Brother HL-5050 Guida Utente

Pagina di 150
AFDRUKKEN OP UNIX-SYSTEMEN 1 - 6
YL4US_FAX2800MFC4800-FM5.5
Als u AT&T-compatibele UNIX-systemen gebruikt, kunt u 
doorgaans de opdracht lpstat of rlpstat gebruiken om 
soortgelijke statusinformatie op te vragen. Deze procedure 
varieert van systeem tot systeem, dus raadpleeg de met uw 
systeem meegeleverde documentatie voor gedetailleerde 
informatie hierover. 
4
Als u stap 3 hebt uitgevoerd, kunt u dit gedeelte overslaan, tenzij 
u een SCO UNIX-systeem hebt.
Als u een HP/UX-systeem, een IBM RS/6000 AIX-computer, of Sun 
Solaris 2.xx hebt, dan is er geen printcap-bestand. Dit geldt tevens 
voor op AT&T gebaseerde UNIX-systemen en voor vele op VMS 
gebaseerde TCP/IP-softwarepakketten (bijvoorbeeld, UCX, TGV 
Multinet, enz.). Op SCO-systemen is er wel een printcap-bestand, 
maar dat wordt automatisch geconfigureerd door de opdracht 
rlpconf. Dergelijke systemen maken doorgaans gebruik van een 
printerinstellingsprogramma voor het definiëren van de servicenaam 
(externe printer), de naam van de afdrukserver (externe machine) of 
het IP-adres en de naam van de locale wachtrij (spooldirectory). 
Raadpleeg de sectie die overeenkomt met de Unix-versie op uw 
systeem.
Linux configureren
Als u uw Linux-distributie niet wilt configureren met de methode waar 
u de opdracht achter de prompt typt, kunt u de toepassing Linux 
Printer System Manager op uw GUI gebruiken. Hiertoe gaat u als 
volgt te werk:
1
Klik in het scherm Linux Printer System Manager op 
Toevoegen.
2
U wordt nu gevraagd om te specificeren welk printertype u 
gebruikt; selecteer de optie voor de externe (lpd) wachtrij van 
Unix en klik op OK.
3
Nu moet u de naam van de externe host, de naam van de 
externe wachtrij en het te gebruiken invoerfilter specificeren.
4
De naam van de externe host is het IP-adres van de printer, of 
de naam in het hosts-bestand die overeenkomt met het IP-
adres van de printer.