Pentax MX-1 Mode D’Emploi

Page de 260
126
2
O
pna
m
en
 m
aken
3
Druk op de knop 3 nadat u de instelling hebt 
gewijzigd.
De instelling wordt opgeslagen en de camera gaat terug naar de 
opnamestand.
U kunt video’s opnemen met een bepaalde instelling voor de beeldtint.
Welke beeldtinten en instellingen u kunt gebruiken, zijn dezelfde als die 
voor foto’s. Zie “De afwerking (beeldtint) van de opname instellen 
(Aangepaste opn.)” (p.118).
1
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Aangepaste 
opn.] te selecteren in het menu [
C Video 1] en druk 
vervolgens op de vierwegbesturing (
5).
Het scherm voor het selecteren van aangepaste opnamen verschijnt.
2
Gebruik de vierwegbesturing (45) om een aangepaste 
opname te selecteren en druk op de vierwegbesturing 
(
3).
Het scherm voor het selecteren van parameters verschijnt.
3
Gebruik de vierwegbesturing (23) om de parameter te 
kiezen die u wilt wijzigen en de vierwegbesturing 
(
45) of de e-draaiknop om de instelling te wijzigen.
4
Druk op de knop 4.
In de videostand kunt u de resolutie en beeldsnelheid voor 
video-opnamen instellen.
Hoe groter het aantal opnamepixels, hoe scherper de details en hoe 
groter het bestand. Hoe meer beeldjes per seconde, des te beter de 
kwaliteit van de video, maar ook des te groter het bestand.
De instellingen [Aangepaste opn.], [Resolutie], [Windreductie] en [opname 
m cont AF] kunnen ook worden gewijzigd via het bedieningspaneel.
De afwerking (beeldtint) van een video instellen (Aangepaste opn.)
De resolutie voor video’s selecteren