Tunturi E25 User Manual

Page of 68
NL
H A N D L E I D I N G  
  E 2 5
33
en/of bovenste hartslaggrens door middel van het 
KEUZEWIEL.
Start de training door de START/STOP-knop in te 
drukken.
Als u streefdoelen/streefdoelen heeft ingesteld, 
dan zullen die streefdoelen/streefdoelen beginnen 
met aftellen. Tijdens de training zal de apparatuur 
automatisch de weerstand aanpassen, afhankelijk 
van uw trapsnelheid, zodat het streefdoel voor 
het vermogen wordt bereikt en vastgehouden. 
U kunt het streefvermogen veranderen met het 
KEUZEWIEL.
6. RECOVERY 
Begin met de herstelberekening na de training. Druk 
hiervoor op de RECOVERY-knop. De berekening 
van de herstelhartslag kan alleen worden gestart 
als de hartslagmeting is ingeschakeld en de 
hartslagwaarde wordt getoond op het scherm. 
Deze meting duurt 60 seconden. Na 60 seconden 
verschijnt op het scherm uw herstelindex op een 
schaal van F1 tot F6 (F1 = beste resultaat). Om terug 
te keren naar het hoofdmenu drukt u één keer op de 
RECOVERY-knop.
7. BODY FAT 
Druk op de BODY FAT-knop om te beginnen met 
de meting. Houd beide handen op de handgrepen 
en wacht gedurende 8 seconden. De meter toont 
gedurende 30 seconden het adviessymbool voor 
lichaamsvet, het percentage lichaamsvet en de BMI. 
GEBRUIKERSGEGEVENS INSTELLEN
Net na het herstarten van de meter of het 
terugzetten van de meter (lang ingedrukt 
houden), kunt u het gebruikersmenu binnengaan. 
Selecteer de gebruiker en bevestig uw keuze. 
Stel uw geslacht, leeftijd, lengte en gewicht in. 
Bevestig uw keuze met het keuzewiel. Gegevens 
over persoonlijke trainingsstreefdoelen (tijd, 
afstand, energieverbruik, hartslaggrens) 
zullen worden opgeslagen in het geheugen 
en standaard worden opgehaald wanneer de 
betreffende gebruiker wordt geselecteerd. Als u 
uw persoonlijke trainingsgegevens aanpast, zullen 
deze veranderingen automatisch in het geheugen 
worden opgeslagen.
AANVULLENDE OpMERKINGEN
1. Voor het instellen van de snelheid en afstand 
kunt u kiezen voor metrische of Engelse eenheden. 
Dit kunt u instellen door gebruik te maken van de 
KM/ML-schakelaar die zich aan de achterkant van 
de meter bevindt. Het elektriciteitssnoer moet 
opnieuw in het stopcontact worden gestoken om 
de verandering door te voeren. 
2. Als u niet aan het trainen bent en er worden geen 
knoppen ingedrukt, dan schakelt de meter na ca. 
vier minuten automatisch over naar de slaapstand. 
Op het scherm wordt de kamertemperatuur 
weergegeven. 
3. Als de START/STOP-knop wordt ingedrukt, wordt 
de training maximaal 4 minuten gepauzeerd. Als 
de knop daarna opnieuw wordt ingedrukt, kunt 
u doorgaan met de gepauzeerde trainingssessie 
en kunt u hierbij gebruik maken van de eerder 
gebruikte trainingsgegevens.
4. Het invoeren van trainingsstreefdoelen (tijd, 
afstand, energieverbruik, hartslaggrens) is alleen 
mogelijk wanneer het apparaat in de STOP-stand 
staat (niet tijdens de training).
5. Als u uw gebruikersgegevens niet steeds wilt 
veranderen als u begint met een training, druk 
dan op START/STOP om het bewerken van de 
gebruikersgegevens over te slaan. Op deze manier 
wordt de training begonnen in de handmatige 
stand (Manual).
6. Deze apparatuur kan niet worden gebruikt voor 
therapeutische doeleinden.
7. Het energieverbruik wordt berekend op basis van 
gemiddelde waarden. Het energieverbruik wordt 
weergegeven in kilocalorieën. Om dit om te rekenen 
in joules gebruikt u de volgende formule: 1 Kcal = 
4,187 KJ.
8. Als u traint met een hartslagmeting (met een 
borstriem of hartslagmeter in de handgrepen), kunt 
u een maximale hartslaggrens instellen. Wanneer 
deze grens wordt overschreven tijdens het trainen, 
zal de meter een alarmsignaal afgeven.
9. Voorgeprogrammeerde programma’s zijn 
verdeeld in 16 stappen. De duur van één stap is 
afhankelijk van de tijd die is ingesteld voor de hele 
training. Als er geen tijd is ingesteld, dan duurt één 
stap 100 meter in afstand. 
10. Als u streefdoelen heeft ingesteld die aftellen, 
dan klinkt er een signaal en wordt de training 
automatisch stopgezet wanneer een van de 
streefdoelen de nulwaarde bereikt. U kunt de 
training hervatten door te drukken op START/STOP.
11. NB: de herstelindex staat in verhouding tot de 
hartslagfrequentie, zowel aan het begin als aan het 
einde van de meting.
12. Bij het HRC-programma wordt het bereik van het 
hartslagstreefdoel (55%, 75% en 90%) berekend als 
percentage van de maximale hartslag zoals die geldt 
voor uw leeftijd (berekeningsformule: maximale 
hartslag = 220 – leeftijd). 
13. De weerstand wordt tijdens het HRC-programma 
elke 30 seconden verhoogd en elke 15 seconden 
verlaagd, indien nodig. 
BODY FAT is een persoonlijke meting. Het resultaat 
is gebaseerd op de gemiddelde waarden zoals die 
gelden voor de Europese bevolkingsgroep.
B.M.I. (Body Mass Index) tabel:
LAAG < 20
LAAG / GEMIDDELD  20 – 24
GEMIDDELD  24 - 26,5