Behringer Xenyx 1204 USB Mixer XENYX 1204 USB Data Sheet
Product codes
XENYX 1204 USB
10
XENYX 1204/1204FX
+
De PAN-regelaar in de kanaalbediening heeft een
Constant-Power-karakteristiek. D.w.z. dat het
signaal onafhankelijk van de positie in het stereo-
panorama altijd een gelijk niveau vertoond. Wanneer
de PAN-regelaar helemaal naar links of naar rechts
wordt gebracht, dan stijgt het niveau telkens met
4 dB. Hiermee heeft u de garantie, dat het
audiosignaal bij een middenstand niet harder is.
Om deze reden worden audiosignalen uit de
kanalen met niet volledig naar links of rechts
gedraaide PAN-regelaar bij geactiveerde Solo-
functie (Solo in Place) zachter aangegeven dan bij
de PFL-functie.
Per definitie wordt het Solo-signaal via de Control Room-
uitgangen en de koptelefoonbus afgeluisterd en naar de
uitsturingsweergave gebracht. Wanneer er een Solo-schakelaar
ingedrukt is, worden de signalen uit de Tape Input, ALT 3-4 en
Main Mix voor de Control Room-uitgangen, de koptelefoonbus en
de weergave vergrendeld.
MAIN SOLO (alleen 1204FX)
MAIN SOLO (alleen 1204FX)
De MAIN SOLO-LED licht op, zodra één van de kanaal- c.q.
Aux Send-Solo-schakelaars is ingedrukt. De MODE-schakelaar
dient daarbij op Solo te staan.
PFL (alleen 1204FX)
PFL (alleen 1204FX)
De PFL-LED geeft aan dat de Peak-meter in de PFL-modus
geschakeld staat.
Afb. 2.12: PHONES-bus
PHONES-bus
Op deze 6,3 mm-stereoklinkerbus kunt u uw koptelefoon
aansluiten. Het signaal dat naar de PHONES-aansluiting gaat
wordt van de Control Room-uitgang afgetakt.
2.3.7 Alt 3-4 en Main Mix-fader
Afb. 2.13: Alt 3-4 en Main Mix-fader
Met de uiterst precieze kwaliteits-faders regelt u het
uitgangsniveau van de Alt 3-4 subgroep en van de Main Mix.
2.4 De achterkant van de 1204FX/
1204
2.4.1 Main Mix-uitgangen, Alt 3-4-uitgangen en
Control Room-uitgangen
Afb. 2.14: Main Mix-uitgangen, Alt 3-4-uitgangen en Control
Room-uitgangen
MAIN OUTPUTS
De MAIN-uitgangen voeren het MAIN MIX-signaal en zijn als
symmetrische XLR-bussen met een nominaal niveau van +4 dBu
uitgevoerd.
ALT 3-4 OUTPUTS
ALT 3-4 OUTPUTS
De ALT 3-4-uitgangen zijn asymmetrisch en voeren het
somsignaal van de kanalen die u door middel van de MUTE-
schakelaar op deze groep heeft gelegd. U kunt daarmee een
subgroep bijv. naar een ander mengpaneel doorsturen of deze
uitgang parallel aan de Main Outputs als recording-uitgang
gebruiken. Zo bent u in staat, vier sporen tegelijk op te nemen.
Als extra kunt u deze vier uitgangen van Y-kabels voorzien en
uw 8-sporen-recorder zo verbinden, dat u 2 x 4 sporen ter
beschikking heeft (bijv. kanaal 1 op spoor 1 en spoor 2 enz.). Bij
de eerste doorloop neemt u dan de sporen 1, 3, 5 en 7 op, in de
tweede de sporen 2, 4, 6 en 8.
CONTROL ROOM OUTPUTS
CONTROL ROOM OUTPUTS
De Control Room-uitgang wordt normaalgesproken met de
monitorinstallatie in de regiekamer verbonden en levert de stereo-
som c.q. eventuele solosignalen.
2.4.2 Spanningsvoorziening, fantoomvoeding en
beveiliging
Afb. 2.15: Spanningsvoorziening en beveiliging
ZEKERINGHOUDER/IEC-APPARAATBUS
Het aparaat wordt door middel van een IEC-apparaatbus op
het net aangesloten. Deze voldoet aan de vereiste
veiligheidsbepalingen. Een geschikt netkabel wordt meegeleverd.
Bij het vervangen van de zekering dient u absoluut hetzelfde
type te gebruiken.
POWER-schakelaar
POWER-schakelaar
Met de POWER-schakelaar neemt u het mengpaneel in bedrijf.
PHANTOM-schakelaar
Met de PHANTOM-schakelaar activeert u de fantoom-
voeding voor de XLR-bussen van de monokanalen, die nodig is
voor het gebruik van condensatormicrofoons. De rode +48 V-
LED licht op als de fantoomvoeding ingeschakeld is. Het gebruik
van dynamische microfoons is over het algemeen verder mogelijk,
voor zover ze symmetrisch zijn geschakeld. Win bij twijfel
informatie in bij de fabrikant van de microfoon!
+
Als de fantoomvoeding ingeschakeld is, mogen er
geen microfoons aan het paneel (of de stagebox/
wallbox) worden aangesloten. Sluit de microfoons
voor het inschakelen aan. Bovendien dienen de
monitor/PA-luidsprekers te worden stilgeschakeld
voordat u de fantoomvoeding in gebruik neemt.
2. BEDIENINGSELEMENTEN EN AANSLUITINGEN