C&E Thermo/hygrometer with radio-controlled clock Max. number of sensors=3 TE269NL Data Sheet

Product codes
TE269NL
Page of 8
Weergave van de minimum-/maximumwaarde 
•   Als u meer dan één buitensensor gebruikt, kiest u nu met de toets „CHANNEL“ het betreffende kanaal (1, 2 of 3).
•   Druk kort op de toets „MEM“, in de display worden de minimumwaarden voor temperatuur en luchtvochtigheid 
weergegeven, tevens verschijnt de weergave „MIN“.
•   Druk nog een keer kort op de toets „MEM“, in de display worden de maximumwaarden voor temperatuur en 
luchtvochtigheid weergegeven, tevens verschijnt de weergave „MAX“.
•  Door nog een keer op de toets „MEM“ te drukken komt u weer terug bij de weergave van de actuele meetwaarden.
Wissen van de minimum-/maximumwaarden
Houd de toets „MEM“ ca. 3 seconden ingedrukt. Vervolgens worden de minimum-/maximumwaarden gewist.
☞ 
   
Als nieuwe minimum- en maximumwaarden worden de actuele meetwaarden opgeslagen, tot er weer 
een wijziging plaatsvindt.
Tendensweergave voor temperatuur en luchtvochtigheid
De pijlsymbolen boven de binnen-/buitentemperatuur en de binnen-/buitenluchtvochtigheid geven u de betreffende 
tendens van de meetwaarden aan (stijgend: „
“, gelijkblijvend: „
“, dalend: „
“).
Comfortniveau
Boven de binnentemperatuur-/binnenluchtvochtigheid wordt het comfortniveau weergegeven. Dit wordt berekend uit 
de samenhang van binnentemperatuur en luchtvochtigheid: „COM“ = ideaal, „WET“ = te vochtig, „DRY“ = te droog). 
Reikwijdte
De reikwijdte voor de draadloze overdracht van de signalen tussen de buitensensor en het basisstation bedraagt bij 
optimale omstandigheden tot en met 30 m.
☞ 
   Bij deze vermelding van de reikwijdte betreft het echter de „reikwijdte in het vrije veld“. Deze ideale 
positionering (bv. basisstation en buitensensor op een gladde en vlakke weide zonder bomen en huizen 
e.d.) vindt men natuurlijk nauwelijks in de praktijk. 
Door de verschillende mogelijke invloeden op de draadloze overdracht kan helaas geen bepaalde reikwijdte gega-
randeerd worden. Een gebruik in eengezinswoningen is normaal gezien zonder problemen mogelijk. 
De reikwijdte kan aanzienlijk worden verminderd door de nabijheid van kabels, leidingen, metalen delen, elektroni-
sche apparaten e.d. Ook dikke muren, constructies van staalbeton, isolatieruiten van gecoat glas enz. verminderen 
de reikwijdte aanzienlijk.
Afvoer
a) Algemeen
   
Voer het product aan het einde van zijn levensduur af in overeenstemming met de geldende wettelijke 
bepalingen.
b) Verwijderen van gebruikte batterijen/accu‘s
Als eindverbruiker bent u - conform de KCA-voorschriften - wettelijk verplicht alle lege batterijen en accu‘s in te 
leveren; batterijen/accu‘s mogen niet met het huishoudelijk afval worden meegegeven.
   Batterijen/accu‘s die schadelijke stoffen bevatten, worden gemarkeerd door nevenstaande symbolen. 
Deze symbolen duiden erop dat afvoer via huishoudelijk afval verboden is. De aanduidingen voor de 
betreffende zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood. 
 
 Lege batterijen/accu‘s kunt u gratis inleveren bij de verzamelplaatsen van uw gemeente, onze fi lialen of 
andere verkooppunten van batterijen en accu‘s!
 
Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan het beschermen van het milieu!
Verklaring van overeenstemming (DOC)
Hierbij verklaren wij, Conrad Electronic, Klaus-Conrad-Straße 1, D-92240 Hirschau, dat dit product in overeenstem-
ming is met de algemene eisen en andere relevante voorschriften van de richtlijn 1999/5/EG. 
☞ 
  De bij dit product behorende verklaring van conformiteit kunt u vinden op www.conrad.com.
Technische gegevens
Basisstation:
Voedingsspanning ...........................2 Batterijen van het type AAA/Micro
Meetbereik temperatuur ..................-5 tot +50 °C (afwijking 0,1 °C)
Meetbereik luchtvochtigheid ............30 tot 80% relatieve luchtvochtigheid (afwijking 1%)
Afmetingen ......................................70 x 140 x 22 mm (B x H x D)
Gewicht ............................................ca. 119 g (excl. batterijen)
Buitensensor:
Voedingsspanning ...........................2 Batterijen van het type AA/Mignon
Meetbereik temperatuur ..................-20 tot +60 °C (afwijking 0,1 °C)
Meetbereik luchtvochtigheid ............30 tot 80% relatieve luchtvochtigheid (afwijking 1%)
Zendfrequentie ................................433 MHz
Zendinterval .....................................ca. 45 - 47 seconden
Zendbereik .......................................tot 30 m (vrij veld, directe visuele verbinding)
Afmetingen ......................................38 x 105 x 18 mm (B x H x D)
Gewicht ............................................ca. 36 g (excl. batterijen)
  
    Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de fi rma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, 
D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
 
 Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld 
fotokopie, microverfi lming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen 
de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
 
 Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van 
techniek en uitrusting voorbehouden.
 
© Copyright 2011 by Conrad Electronic SE. 
V4_0811_01/HD
Tijdweergave omschakelen (seconde/datum/tijdzone)
•  Druk meerdere keren kort op de toets „MODE“, om tussen de verschillende weergavevormen om te schakelen:
  Uur : Minuut : Seconde
  Uur : Minuut : Weekdag
  Uur : Minuut : Weekdag 
(voor tweede tijdzone)
  Uur : Minuut : Seconde 
(voor tweede tijdzone)
  Datum : Maand (resp. maand : Datum)
☞ 
   
Worden gegevens van de tweede tijdzone weergegeven, dan verschijnt via de tijdweergave de in-
voeging „ZONE“.
Tijdzone instellen
•  Druk meerdere keren kort op de toets „MODE“, tot via de tijdweergave de invoeging „ZONE“ verschijnt.
•  
Houd de toets „MODE“ zolang ingedrukt, tot in de onderste displayregel de weergave van de tijdzone knippert („0:00+“).
•   Stel de tijdzone in met de toets „ ▲“ resp. „▼“ (voor snel verstellen de betreffende toets langer ingedrukt houden). 
Het instelbereik ligt tussen -13 en +15 uur (weergave „13:00-“ tot „15:00+“).
•  Druk kort op de toets „MODE“ om de instelling op te slaan en de instelmodus te verlaten.
Wekfunctie kiezen 
Druk zo vaak kort op de toets „ALARM“ tot de gewenste wekfunctie verschijnt. 
Symbool „
W“: De wekfunctie wordt uitsluitend op werkdagen maandag t/m vrijdag geactiveerd.
Symbool „
S“: De wekfunctie wordt slechts één keer geactiveerd, daarna wordt ze automatisch uitgeschakeld 
(„OFF“).
Symbool „PRE AL“: Bij lage buitentemperaturen onder ca. 0 °C (gemeten op de buitensensor met kanaal 1) wordt 
er een zogeheten pre-alarm op een instelbaar tijdstip (15, 30, 45, 60 of 90 minuten) vóór de eigenlijke wektijd geac-
tiveerd. Hierdoor hebt u genoeg tijd om bijv. het ijs van de ramen van uw auto te krabben of om sneeuw te ruimen. 
☞ 
    
Om het pre-alarm (weergave „PRE AL“) in resp. uit te schakelen, moet eerst de wekfunctie „
W“ of 
S“ worden ingeschakeld.
Wekfunctie in- en uitschakelen
•   Druk zo vaak kort op de toets „ALARM“ tot de gewenste wekfunctie verschijnt (zie hoofdstuk „Wekfunctie selecte-
ren resp. wektijd bekijken“.
•   Met de toets „ ▲“ resp. „▼“ wordt de geselecteerde wekfunctie ingeschakeld (wektijd verschijnt) resp. uitgescha-
keld (in de display staat „OFF“).
☞ 
     
