgende informatie wordt verzonden.
(Van: Het e-mailadres van de oorspronkelijke afzender.)
(Naar: Het faxnummer van de eindbestemming
 van G3 faxtoestel.)
6. Domeinnamen (gebruikersparameters) (Zie opmerking 2)
Voer maximaal 10 domeinnamen (maximaal 30 tekens) in waarvan uw toestel verzoeken tot het relayeren van 
berichten naar ander G3 faxtoestel via een gewone (PSTN) telefoonlijn zal accepteren.
Vb: Geprogrammeerde domeinnamen
 
(01):
rdnn.mgcs.co.jp
 
(02):
rdmg.mgcs.co.jp
 
(03):
panasonic.com
In bovenstaand voorbeeld worden alleen relaisverzoeken geaccepteerd die afkomstig zijn van e-mailadressen waar de 
domeinnamen rdnn.mgcs.co.jp, rdmg.mgcs.co.jp of panasonic.com in voorkomen.
Opmerking
3. Dit moet verschillen van het e-mailadres dat wordt gebruikt voor het ontvangen van gewone 
internetfax- en e-mailberichten, omdat het e-mailadres van uw toestel altijd in de kopregel van 
alle verzonden berichten staat. Iemand die een internetfax van het toestel ontvangt, zou dan 
meteen het relaiswachtwoord weten als dit hetzelfde als het e-mailadres is.
4. Als alle domeinnaamvelden leeg worden gelaten, accepteert de internetfax relaisverzoeken 
van elk domein.
5. If all the Domain Names are left blank, the Internet Fax will accept Relayed XMT Requests 
from any domain.