Futaba RC console 40 MHz No. of channels: 6 1-F4044 Data Sheet

Product codes
1-F4044
Page of 24
bestelnr.
40 MHz      nr. F4044
FC-16 Boat `n Truck
9
Mode toets
Modelnaam 
en nummer
Data toets
LC-
display
Cursor toets
Bedrijfsspanning
Wijze van moduleren
DISPLAY EN BEDIENINGSTOETSEN
LERAAR-LEERLING BEDRIJF
Om  het  besturen  van  modellen  te  leren  is  er  de  mogelijkheid 
van een leraar-leerling systeem. Dat betekent dat de leraar ge-
durende kritieke momenten het model bestuurt en daarna weer 
aan de leerling overgeeft, als het model zich weer in een veilige 
positie bevindt.
Zodra zich een kritische situatie voordoet, geeft de leerling de 
besturing van het model aan de leraar over. Met deze methode 
kan het sturen eenvoudig en stapsgewijs geleerd worden, zonder 
bevreesd te zijn voor schade aan of verlies van het model.
De zender is standaard niet voorzien van een leraar-leerling aan-
sluiting., hiervoor moet op de printplaat een trainermodule 4 best. 
nr. F1574 aangesloten worden. De juiste positie van de aanslui-
ting wordt op pagina 16 weergegeven.
Aanwijzing:
Om een veilige overdracht van de leraar- naar de leerling-
zender te waarborgen, moeten de oranje en gele kabel van 
de trainermodule verwisseld worden, omdat er anders een 
storing op kan treden.
9.1  DSC-GEBRUIK
Op de aansluiting van de trainermodule kan een DSC-kabel (Di-
rect Servo Control) aangesloten worden, om zonder HF uitstraling 
direct de ontvanger en de servo ’s te controleren. Hiervoor zijn de 
robbe-Futaba DSC-kabel, best. nr. F1422 en de trainermodule 4, 
best nr. F1574 nodig. De trainermodule 4 wordt op de printplaat 
aangesloten. (zie pag. 16).
Het DSC-systeem kan alleen toegepast worden bij ontvangers 
met een DSC aansluiting, zoals b.v. de ontvanger R-118 F
Aanwijzing: Om hoogfrequentstraling te voorkomen, dient het 
zendkristal verwijderd te worden.
Met de invoertoetsen kan de zender geprogrammeerd worden en 
verschillende instellingen opgeroepen worden.
’’Mode-toets” 
Met de modetoetsen kan de programmeermode en de interne 
menukeuze gekozen worden. Om in de programmeermode te 
komen moeten de beide modetoetsen gelijktijdig en gedurende 
twee seconden ingedrukt worden. Om in de verschillende menu 
’s heen en weer te bladeren moet de “op”of “neer “toets gebruikt 
worden. Om de programmeermode weer te verlaten, moeten de 
beide “MODE “toetsen twee seconden gelijktijdig ingedrukt wor-
den.
“DATA “ +/- toets:
Om  bij  verschillende  instellingen  nieuwe  parameters  (  b.v.  % 
waarde veranderen) in te stellen, kunnen de data-toetsen gebruikt 
worden. Deze zijn ingedeeld in “+ “en “- “ Bij het bedienen van de 
“+ “toets wordt de waarde met één verhoogd en met de “ – “toets 
met één verminderd. Als de toetsen ingedrukt gehouden worden, 
wordt de waarde snel vermeerderd of verminderd (autorepeat) . 
Bij enkele toepassingen kan dit heel zinvol zijn.
“CURSOR “ toets:
Met de “CURSOR “ toetsen kan een submenu resp. verschillende 
functies ingesteld worden.