Husqvarna 952802154 Manuale Utente

Pagina di 464
ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Dutch – 417
1154212-26 Rev.3 2012-02-22
Mengverhouding
1:50 (2%) met HUSQVARNA tweetaktolie.
1:33 (3%) met andere olie, gemaakt voor luchtgekoelede 
tweetaktmotoren, geklassificeerd voor JASO FB/ISO EGB.
Mengen
• Meng de benzine en olie altijd in een schone jerrycan 
die goedgekeurd is voor benzine.
• Begin altijd met de helft van de benzine die gemengd 
moet worden erin te gieten. Giet er daarna de gehele 
oliehoeveelheid bij. Meng (schud) het 
brandstofmengsel. Giet er de resterende hoeveelheid 
benzine bij.
• Meng (schud) de brandstofhoeveelheid goed voor u de 
brandstoftank van de machine vult.
Meng niet meer brandstof dan voor max. 1 maand nodig is.
• Als u de machine gedurende een langere tijd niet 
gebruikt, moet u de brandstoftank leeg maken en hem 
schoonmaken.
Kettingolie
• Als smeermiddel raden we een speciale olie aan 
(kettingsmeerolie) met goede adhesie.
• Gebruik nooit gebruikte olie. Dit kan de oliepomp, het 
zaagblad en de ketting beschadigen.
• Het is belangrijk het juiste olietype te gebruiken in 
verhouding tot de luchttemperatuur (juiste viscositeit).
• Bij temperaturen onder 0
°C worden bepaalde 
oliesoorten minder visceus. Dit kan de pomp 
overbelasten en de componenten van de pomp 
beschadigen.
• Neem contact op met uw dealer voor het kiezen van de 
juist kettingolie.
Tanken
Maak de dop van de tank en de directe omgeving goed 
schoon. Maak de brandstof- en kettingolietanks regelmatig 
schoon. Het brandstoffilter moet minstens één keer per 
jaar vervangen worden. Verontreinigingen in de tank 
kunnen defecten veroorzaken. Zorg ervoor dat de 
brandstof goed gemengd is door de jerrycan voorzichtig te 
schudden voor u de tank vult. De volumes van de 
kettingolie- en brandstoftanks zijn goed op elkaar 
afgestemd. Vul daarom de kettingolie- en de brandstoftank 
altijd op hetzelfde tijdstip.
Brandstofveiligheid
• Tank nooit wanneer de motor van de machine loopt.
• Zorg voor een goede ventilatie tijdens het tanken en het 
mengen van brandstof (benzine en 2-takt olie).
• Verplaats de machine ten minste 3 m van de tankplaats 
voor u de motor start.
• Start de machine nooit:
1 Als u brandstof of kettingolie op de machine heeft 
gemorst. Neem alle gemorste brandstof af en laat de 
benzineresten verdampen.
2 Als u brandstof op uzelf of op uw kleding gemorst heeft, 
trek schone kleding aan. Was de lichaamsdelen die in 
contact zijn geweest met brandstof. Gebruik water en 
zeep.
3 Als de machine brandstof lekt. Controleer de tankdop 
en de brandstofleidingen regelmatig op lekkage.
Transport en opbergen
• Berg de motorkettingzaag en de brandstof zo dat 
eventuele lekkage en dampen niet in contact kunnen 
komen met vonken of vlammen. Bijvoorbeeld 
elektrische machines, elektrische motoren, 
stopcontacten/schakelaars, verwarmingsketels e.d.
• De brandstof moet in daarvoor bedoelde en 
goedgekeurde tanks worden bewaard.
• Bij opslag van langere duur en transport van de 
motorkettingzaag moeten de brandstof- en 
zaagkettingolietanks worden geleegd. Vraag bij uw 
tankstation of de gemeente waar u de afgetapte 
brandstof en kettingolie kwijt kan.
• Zorg ervoor dat de machine goed is schoongemaakt en 
dat een volledige servicebeurt is gegeven voor een 
lange periode van stalling.
• De transportbescherming van de snij-uitrusting moet 
tijdens transport of opslag van de machine altijd 
aangebracht zijn, om abusievelijk contact met de 
scherpe ketting te vermijden. Ook een ketting die niet 
beweegt, kan ernstig letsel toebrengen aan de 
gebruiker of andere personen, die de ketting aanraken.
• Zet de machine vast tijdens transport.
Opslag voor lange tijd
Leeg de brandstof- en olietanks op een goed geventileerde 
plaats. Bewaar de brandstof in goedgekeurde jerrycans op 
een veilige plaats. Monteer de zaagbladbescherming. 
Benzine, liter
Tweetaktolie, liter
2% (1:50)
3% (1:33)
5
0,10
0,15
10
0,20
0,30
15
0,30
0,45
20
0,40
0,60
!
WAARSCHUWING! Om het risico op 
brand te verminderen, moet u de 
volgende voorzorgsmaatregelen nemen:
Rook niet en plaats ook geen warm 
voorwerp in de buurt van de brandstof.
Stop de motor en laat hem voor het 
tanken enkele minuten afkoelen.
Open de dop van de tank voorzichtig 
wanneer u wilt tanken zodat eventuele 
overdruk langzaam verdwijnt.
Draai de dop van de tank goed vast na 
het tanken.
Verwijder de machine steeds van de 
tankplaats, voor u de motorzaag start.
!
WAARSCHUWING! Brandstof en brand-
stofdampen zijn uiterst brandgevaarlijk. 
Wees voorzichtig bij het hanteren van 
brandstof en kettingolie. Vergeet het brand-
, explosie- en inademingsgevaar niet.
!
WAARSCHUWING! Gebruik nooit een 
machine met zichtbare beschadigingen 
aan bougiebescherming en ontstekings-
kabel. Er bestaat een risico van vonkvor-
ming, wat brand kan veroorzaken.
BRANDSTOFHANTERING