Korg SP-500 Manuel D’Utilisation

Page de 88
54
OVDB
 (overdub): De nieuw opgenomen 
gegevens worden toegevoegd aan de 
daarvóór-opgenomen gegevens. 
AUTP 
(auto punch-in/ out): auto punch-
in/ out opnemen wordt uitgevoerd.
“OVWR” van de “Rec 1/3” pagina wordt 
onafhankelijk van deze instelling gebruikt. 
Voor “OVWR” en “OVDB” geldt dat de “start 
measure” cel instellingen worden genegeerd.
Het veranderen van de naam van een song
Ga naar de “Rec 3/3” pagina, druk op de 
“Song Name” knop en bewerk de naam 
van de song. (
☞ p.59)
Opnemen vanaf het midden van 
de song
1
Selecteer de gegevens van de 
uitvoering, die u had opgeslagen
Laad de gegevens van de uitvoering, die 
u had opgeslagen in “Basis opnemen”  of 
opnemen in stappen. (
☞ p.51)
2
Speel de opgenomen song af
Zet elk spoor op “Play” en druk op de 
[PLAY/STOP] knop.
3
Als u bij de maat, die u wilt 
opnemen komt, zet het afspelen 
stil
Als het afspelen bij de maat komt vanaf 
waar u wilt opnemen, druk dan op de 
[PAUSE] knop om het stop te zetten.
4
Selecteer het spoor dat u wilt 
opnemen
Verander de instelling naar “Rec” voor 
het spoor dat u erbij wilt opnemen. 
• Als u opneemt met de [ACC] knop aan, 
dan zijn het de KBD, CTRL, en CHORD 
sporen.
• Als u opneemt met de [ACC] knop uit, 
dan zijn het de KBD, en CTRL sporen.
• Als u sporen 1-5 opneemt is het het 
daarmee corresponderende spoor.
5
Hef pause op
Druk op de [PAUSE] knop om het afspe-
len te hervatten. Na aftellen van twee 
maten zal het opnemen beginnen.
Auto punch-in/ out
Als u een fout maakte of niet het gewenste resultaat 
hebt bereikt in een deel van een opgenomen song, 
kunt dat deel opnieuw opnemen zonder alles vanaf 
het begin opnieuw te hoeven opnemen. Auto 
Punch In 
is de handeling, die automatisch over-
schakelt van afspelen naar opnemen op de hiervoor 
aangegeven maat. Omgekeerd is Auto Punch Out 
de handeling die automatisch overschakelt van 
opnemen naar  afspelen op de hiervoor aangegeven 
maat.
Deze functie kan op spoor 1–5 gebruikt wor-
den.
1
Selecteer de gegevens van de 
uitvoering, die u had opgeslagen
Laad de gegevens van de uitvoering, die 
u had opgeslagen in “Basis opnemen” of 
in Step Recording. (
☞ p.51)
2
Druk iets eerder op Pause dan 
het punt waar de maten, die u 
opnieuw wilt opnemen, zich 
bevinden
Stel elk spoor in op “Play” en druk op de 
[PLAY/STOP] knop. Druk twee of drie 
maten vóór de maat, waarop u wilt begin-
nen met opnieuw opnemen, op de 
[PAUSE] knop.
3
Selecteer het spoor, dat u 
opnieuw wilt opnemen
Druk op de “Track” knop om “Rec” te 
selecteren voor het spoor, dat u opnieuw 
wilt opnemen. 
De volgende instellingen kunnen niet worden 
uitgevoerd, tenzij u “Rec” selecteert.
4
Stel de “Recording mode” cel op 
de “Rec 2/3” pagina in op 
“AUTP”
Druk op de “Recording mode” cel en 
gebruik de draaiknop of [VALUE] knop-
pen om “AUTP” te selecteren.
5
Stel de “start measure” cel in
Druk op de “start measure” cel en 
“Recording mode”
“Start” “End”