Fujifilm FinePix JV200 User Guide

Page of 110
79
 Probleemoplossing
 Probleemoplossing
 Problemen en oplossingen
 Problemen en oplossingen
Voeding en batterij
Probleem
Probleem
Oplossing
Oplossing
De camera kan niet worden 
De camera kan niet worden 
ingeschakeld.
ingeschakeld.
• •  De batterij is leeg
De batterij is leeg: Laad de batterij (
: Laad de batterij (
P
P 6) op of plaats een volledig opgeladen reservebatterij 
 6) op of plaats een volledig opgeladen reservebatterij 
((
P
P 8).
 8).
• •  De batterij is niet goed geplaatst
De batterij is niet goed geplaatst: Plaats de batterij nogmaals en in de juiste richting in het 
: Plaats de batterij nogmaals en in de juiste richting in het 
compartiment (
compartiment (
P
P 8).
 8).
• •  De afdekkap van het batterijencompartiment is niet vergrendeld
De afdekkap van het batterijencompartiment is niet vergrendeld: Vergrendel de afdekkap 
: Vergrendel de afdekkap 
((
P
P 8).
 8).
De batterijen raken snel 
De batterijen raken snel 
leeg.
leeg.
• •  De batterijen zijn koud
De batterijen zijn koud: Warm de batterijen op in een van uw zakken of op een andere plaats en 
: Warm de batterijen op in een van uw zakken of op een andere plaats en 
stop de batterijen pas vlak voordat u gaat fotograferen in de camera.
stop de batterijen pas vlak voordat u gaat fotograferen in de camera.
• •  Er zit vuil op de polen van de batterij
Er zit vuil op de polen van de batterij: Maak de polen schoon met een zachte, droge doek.
: Maak de polen schoon met een zachte, droge doek.
• • 
Q
Q is als opnamestand geselecteerd
 is als opnamestand geselecteerd: Selecteer de 
: Selecteer de 
B
B-stand om de batterij minder te belasten 
-stand om de batterij minder te belasten 
((
P
P 20 ).
 20 ).
• • 
x
x  VOLGEN
VOLGEN is geselecteerd voor 
 is geselecteerd voor 
F
F  SCHERPSTELLING
SCHERPSTELLING: Selecteer een andere AF-stand 
: Selecteer een andere AF-stand 
((
P
P 61).
 61).
• •  De batterij is heel vaak opgeladen
De batterij is heel vaak opgeladen: Het einde van de levensduur van de batterij is bereikt. Koop 
: Het einde van de levensduur van de batterij is bereikt. Koop 
een nieuwe batterij.
een nieuwe batterij.
De camera wordt plotseling 
De camera wordt plotseling 
uitgeschakeld.
uitgeschakeld.
Laad de batterij (
Laad de batterij (
P
P 6) op of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
 6) op of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
P
P 8).
 8).
De batterij wordt niet 
De batterij wordt niet 
opgeladen.
opgeladen.
Plaats de batterij in de juiste richting in de batterijlader en sluit de lader aan op een stopcontact (
Plaats de batterij in de juiste richting in de batterijlader en sluit de lader aan op een stopcontact (
P
P 6).
 6).
Het opladen verloopt traag.
Het opladen verloopt traag. Laad de batterij bij kamertemperatuur op (
Laad de batterij bij kamertemperatuur op (
P
P iv).
 iv).
De laadindicator brandt, 
De laadindicator brandt, 
maar de batterij laadt 
maar de batterij laadt 
niet op.
niet op.
• •  Er zit vuil op de polen van de batterij
Er zit vuil op de polen van de batterij: Maak de polen schoon met een zachte, droge doek.
: Maak de polen schoon met een zachte, droge doek.
• •  De batterij is heel vaak opgeladen
De batterij is heel vaak opgeladen: Het einde van de levensduur van de batterij is bereikt. Koop 
: Het einde van de levensduur van de batterij is bereikt. Koop 
een nieuwe batterij. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer als de batterij nog steeds niet kan 
een nieuwe batterij. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer als de batterij nog steeds niet kan 
worden opgeladen.
worden opgeladen.
• •  De batterij is te warm of te koud
De batterij is te warm of te koud: Wacht totdat de batterijtemperatuur is gestabiliseerd (
: Wacht totdat de batterijtemperatuur is gestabiliseerd (
P
P 96).
 96).