Cisco Cisco WebEx Meetings Server 2.6 Guida All'Installazione

Pagina di 298
De standaard groepsnamen zijn Divisie, Afdeling, Project, Overig en Aangepast5 tot en met Aangepast10. Alle
groepsnamen kunnen worden gewijzigd.
Namen van traceercodegroepen moeten uniek zijn en mogen geen vooraf gedefinieerde veldnamen bevatten
(GEBRUIKERS-ID, ACTIEF, VOORNAAM, ACHTERNAAM, E-MAIL, TAAL, HOSTRECHTEN,
TIJDZONE).
Opmerking
Stap 4
Selecteer Tekstinvoer of Vervolgkeuzemenu in de kolom Invoermodus voor elke traceercode.
• Selecteer Tekstinvoer. De beheerder voert de traceercode in een tekstveld in bij het maken of bewerken van een
gebruiker.
• Selecteer Vervolgkeuzemenu. De koppeling Lijst bewerken verschijnt naast het veld Invoermodus. Selecteer
de koppeling Lijst bewerken om de waarden van deze traceercode te configureren. Zie
op pagina 129
voor meer informatie.
Stap 5
Selecteer Niet gebruikt om te voorkomen dat de traceercode wordt weergegeven wanneer deze gebruiker wordt gemaakt
of bewerkt. Selecteer Optioneel om de traceercode weer te geven maar niet te verplichten. Selecteer Vereist om van het
toewijzen van een traceercode aan een gebruiker een vereiste te maken.
Stap 6
Selecteer Opslaan.
Uw traceercodeparameters worden opgeslagen.
Traceercodes bewerken
Een lijst met traceercodes kan worden gekoppeld aan een specifieke groep die wordt weergegeven bij het
toevoegen of bewerken van een gebruiker. Met deze functie beheert u de traceercodes die worden weergegeven
wanneer deze codes in een vervolgkeuzemenu worden geselecteerd.
Stap 1
Meld u aan bij de Beheersite.
In een MDC-systeem bepaalt de DNS welk datacenterdashboard wordt weergegeven. U kunt alle datacenters vanaf dit
dashboard beheren.
Stap 2
Selecteer Vervolgkeuzemenu in de kolom Invoermodus voor de groep waarvoor u traceercodes in het vervolgkeuzemenu
wilt weergeven.
Als u Tekstinvoer selecteert, wordt er naast de groep een invoerveld weergegeven waarin de beheerder de gewenste
geldige tekenreeks kan invoeren.
Stap 3
(Optioneel) Als u Vervolgkeuzemenu hebt gekozen, selecteert u Lijst bewerken om de waarden voor deze traceercode
te configureren. Het dialoogvenster Traceercodelijst bewerken wordt weergegeven.
Naast het maken, bewerken en verwijderen van codes, kunt u de code deactiveren of activeren en aangeven dat een
bepaalde code in de lijst de standaardcode is.
• Selecteer Alleen actieve codes tonen om alleen actieve traceercodes weer te geven. Hef deze optie op om alle
traceercodes weer te geven. U kunt deze optie niet selecteren als u traceercodes voor de eerste keer configureert.
• Voer de code uit het vervolgkeuzemenu in het tekstvak Code in. Voor deze reeks bestaat een limiet van 128 tekens.
Als er geen lege traceercodes worden weergegeven, selecteert u 20 regels toevoegen om 20 extra configureerbare
traceercoderegels toe te voegen. Voor de traceercodes zijn maximaal 500 regels beschikbaar.
Beheerhandleiding van Cisco WebEx Meetings Server versie 2.6    
129
Traceercodes configureren