Om het pre-alarm (weergave „PRE AL“) in resp. uit te schakelen, moet eerst de wekfunctie „
W“ of 
S“ worden ingeschakeld.
Wektijd instellen
•  Druk zo vaak kort op de toets „ALARM“ tot de gewenste wekfunctie „
W“ of „
S“ verschijnt.
•   Schakel de zojuist geselecteerde wekfunctie in (toets „ ▲“ resp. „▼“ indrukken), zodat in plaats van „OFF“ een 
wektijd wordt aangegeven (bijv. „07:00“).
•  Houd de toets „ALARM“ zolang ingedrukt, tot de uren van de wektijd beginnen te knipperen. 
   Stel de uren van de wektijd in met de toetsen „ ▲“ resp. „▼“ (voor snel verstellen de betreffende toets langer 
ingedrukt houden).
•  Druk kort op de toets „ALARM“ en de minuten van de wektijd knipperen.
   Stel de minuten van de wektijd in met de toetsen „ ▲“ resp. „▼“ (voor snel verstellen de betreffende toets langer 
ingedrukt houden).
•  Druk kort op de toets „ALARM“, de instelmodus wordt verlaten.
Pre-alarm-/wekfunctie in-/uitschakelen en instellen
Het pre-alarm wordt vóór de eigenlijke wektijd („
W“ of „
S“) geactiveerd, als de buitensensor (uitsluitend kanaal 
1) een temperatuur onder 0 °C meet. Voor het pre-alarm kunt u een tijd van 15, 30, 45, 60 en 90 minuten instellen.
Voorbeeld: 
Stel de wektijd op 06:00 uur in en het pre-alarm op 45 minuten. Als de buitensensor (kanaal 1) om 05:15 uur een 
temperatuur onder 0 °C meet, geeft het basisstation een vervroegd weksignaal. 
•  Schakel eerst een wekfunctie in, „
W“ of „
S“.
•  
Kies dan een pre-alarm, druk zo vaak op de toets „ALARM“ tot in de display „PRE AL“ wordt weergegeven.
•  Schakel nu het pre-alarm met de toets „ ▲“ resp. „▼“ in of uit. 
  Als het pre-alarm is uitgeschakeld wordt „OFF“ weergegeven.
  Bij een ingeschakeld pre-alarm wordt een tijd van 15, 30, 45, 60 of 90 minuten weergegeven.
•   Houd de toets „ALARM“ zolang ingedrukt, tot het weergegeven cijfer (15, 30, 45, 60 of 90) knippert. Stel de minu-
ten van het pre-alarm in met de toets „ ▲“ resp. „▼“.
•  Druk kort op de toets „ALARM“, de instelmodus wordt verlaten.
Weksignaal stopzetten
Als het weksignaal op de ingestelde tijd klinkt, kan het worden beeindigd door op de toets „ALARM“ te drukken.
Buitensensor selecteren
☞ 
    
Het basisstation kan meetwaarden van max. 3 buitensensoren ontvangen en weergeven. Elke buiten-
sensor moet op een eigen zendkanaal worden ingesteld.
 
De meegeleverde buitensensor is vast op „kanaal 1“ ingesteld, dit kan niet worden gewijzigd.
 
 De als toebehoren verkrijgbare buitensensoren beschikken over een kanaal-keuzeschakelaar, zet deze 
op kanaal 2 resp. kanaal 3.
Druk kort op de toets „CHANNEL“ om de gewenste buitensensor voor temperatur/luchtvochtigheid te selecteren. Het 
bijbehorende kanaalnummer wordt linksboven in de display weergegeven.
Buitensensoren automatisch omschakelen
Als u meer dan één buitensensor gebruikt, kan het basisstation de max. 3 kanalen ook automatisch wisselen. De 
meetwaarden van een buitensensor worden daarbij 5 seconden lang weergegeven, aansluitend wordt naar de vol-
gende buitensensor verdergeschakeld.
☞ 
   Deze functie is uitsluitend mogelijk, als meer dan één buitensensor op het basisstation is aangemeld.
•   Om de functie te activeren houdt u de toets „CHANNEL“ zolang ingedrukt, tot het symbool „
“ linksboven in 
de display knippert. 
•   Moet de functie weer worden uitgeschakeld, dan houdt u de toets „CHANNEL“ zolang ingedrukt, tot het symbool 
“ verdwijnt.