Brother HL-5070N Guida Utente
PEER-TO-PEER (NETBIOS) AFDRUKKEN 4 - 8
YL4US_FAX2800MFC4800-FM5.5
Windows
®
95/98/Me
2
Klik op het tabblad Details en klik op Poort toevoegen. In het
dialoogvenster Poort toevoegen selecteert u het keuzerondje
Andere en vervolgens Brother NetBIOS-poort. Klik op OK en
voer de poortnaam in. De standaardnaam voor de poort is
BNT1. Als u deze naam reeds gebruikt hebt, wordt er een
foutmelding weergegeven als u probeert om de naam opnieuw
te gebruiken, in welk geval u BNT2, enz. dient te gebruiken.
Nadat u de poortnaam hebt gespecificeerd, klikt u op OK. Het
venster Eigenschappen poort wordt geopend. Voer de naam
in van de afdrukserver en poort in van de printer waarop u wilt
afdrukken en klik op OK. In de driver, onder Afdrukken naar de
volgende poort, staat nu de poort die u zojuist hebt gemaakt.
dialoogvenster Poort toevoegen selecteert u het keuzerondje
Andere en vervolgens Brother NetBIOS-poort. Klik op OK en
voer de poortnaam in. De standaardnaam voor de poort is
BNT1. Als u deze naam reeds gebruikt hebt, wordt er een
foutmelding weergegeven als u probeert om de naam opnieuw
te gebruiken, in welk geval u BNT2, enz. dient te gebruiken.
Nadat u de poortnaam hebt gespecificeerd, klikt u op OK. Het
venster Eigenschappen poort wordt geopend. Voer de naam
in van de afdrukserver en poort in van de printer waarop u wilt
afdrukken en klik op OK. In de driver, onder Afdrukken naar de
volgende poort, staat nu de poort die u zojuist hebt gemaakt.
Windows NT
®
4.0 /Windows
®
2000/XP
2
Klik op het tabblad Poort en klik op Poort toevoegen. In het
dialoogvenster Poort toevoegen selecteert u Brother
NetBIOS-poort. Klik op Nieuwe poort en voer de poortnaam
in. De standaardnaam voor de poort is BNT1. Als u deze naam
reeds gebruikt hebt, wordt er een foutmelding weergegeven als
u probeert om de naam opnieuw te gebruiken, in welk geval u
BNT2, enz. dient te gebruiken. Nadat u de poortnaam hebt
gespecificeerd, klikt u op OK. Het venster Eigenschappen
poort wordt geopend. Voer de naam in van de afdrukserver en
poort in van de printer waarop u wilt afdrukken en klik op OK. In
de driver, onder Afdrukken naar de volgende poort, staat nu
de poort die u zojuist hebt gemaakt.
dialoogvenster Poort toevoegen selecteert u Brother
NetBIOS-poort. Klik op Nieuwe poort en voer de poortnaam
in. De standaardnaam voor de poort is BNT1. Als u deze naam
reeds gebruikt hebt, wordt er een foutmelding weergegeven als
u probeert om de naam opnieuw te gebruiken, in welk geval u
BNT2, enz. dient te gebruiken. Nadat u de poortnaam hebt
gespecificeerd, klikt u op OK. Het venster Eigenschappen
poort wordt geopend. Voer de naam in van de afdrukserver en
poort in van de printer waarop u wilt afdrukken en klik op OK. In
de driver, onder Afdrukken naar de volgende poort, staat nu
de poort die u zojuist hebt gemaakt.
LAN Server/OS/2 Warp Server configureren
Brother-afdrukservers ondersteunen het SMB-protocol over TCP/IP
via een NetBIOS-interface, en werken derhalve met IBM LAN
Server- en OS/2 Warp Servernetwerken waar IBM TCP/IP V2.0 of
recenter op de bestandsserver geïnstalleerd is. Volg onderstaande
procedure voor het configureren van het werkstation voor LAN
Server, OS/2 Warp Server of OS/2 Warp.
via een NetBIOS-interface, en werken derhalve met IBM LAN
Server- en OS/2 Warp Servernetwerken waar IBM TCP/IP V2.0 of
recenter op de bestandsserver geïnstalleerd is. Volg onderstaande
procedure voor het configureren van het werkstation voor LAN
Server, OS/2 Warp Server of OS/2 Warp.