Pentax Q10 Mode D’Emploi

Page de 282
238
Werken met de 
flitser
10
Wanneer u opnamen maakt met de flitser, moeten richtgetal, diafragma 
en afstand op elkaar zijn afgestemd voor een juiste belichting.
Bereken de opnamecondities en pas deze aan wanneer de flitsintensiteit 
onvoldoende is.
Met de volgende formule berekent u de effectieve flitsafstand.
Maximale flitsafstand L1 = richtgetal ÷ diafragmawaarde
Minimale flitsafstand L2 = maximale flitsafstand ÷ 6 *
* De waarde 6 in de bovenstaande formule is een vaste 
waarde die alleen geldt bij gebruik van de ingebouwde 
flitser.
Voorbeeld)
Wanneer de gevoeligheid ISO 200 en de diafragmawaarde F2.0 is
L1 = 7 ÷ 2,0 = ca. 3,5 (m)
L2 = 3,5 ÷ 6 = ca. 0,6 (m)
De flitser kan dus worden gebruikt binnen een bereik van ca. 0,6 
tot 3,5 m.
De ingebouwde flitser in deze camera kan echter niet worden 
gebruikt wanneer de afstand 0,7 meter of minder is. Gebruik van 
de flitser binnen deze afstand veroorzaakt vignettering in de hoeken 
van de opname, een onevenwichtige lichtverdeling en mogelijk 
overbelichting.
Afstand en diafragma bij gebruik 
van de ingebouwde flitser
Gevoeligheid
Richtgetal 
ingebouwde flitser
Gevoeligheid
Richtgetal 
ingebouwde flitser
ISO 100
Ca. 4,9
ISO 1600
Ca. 20
ISO 200
Ca. 7
ISO 3200
Ca. 28
ISO 400
Ca. 10
ISO 6400
Ca. 40
ISO 800
Ca. 14
Berekenen van de opnameafstand op basis 
van de diafragmawaarde
Pentax Q10_DUT.book  Page 238  Wednesday, October 10, 2012  3:56 PM