Xerox 2101 ST Digital Copier/Printer Fascicule
1
1-2
Over taakbeheer
Een afdrukomgeving met een of meer operators instellen
In deze handleiding wordt ervan uitgegaan dat u werkt in een afdrukomgeving
met een of meer operators en die verantwoordelijk bent voor het beheren van de
taakstroom. De volgende taken moeten door u of de beheerder worden uitgevoerd
om een afdrukomgeving met een of meer operators in te stellen:
met een of meer operators en die verantwoordelijk bent voor het beheren van de
taakstroom. De volgende taken moeten door u of de beheerder worden uitgevoerd
om een afdrukomgeving met een of meer operators in te stellen:
Wachtwoorden instellen
—de beheerder moet afzonderlijke wachtwoorden instellen
voor toegang van operators en beheerders tot de Fiery EX2101. Zie de
Configuratiegids
voor instructies voor het instellen van wachtwoorden.
Alleen de blokkeringswachtrij publiceren
—de beheerder moet alleen de
blokkeringswachtrij en niet de directe verbinding of de afdrukwachtrij inschakelen
in Setup. (Zie de
in Setup. (Zie de
Configuratiegids
voor meer informatie.) Alle taken van externe
gebruikers worden dan in de wachtrij op de Fiery EX2101 geplaatst en worden
geblokkeerd totdat de operator de taken verder gaat verwerken.
geblokkeerd totdat de operator de taken verder gaat verwerken.
Communicatie instellen tussen gebruikers en de operator
—de operator en externe
gebruikers moeten afspraken maken over een methode voor het doorgeven van speciale
afdrukeisen, bijvoorbeeld via FreeForm
afdrukeisen, bijvoorbeeld via FreeForm
™
-modellen. Gebruikers kunnen instructies
toevoegen aan taken via afdrukopties en opmerkingen (zie
).
Taakstromen begrijpen
In een afdrukomgeving met een of meer operators sturen externe gebruikers taken naar
de blokkeringswachtrij van de Fiery EX2101. Met een hulpmiddel voor taakbeheer
bekijkt de operator de lijst met geblokkeerde taken en worden de taken direct of op
een later tijdstip vrijgegeven voor verwerking en afdrukken.
de blokkeringswachtrij van de Fiery EX2101. Met een hulpmiddel voor taakbeheer
bekijkt de operator de lijst met geblokkeerde taken en worden de taken direct of op
een later tijdstip vrijgegeven voor verwerking en afdrukken.
De operator kan ook tijdens de werkstroom ingrijpen, bijvoorbeeld om taken te
stoppen terwijl ze worden verwerkt of afgedrukt, om taken te blokkeren voor verdere
actie of om de afdrukinstellingen te wijzigen die door een gebruiker zijn opgegeven
voor een taak. In sommige gevallen kan de operator een taak zelfs aanpassen.
Dit gebeurt bijvoorbeeld als pagina's worden gedupliceerd of verwijderd, of als een
taak wordt samengevoegd met pagina's van een andere taak voordat de taak wordt
vrijgegeven voor afdrukken.
stoppen terwijl ze worden verwerkt of afgedrukt, om taken te blokkeren voor verdere
actie of om de afdrukinstellingen te wijzigen die door een gebruiker zijn opgegeven
voor een taak. In sommige gevallen kan de operator een taak zelfs aanpassen.
Dit gebeurt bijvoorbeeld als pagina's worden gedupliceerd of verwijderd, of als een
taak wordt samengevoegd met pagina's van een andere taak voordat de taak wordt
vrijgegeven voor afdrukken.