Brother HL-1850 Guía Del Usuario
HOOFDSTUK 6 AFDRUKKEN VIA NOVELL NETWARE
6-12
De Brother-afdrukserver configureren
met PCONSOLE en BRCONFIG (modus
Wachtrijserver in bindery-emulatie)
met PCONSOLE en BRCONFIG (modus
Wachtrijserver in bindery-emulatie)
1. Meld u aan als Supervisor (NetWare 3.xx) of ADMIN (NetWare 4.1x of
recenter). Vergeet niet om voor de bindery-modus de optie /b te
specificeren.
specificeren.
2. Voer BRCONFIG uit vanaf het Windows-menu.
3. Selecteer de naam van de server in kwestie in de lijst van afdrukservers.
4. Wanneer wordt gemeld dat de afdrukserver is aangesloten, typt u als
3. Selecteer de naam van de server in kwestie in de lijst van afdrukservers.
4. Wanneer wordt gemeld dat de afdrukserver is aangesloten, typt u als
antwoord op de prompt "#" het standaardwachtwoord "access" (het
wachtwoord wordt niet geëchood). Druk als antwoord op de prompt
Enter Username> op ENTER.
wachtwoord wordt niet geëchood). Druk als antwoord op de prompt
Enter Username> op ENTER.
5. Bij de prompt
Local>
typt u:
6. SET NETWARE SERVER servernaam ENABLED,
waar de servernaam de naam is van de bestandsserver voor de
afdrukwachtrij. Als u van meer dan één bestandsserver wilt afdrukken,
herhaalt u deze opdracht zo vaak als nodig.
afdrukwachtrij. Als u van meer dan één bestandsserver wilt afdrukken,
herhaalt u deze opdracht zo vaak als nodig.
7. Typ EXIT om het BRCONFIG remote console programma af te sluiten
en de wijzigingen op te slaan, en start Novell PCONSOLE.
8. Selecteer in het menu Available Options de optie Print Server
Information (NetWare 3.xx) of Print Servers (NetWare 4.1x; negeer de
waarschuwing).
waarschuwing).
9. Er wordt een lijst van de huidige afdrukservers geopend. Druk op INS
om een nieuwe ingang te maken, typ de naam van de NetWare-
afdrukserver (standaard wordt BRN_xxxxxx_P1 gebruikt, waar
"xxxxxx" de laatste zes tekens zijn van het Ethernetadres) en druk op
ENTER. Druk op ESC om terug te gaan naar het menu Available
Options.
afdrukserver (standaard wordt BRN_xxxxxx_P1 gebruikt, waar
"xxxxxx" de laatste zes tekens zijn van het Ethernetadres) en druk op
ENTER. Druk op ESC om terug te gaan naar het menu Available
Options.
10. Selecteer in het menu de optie Print Queue Information (NetWare 3.xx)
of Print Queues (NetWare 4.1x). Er wordt een lijst geopend van de
geconfigureerde afdrukwachtrijen.
geconfigureerde afdrukwachtrijen.
11. Druk op INS om op de bestandsserver een nieuwe wachtrij te maken, typ
de naam van de nieuwe wachtrij en druk op ENTER. De naam hoeft
geen verband te houden met de bron van de afdrukserver, maar moet
kort en makkelijk te onthouden zijn.
geen verband te houden met de bron van de afdrukserver, maar moet
kort en makkelijk te onthouden zijn.
12. Zorg ervoor dat de naam van de nieuwe wachtrij gemarkeerd is en druk
op ENTER om de wachtrij te configureren.
13. Selecteer de optie Queue Servers (in NetWare 4.1x heet dit item Print
Servers) en druk op ENTER om te specificeren welke
netwerkafdrukservers afdruktaken via deze wachtrij mogen afdrukken.
Aangezien het een nieuwe wachtrij betreft, zal de lijst leeg zijn.
netwerkafdrukservers afdruktaken via deze wachtrij mogen afdrukken.
Aangezien het een nieuwe wachtrij betreft, zal de lijst leeg zijn.
14. Druk op INS om een lijst op te vragen van kandidaten voor de
wachtrijserver en selecteer de in stap 11 opgegeven naam van de
afdrukserverservice. Druk vervolgens op ENTER.
afdrukserverservice. Druk vervolgens op ENTER.
15. Druk een aantal malen op ESC, totdat u weer bij het menu Available
Options komt.