Samsung NXF1 Manuel D’Utilisation
99
Opnamefuncties >
AF-modus
Enkelvoudige AF
Enkelvoudige AF is geschikt voor niet-bewegende onderwerpen. Wanneer
u de [Ontspanknop] half indrukt, wordt het gedeelte van het beeld in het
scherpstelgebied scherpgesteld. Het scherpstelgebied wordt groen wanneer
er is scherpgesteld.
u de [Ontspanknop] half indrukt, wordt het gedeelte van het beeld in het
scherpstelgebied scherpgesteld. Het scherpstelgebied wordt groen wanneer
er is scherpgesteld.
Continu AF
Terwijl u de [Ontspanknop] half indrukt, blijft de camera voortdurend
scherpstellen. Deze modus wordt aanbevolen voor actieopnamen.
scherpstellen. Deze modus wordt aanbevolen voor actieopnamen.
•
Afhankelijk van het type lens kunnen de autofocusresultaten verschillen wanneer
u doorlopend foto's maakt met Continu AF. Gebruik een optionele lens voor een
vloeiende werking van de autofocus. Selecteer een van de volgende optionele
lenzen:
u doorlopend foto's maakt met Continu AF. Gebruik een optionele lens voor een
vloeiende werking van de autofocus. Selecteer een van de volgende optionele
lenzen:
-
SAMSUNG 16-50mm F2-2.8 S ED OIS
-
SAMSUNG 16-50mm F3.5-5.6 Power Zoom ED OIS
-
NX 50-150mm F2.8 S ED OIS
•
Wanneer u Continu AF en Multi AF gebruikt, drukt u op [o] om het formaat
van het scherpstelgebied aan te passen of het scherpstelgebied te verplaatsen
tijdens de opname. Gebruik de navigatieknop of het instelwieltje 2 om het
scherpstelgebied te verplaatsen. Draai het instelwieltje 1 om het formaat van het
scherpstelgebied aan te passen. Wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt, stelt
de camera alleen scherp op het ingestelde scherpstelgebied. Het scherpstelgebied
beweegt mee met het onderwerp nadat er correct is scherpgesteld.
van het scherpstelgebied aan te passen of het scherpstelgebied te verplaatsen
tijdens de opname. Gebruik de navigatieknop of het instelwieltje 2 om het
scherpstelgebied te verplaatsen. Draai het instelwieltje 1 om het formaat van het
scherpstelgebied aan te passen. Wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt, stelt
de camera alleen scherp op het ingestelde scherpstelgebied. Het scherpstelgebied
beweegt mee met het onderwerp nadat er correct is scherpgesteld.