Sony Cybershot DSC P50 User Guide
Aan
v
ulle
nde inf
o
rma
tie
71
-NL
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Het LCD-scherm reinigen
Veeg het schermoppervlak schoon met een
zachte doek (niet bijgeleverd) of een LCD-
reinigingsset (niet bijgeleverd) om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
zachte doek (niet bijgeleverd) of een LCD-
reinigingsset (niet bijgeleverd) om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
De buitenkant van de camera
reinigen
reinigen
Reinig de buitenkant van de camera met een
zachte, licht bevochtigde doek en veeg na
met een droge doek. Gebruik nooit een
oplosmiddel zoals verdunner, alcohol of
wasbenzine, aangezien dergelijke middelen
de afwerking of de behuizing kunnen
beschadigen.
zachte, licht bevochtigde doek en veeg na
met een droge doek. Gebruik nooit een
oplosmiddel zoals verdunner, alcohol of
wasbenzine, aangezien dergelijke middelen
de afwerking of de behuizing kunnen
beschadigen.
Na gebruik van de camera op het
strand of op andere plaatsen met
veel zand of stof
strand of op andere plaatsen met
veel zand of stof
Reinig de camera zorgvuldig. Zo niet, dan
kunnen de metalen onderdelen door de
zoute lucht gaan corroderen of er kan stof in
de camera binnendringen waardoor deze
defect kan raken.
kunnen de metalen onderdelen door de
zoute lucht gaan corroderen of er kan stof in
de camera binnendringen waardoor deze
defect kan raken.
Deze camera is ontworpen voor gebruik bij
een temperatuur van 0°C tot 40°C. Het
maken van opnamen op extreem koude of
warme plaatsen met temperaturen die buiten
het bovenstaande bereik vallen, is niet aan te
bevelen.
een temperatuur van 0°C tot 40°C. Het
maken van opnamen op extreem koude of
warme plaatsen met temperaturen die buiten
het bovenstaande bereik vallen, is niet aan te
bevelen.
Als de camera rechtstreeks van een koude
naar een warme omgeving wordt
overgebracht, of in een zeer vochtige ruimte
wordt neergelegd, kan er vocht condenseren
in of op de behuizing van de camera.
Hierdoor zal de camera niet meer naar
behoren functioneren.
naar een warme omgeving wordt
overgebracht, of in een zeer vochtige ruimte
wordt neergelegd, kan er vocht condenseren
in of op de behuizing van de camera.
Hierdoor zal de camera niet meer naar
behoren functioneren.
Condensvorming treedt
gemakkelijk op wanneer:
gemakkelijk op wanneer:
•
de camera van een koude plaats, zoals een
skihelling, naar een goed verwarmde
ruimte wordt overgebracht;
skihelling, naar een goed verwarmde
ruimte wordt overgebracht;
•
de camera bij warm weer vanuit een kamer
of auto met airconditioning mee naar
buiten wordt genomen, enz.
of auto met airconditioning mee naar
buiten wordt genomen, enz.
Hoe condensvorming voorkomen
Wanneer u de camera van een koude naar
een warme ruimte brengt, verpakt u de
camera in een goed gesloten plastic zak en
laat u deze langzaam (ongeveer een uur)
acclimatiseren.
een warme ruimte brengt, verpakt u de
camera in een goed gesloten plastic zak en
laat u deze langzaam (ongeveer een uur)
acclimatiseren.
Wanneer er condensvorming
optreedt
optreedt
Schakel de camera uit en wacht ongeveer
een uur om het vocht te laten verdampen.
Als u probeert om opnamen te maken terwijl
er nog vocht in de lens aanwezig is, zullen
de opgenomen beelden niet helder zijn.
een uur om het vocht te laten verdampen.
Als u probeert om opnamen te maken terwijl
er nog vocht in de lens aanwezig is, zullen
de opgenomen beelden niet helder zijn.
•
Trek de stekker uit het stopcontact
wanneer u het apparaat lange tijd niet
denkt te gebruiken.
wanneer u het apparaat lange tijd niet
denkt te gebruiken.
•
Houd de stekker vast wanneer u deze uit
het stopcontact trekt. Trek nooit aan het
snoer zelf.
het stopcontact trekt. Trek nooit aan het
snoer zelf.
•
Gebruik het apparaat niet met een
beschadigd snoer of indien men het
apparaat heeft laten vallen of indien het
apparaat beschadigd is.
beschadigd snoer of indien men het
apparaat heeft laten vallen of indien het
apparaat beschadigd is.
•
Buig het snoer niet te strak en plaats er
geen zware voorwerpen op. Hierdoor zal
het snoer beschadigd worden en kan er
brand of een elektrische schok worden
veroorzaakt.
geen zware voorwerpen op. Hierdoor zal
het snoer beschadigd worden en kan er
brand of een elektrische schok worden
veroorzaakt.
•
Laat geen metalen voorwerpen in
aanraking komen met de metalen
onderdelen van het aansluitgedeelte.
Indien dat gebeurt, kan er kortsluiting
optreden en kan het apparaat beschadigd
raken.
aanraking komen met de metalen
onderdelen van het aansluitgedeelte.
Indien dat gebeurt, kan er kortsluiting
optreden en kan het apparaat beschadigd
raken.
•
Houd de metalen contactpunten altijd goed
schoon.
schoon.
•
Probeer niet het apparaat te demonteren.
•
Stel het apparaat niet bloot aan
mechanische schokken en laat het niet
vallen.
mechanische schokken en laat het niet
vallen.
Reiniging
Bedrijfstemperatuur
Condensvorming
Netspanningsadapter (niet
bijgeleverd)
bijgeleverd)