Samsung SMART CAMERA NX300 Manuale Utente
Opnamefuncties
102
102
Opnamefuncties
Opnamefuncties
De camera stelt automatisch de belichting in aan de hand van de
gemeten lichtniveaus van de compositie van het beeld en de positie
van het onderwerp. Als de belichting die de camera instelt hoger of lager
is dan u verwacht, kunt u de belichting handmatig aanpassen.
De belichtingswaarde is met ±3 EV-stappen (stops) in te stellen. De camera
geeft de belichtingswaarschuwing in rood weer voor elke stap meer dan
±3 EV.
gemeten lichtniveaus van de compositie van het beeld en de positie
van het onderwerp. Als de belichting die de camera instelt hoger of lager
is dan u verwacht, kunt u de belichting handmatig aanpassen.
De belichtingswaarde is met ±3 EV-stappen (stops) in te stellen. De camera
geeft de belichtingswaarschuwing in rood weer voor elke stap meer dan
±3 EV.
Houd [
W] ingedrukt en draai het instelwieltje om de belichtingswaarde
in te stellen. U kunt de belichtingswaarde ook aanpassen door op [
f] te
drukken en EV te selecteren.
U kunt de belichtingswaarde controleren aan de hand van de positie van
de belichtingsniveau-indicator.
de belichtingsniveau-indicator.
Belichtingsniveau-
indicator
indicator
Toegenomen belichting
(helderder)
(helderder)
Afgenomen belichting
(donkerder)
Belichtingswaarschuwing
Standaardbelichtingsindicator
-2
Origineel
+2
Belichtingscompensatie