JVC RV-B99 BK/BU Manuel D’Utilisation
13
Achterpaneel
Rückseite
Panneau arrière
CAUTION
~AC IN
PHONES
AUX IN
DC IN
12V
1 2
5
6
7
8
3 4
MIC/GUITAR
INPUT
MIC LEVEL
GUITAR LEVEL
GUITAR LEVEL
1
12 V gelijkstroomaansluiting (DC IN (
))
2
Hoofdtelefoonaansluiting (PHONES) (3,5
mm diameter stereo ministekker)
Verbind een hoofdtelefoon (impedantie 16
mm diameter stereo ministekker)
Verbind een hoofdtelefoon (impedantie 16
Ω
t/m 1 k
Ω
) met deze aansluiting.
De luidsprekers worden automatisch
uitgeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon
aansluit.
uitgeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon
aansluit.
3
MIC/GUITAR ingangsaansluiting (6,3 mm
diameter stekker)
diameter stekker)
4
MIC LEVEL(
_
)/GUITAR LEVEL(
)
ingangsniveau regelaar
5
AUX IN (AUX ingang) aansluiting
6
Uittrekbare antenne
7
AC IN (netingang) aansluiting
8
Afdekking batterijvak
1
Gleichspannungseingang (DC IN 12 V)
(
(
)
2
Kopfhörerbuchse (PHONES) (3,5-mm-
Stereo-Ministecker)
Hier einen Kopfhörer (16
Stereo-Ministecker)
Hier einen Kopfhörer (16
Ω
bis 1 k
Ω
) anschließen.
Bei belegter Kopfhörerbuchse sind die
Lautsprecher automatisch ausgeschaltet.
Lautsprecher automatisch ausgeschaltet.
3
Mikrofon-/Gitarren-Eingangsbuchse (MIC/
GUITAR INPUT) (6,3 mm Stiftstecker)
GUITAR INPUT) (6,3 mm Stiftstecker)
4
Mikrofon-/Gitarren-Pegelschalter (MIC
LEVEL (
LEVEL (
_)/GUITAR LEVEL) ( )
5
AUX-Eingang (AUX IN)
6
Teleskopantenne
7
Netzeingang (AC IN)
8
Batterfachdeckel
1
Prise d’entrée CC 12 V (DC IN) (
)
2
Prise de casque d’écoute (PHONES) (mini
fiche stéréo de 3,5 mm de diamètre)
Brancher un casque d’écoute (impédance de
16
fiche stéréo de 3,5 mm de diamètre)
Brancher un casque d’écoute (impédance de
16
Ω
à 1 k
Ω
) à cette prise.
Le son des haut-parleurs est coupé
automatiquement lorsqu’un casque est
raccordé.
automatiquement lorsqu’un casque est
raccordé.
3
Prise d’entrée microphone/guitare (MIC/
GUITAR INPUT) (fiche de 6,3 mm de
diamètre)
diamètre)
4
Bouton de commande de niveau microphone/
guitare (MIC LEVEL (
guitare (MIC LEVEL (
_
)/ GUITAR LEVEL (
))
5
Prise d’entrée auxiliaire (AUX IN)
6
Antenne télescopique
7
Prise d’entrée CA (AC IN)
8
Couvercle du compartiment des piles
Alvorens gebruik
÷
Plaatsen van batterijen in de
afstandsbediening
afstandsbediening
1. Verwijder de afdekking van het batterijvak
aan de achterkant van de afstandsbediening.
2. Plaats twee “R6/AA (15F)” formaat batterijen.
÷
Plaats de batterijen met de
ª
en
·
polen
overeenkomstig met de in het batterijvak
aangegeven richting.
aangegeven richting.
3. Plaats de afdekking weer terug.
Vorbereitende Schritte vor Ingebrauch-
nahme
nahme
÷
Einlegen der Batterien
1. Den Batteriefachdeckel von der Unterseite
der Fernbedienung abnehmen.
2. Zwei Batterien vom Typ “R6/AA (15F)”
einlegen.
÷ Die Batterien unter Beachtung der Polarität
ª · einlegen.
3. Den Batteriefachdeckel wieder anbringen.
Préparatifs avant utilisation
÷
Mise en place des piles dans le boîtier de
télécommande
télécommande
1. Retirer le couvercle des piles du dos du
boîtier.
2. Introduire deux piles de taille “R6/AA (15F)”.
÷
Introduire les piles en respectant les
indications des bornes
indications des bornes
ª
et
·
dans le
compartiment des piles.
3. Remettre en place le couvercle.
AFSTANDSBEDIENING
FERNBEDIENUNGSEINHEIT
BOITIER DE TELECOMMANDE
Gebruikte batterijen:
NL
N i e t w e g g o o i e n ,
a l s
m a a r i n l e v e r e n
K C A .
Steek de
·
pool eerst in het batterijvak.
Das Minuspolende
· zuerst einlegen.
Introduire d’abord la borne
·
.
÷
Vervangen van de batterijen
Indien de werking van de afstandsbediening
gebreken vertoont of het bereik aanzienlijk
korter wordt, dienen de batterijen door verse
te worden vervangen.
Indien de werking van de afstandsbediening
gebreken vertoont of het bereik aanzienlijk
korter wordt, dienen de batterijen door verse
te worden vervangen.
÷
Batteriewechsel
Bei instabiler Funktionsauslösung oder bei
verkürzter Auslösedistanz die eingelegten
Batterien gegen frische austauschen.
verkürzter Auslösedistanz die eingelegten
Batterien gegen frische austauschen.
÷
Remplacement des piles
Si le fonctionnement de la télécommande
devient instable ou si la distance de
fonctionnement devient plus courte, remplacer
les piles.
Si le fonctionnement de la télécommande
devient instable ou si la distance de
fonctionnement devient plus courte, remplacer
les piles.