Panasonic DMCTZ22EG Mode D’Emploi

Page de 76
88   
VQT3G98
VQT3G98
   89
Voor instelprocedures in het menu [Opname] (
Gebruik van het menu [Opname]
 
(Vervolg)
 
Witbalans handmatig instellen (
)
  Selecteer 
 en druk op [MENU/SET].
  Richt de camera op een wit voorwerp (bijvoorbeeld papier) en druk op [MENU/SET].
De witbalans wordt ingesteld op 
.
 
• Wanneer u deze instelling gebruikt, wordt de verfijning van de witbalans gereset.
 
• Zelfs als de camera UIT staat, blijft de ingestelde witbalans in het geheugen staan.
 
• Het is niet altijd mogelijk om de juiste witbalans in te stellen als onderwerpen te licht 
of te donker zijn. Pas in dit geval de helderheid aan en probeer de witbalans opnieuw 
in te stellen.
 
[AWB] instelbereik: 
10000K
9000K
8000K
7000K
6000K
5000K
4000K
3000K
2000K
1000K
Bewolkte lucht (regen)
Schaduw
Gloeilamplicht
Zonsondergang/zonsopgang
Kaarslicht
Zonlicht
Wit tl-licht
Blauwe lucht
 [AF mode]
De scherpstelmethode kan worden gewijzigd afhankelijk van de positie en het aantal 
onderwerpen.
 
Opnamemodus:    
 
 
 
 
 
 
 
Instellingen:   / 
 / 
 / 
 / 
Mensen van voren 
fotograferen
 
 (Gezichtsdetectie)
Herkent gezichten (max. 15 personen) en past de belichting en 
scherpstelling hierop aan.
AF-gebied
Geel :  Als u de ontspanknop half indrukt, wordt het kader groen als 
de camera is scherpgesteld.
Wit   :  Verschijnt bij detectie van meerdere gezichten. Andere 
gezichten die op dezelfde afstand zijn als de gezichten in het 
gele AF-gebied, worden ook scherp vastgelegd.
Automatisch koppelen 
van de scherpstelling 
aan een bewegend 
onderwerp
 (Tracking AF)
Raak het onderwerp aan
 
• Voor deze bedieningsfunctie dient u eerst de aanraaksluiterfunctie 
(
Autofocus-volgkader
Wanneer uw onderwerp herkend wordt, verandert het autofocus-
volgkader van wit in geel en dan wordt uw onderwerp steeds scherp 
in beeld gehouden.
Als de autofocus-koppeling wegvalt, gaat er een rood kader 
knipperen.
 
• Uitschakelen van de Tracking AF 
→   aanraken.
 
• Scherpstelling (hetzelfde als macro-opnamen) (
Onderwerp niet in het 
midden van het beeld 
(AF-gebied wordt pas 
weergegeven als er is 
scherpgesteld)
  (Scherpstellen op 
23 punt)
Stelt scherp op een AF-gebied op een van 23 mogelijke punten.
Bepaalde plaats voor 
scherpstelling
  (Scherpstellen op 
1 punt)
  (Scherpstelling op 
spot)
Scherpstellen op 1 punt:  Er wordt scherpgesteld op het AF-gebied 
in het midden van het beeld. (Aanbevolen 
wanneer u moeilijk kunt scherpstellen) 
Scherpstelling op spot:  Er wordt scherpgesteld op een kleiner 
gebied.