Reely 1:8 RC model car Nitro Truggy QCO00814W812F25RR03 User Manual

Product codes
QCO00814W812F25RR03
Page of 116
90

5. Vakbegrippen
2WD, 4WD
2 resp. 4 aangedreven wielen  (“2-/4-Wheel-Drive”)
ABC cilinderset
ABC staat voor „Aluminium“, „Brass (messing)“ en „Chrome (chroom)“. Aluminium met zijn lage warmte-uitzetting en laag gewicht is het geschikte materiaal
voor de zuiger. De cilinder is van messing met een verchroomd loopvlak.
Fusee
Daarin draait de wielas. Aan de voorste fusees zijn de stuurhevels.
Fuseepennen
Stuuras van het wiel. Verbindt de fusee draaibaar met de fuseedrager (tussen bovenste en onderste wieldraagarm).
Astap
De as waar het wiel opgeschroefd zit en waar het wiel omheen draait.
Ackermann effect
Voor de instelling van de progressiviteit van de stuurinslag of voor de instelling van het Ackermann-effect kunnen de spoorstangen zowel in de stuurhevels als
in de stuurplaat in andere stuurpunten gezet worden.
Chassis
Het “frame” van het voertuig, dus strikt genomen alleen de bodemplaat.
CVD aandrijfas
Een as die aan de ene kant met een stalen tap in de meenemer van het differentieel pakt en aan de andere kant via een cardankoppeling spelingsvrij en
zodoende slijtarm met de wielas verbonden is. Zo is de aandrijving van het wiel ook bij een sterke stuurinslag (en een sterk gebogen as) gewaarborgd.
Demperbrug
Het bovenste einde van de schokdempers van een as (rechts en links) is vooraan of achteraan aan de demperbrug geschroefd. De schokdempers zijn dus in
zekere zin via de demperbrug met elkaar verbonden.
Differentieel
Compensatiedrijfwerk. Compenseert verschillende toerentallen tussen bv. de wielen in binnen- en buitenbochten.
Smooraanslagschroef
Regelt de minimum luchttoevoer naar de carburator bij stationair draaien.
Ontvanger
Ontvangt en “vertaalt” de stuursignalen van de afstandsbedieningszender (richting en intensiteit) voor de servo en de rijregelaar. Het ontvangerkristal dat op
het zenderkristal afgestemd is zorgt voor een perfecte communicatie tussen de zender en ontvanger. De zender- en het ontvangerkristal zijn zo op elkaar
afgestemd dat de signalen van parallel gebruikte zenders geen invloed op de ontvanger (en het modelvoertuig) hebben.
Failsafe
Elektronische schakeling die bij een onderbreking van het draadloze contact (bv. als de reikwijdte overschreden wordt, bij overdrachtsfouten of als de
spanning van de accu van de ontvanger te laag is) de aangesloten servo in een vrij kiesbare positie zet. Als het draadloze contact weer opgebouwd is, zal de
servo weer normaal op de stuurcommando´s reageren. Bij een te lage spanning zal de servopositie behouden blijven. De failsafe functie kan zowel in de
ontvanger geïntegreerd zijn als ook als bijkomend component tussen de ontvanger en de servo gestoken worden.
Gas/remservo
De servo stuurt zowel de carburatorschuif als de schijfremmen.
Versnellingsbak
„Vertaalt“ het motortoerental in de aandrijving naar het toerental van de aangedreven wielen. De „overbrengingsverhouding“ (motortoerental/wielomwentelingen)
bepaalt de eindsnelheid en het koppel.
Hoofdsproeiernaald
Regelt de brandstoftoevoer naar de carburator.
Stuurservo
Servomotor die via een hevel een mechanische stuurfunctie uitvoert. Deze servo zorgt via de spoorstangen voor de stuurinslag. Een geïntegreerde servosaver
in de servostuurhevel beschermt de servo tegen beschadigingen die veroorzaakt kunnen worden door harde schokken aan de wielen die via de spoorstangen
naar de servoaandrijving geleid worden.
Luchtfilter
De luchtfilter is van schuimplastic en verhindert dat stof en verontreinigingen via de aanzuigopening in de carburator en de motor binnendringen.
Hydraulische schokdempers
De schokdemper bestaat uit een schroefveer met een oliegevulde cilinder in het centrum waarin een zuiger op en neer kan gaan. De schroefveer steunt op
een schotel aan het einde van de zuigerstang en een afstandsring aan de buitenkant van de cilinder. Door gebruik van afstandsringen met verschillende dikte
kan de veervoorspanning worden ingesteld. De veer dempt het uitsturen van de ashelften bij het rijden over oneffenheden in de bodem. Het in- en uitveren
wordt gedempt door de olie die door de zuiger loopt. Door de keuze van verschillende demperoliën kunnen de dempingseigenschappen gevarieerd worden.
De schokdemper is tussen de demperbrug boven en de onderste wieldraagarm bevestigd. De inveerweg wordt door een kunststof manchet beperkt.