Xerox Phaser 4510 Guida Utente

Pagina di 146
Het netwerkadres configureren
Phaser® 4510-laserprinter
2-5
Het netwerkadres configureren
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
TCP/IP- en IP-adressen
Als uw computer op een groot netwerk is aangesloten, vraagt u de netwerkbeheerder om de 
juiste TCP/IP-adressen en overige configuratiegegevens. 
Als u uw eigen, kleine lokale netwerk maakt of de printer rechtstreeks via Ethernet op de 
computer aansluit, volgt u de procedure voor het automatisch instellen van het IP-adres 
(Internet Protocol) van de printer. 
Pc's en printers gebruiken overwegend TCP/IP-protocollen voor communicatie over een 
Ethernet-netwerk. Bij gebruik van TCP/IP-protocollen moet iedere printer en iedere computer 
een uniek IP-adres hebben. Het is hierbij belangrijk dat er adressen worden gebruikt die op 
elkaar lijken, maar toch verschillen; alleen het laatste cijfer van ieder adres hoeft anders te zijn. 
De printer kan bijvoorbeeld het adres 192.168.1.2 hebben en de computer het adres 
192.168.1.3. Een ander apparaat in het netwerk kan het adres 192.168.1.4 hebben.
Macintosh-computers gebruiken meestal TCP/IP of EtherTalk om met een netwerkprinter te 
communiceren. Op Mac OS X-systemen wordt bij voorkeur TCP/IP gebruikt. In tegenstelling 
tot TCP/IP hoeven printers of computers met EtherTalk geen IP-adres te hebben.
Veel netwerken maken gebruik van een DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol). 
Een DHCP-server stelt automatisch een IP-adres in voor elke pc en printer in het netwerk, die 
is geconfigureerd om DHCP te gebruiken. In de meeste kabel- en DSL-routers is een 
DHCP-server ingebouwd. Als u een kabel- of DSL-router gebruikt, raadpleegt u de 
documentatie die bij uw router is geleverd voor informatie over IP-adressering.
Zie ook: 
Online Support-assistent op 
Het IP-adres van de printer automatisch instellen
Als de printer is aangesloten op een klein TCP/IP-netwerk zonder DHCP-server, kunt u het 
installatieprogramma op de Software and Documentation CD-ROM (cd met software en 
documentatie) gebruiken om een IP-adres te detecteren of aan uw printer toe te wijzen. Voor 
verdere instructies dient u de Software and Documentation CD-ROM (cd met software en 
documentatie) in het cd-rom-station van de computer te plaatsen. Als het Xerox-
installatieprogramma is gestart, volgt u de instructies op het scherm voor installatie. 
Opmerking:
Als u het automatische installatieprogramma wilt gebruiken, moet de printer op 
een TCP/IP-netwerk zijn aangesloten.