Panasonic DMCTZ22EG Mode D’Emploi

Page de 76
134   
VQT3G98
VQT3G98
   135
Controleer eerst de volgende onderdelen (
Als dit probleem blijft bestaan, kan [Resetten] in het [Set-up] menu het probleem wellicht 
verhelpen. (Onthoud wel dat hierbij bijna alle instellingen, behalve bijv. [Klokinst.] 
worden teruggesteld in de oorspronkelijke stand op het moment van aankoop.)
 Vraag en antwoord 
Storingen verhelpen
Batterij, spanning
De camera werkt niet, ook niet als deze is ingeschakeld.
 
De batterij is niet goed geplaatst (
Lcd-scherm gaat uit, zelfs als de camera is ingeschakeld.
 
De [Slaapsmodus] is ingeschakeld. (
 
→ Druk de ontspanknop half in om op te heffen.
 
De batterij moet worden opgeladen.
De camera wordt uitgeschakeld als de stroom wordt ingeschakeld.
 
De batterij moet worden opgeladen.
 
De [Slaapsmodus] is ingeschakeld. (
 
→ Druk de ontspanknop half in om op te heffen. 
Dit toestel wordt automatisch uitgeschakeld.
 
Als u de aansluiting maakt op een TV-toestel dat geschikt is voor VIERA Link via een HDMI-
minikabel (optioneel), dan wordt bij uitschakelen van de TV met de daarbij behorende 
afstandsbediening ook dit toestel uitgeschakeld.
 
→ Als u geen gebruik wilt maken van de VIERA Link, zet u de [VIERA link] dan op [OFF]. (→47)
GPS
Positionering kan niet worden uitgevoerd.
 
Wanneer [GPS-inst.] is ingesteld op [OFF]. (
 
Afhankelijk van de opnameomgeving, zoals binnen of in de buurt van gebouwen, is het niet altijd 
mogelijk de signalen van de GPS-satellieten correct te ontvangen. (
 
→  Houd de camera bij het gebruik van de GPS-functie enige tijd stil met de GPS-antenne omhoog 
gericht, in een buitenlocatie waar u de lucht helemaal kunt zien.
Het GPS-statuslampje licht op terwijl de camera is uitgeschakeld.
 
De [GPS-inst.] is [ON].
 
→  Wanneer u de camera uitschakelt in een vliegtuig, ziekenhuis of op een andere locatie waar 
GPS-systemen niet zijn toegestaan, zet u [GPS-inst.] op [OFF] of 
.
Plaatsbepaling kan even duren.
 
De plaatsbepaling kan enkele minuten duren wanneer u de camera voor het eerst gebruikt of lange 
tijd niet hebt gebruikt.
 
Plaatsbepaling duurt meestal minder dan twee minuten, maar omdat de posities van de GPS-
satellieten veranderen, kan het langer duren, afhankelijk van de opnamelocatie en de omgeving.
 
Plaatsbepaling kan even duren in een omgeving waar de signalen van de GPS-satellieten moeilijk 
te ontvangen zijn. (
De plaatsnaaminformatie wijkt af van de opnamelocatie.
 
Direct nadat de camera is ingeschakeld of wanneer het GPS-pictogram een ander pictogram is 
dan 
, kan de plaatsnaaminformatie die in de camera is vastgelegd, aanzienlijk afwijken van de 
huidige positie.
 
Wanneer 
 wordt aangegeven als plaatsnaaminformatie, kunt u de locatie in een andere locatie uit 
de lijst wijzigen voordat u begint met de opname. (
De plaatsnaaminformatie wordt niet aangegeven.
 
"- - -" wordt aangegeven als er geen herkenningspunt of andere punten dichtbij zijn, of als er geen 
informatie staat geregistreerd in de database van de camera. (
 
→  Tijdens het afspelen kunt u een plaatsnaam of andere informatie invoeren met [Bewerk 
plaatsnaam]. (
Opnemen
Er kunnen geen beelden opgenomen worden.
 
De opname/weergave-schakelaar is niet ingesteld op 
 (opnemen).
 
Kaart/ingebouwd geheugen is vol. 
→ Maak ruimte vrij door ongewenste beelden te verwijderen 
(
Opgenomen beelden zien er wit uit.
 
De lens is vuil (vingerafdrukken enzovoort).
 
→  Schakel de stroom in om de lens uit te schuiven en reinig het lensoppervlak met een zachte, 
droge doek.
 
De lens is beslagen (
Opgenomen beelden zijn te licht/te donker.
 
Corrigeer de belichting (→57).
 
De [Korte sluitert.] staat ingesteld op een hoge snelheid, bijv. [1/250] (→92).
Er worden verscheidene beelden opgenomen, ook bij een enkele druk op de 
ontspanknop.
 
[iHandh. nachtop.] is ingeschakeld in de [Intelligent auto] modus. (
 
De camera is ingesteld op de scènemodus [Auto bracket], [Burstfunctie], [Nachtop. uit hand] of 
[Flitsburst].
Er is niet goed scherpgesteld.
 
Er is ingesteld op een modus die ongeschikt is voor de afstand tot het onderwerp. (Scherpstelgebied 
varieert, afhankelijk van de opnamemodus.)
 
Het onderwerp is buiten scherpstelbereik.
 
Veroorzaakt door trillingen of beweging van het onderwerp.
Opgenomen beelden zijn onscherp. Optische beeldstabilisatie werkt niet goed.
 
De sluitertijd is langer in donkere locaties en de optimale beeldstabilisatie is daar minder effectief.
 
→ Houd de camera stevig met beide handen vast en houd de armen strak langs uw lichaam.
 
Gebruik een statief en de zelfontspanner (
sluitert.].
De [Auto bracket] is niet te gebruiken.
 
Er is slechts geheugencapaciteit voor maximaal 2 beelden.
Opgenomen beelden zien er korrelig uit of er is storing zichtbaar.
 
De ISO-gevoeligheid is hoog of er is een lange sluitertijd.
   (De standaardinstelling voor [Gevoeligheid] is [AUTO] – bij binnenopnamen kan interferentie 
optreden.)
 
→ Verlaag de [Gevoeligheid] (→86).
 
→ Stel de [Kleurfunctie] in op [NATURAL]. (→93)
 
→ Maak foto’s op locaties met meer licht.
 
De camera is ingesteld op de scènemodus [H. gevoeligh.].
  (Het beeld wordt iets korreliger vanwege de hoge gevoeligheid)
Onder tl-verlichting kunnen flikkeringen of horizontale strepen zichtbaar zijn.
 
Dit is kenmerkend voor de MOS-sensors die in deze camera als lichtgevoelige 
sensors dienen. Dit duidt niet op onjuiste werking.