Renkforce DMX LED effect light No. of LEDs: 6 SS-TE-001 TE-001 Scheda Tecnica
Codici prodotto
TE-001
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de
registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van
uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen.
© Copyright 2015 by Conrad Electronic SE.
© Copyright 2015 by Conrad Electronic SE.
V2_0315_02/VTP
• Verbind de DMX-ingang DMX IN met de uitgang van de DMX-controller.
• Gebruik hiervoor een afgeschermde XLR-kabel. De controller moet over 7 vrije besturingskana-
• Gebruik hiervoor een afgeschermde XLR-kabel. De controller moet over 7 vrije besturingskana-
len beschikken.
• Verbind de DMX-uitgang DMX OUT met de DMX-ingang DMX IN van het volgende apparaat.
Mocht het lichteffect het laatste of enige apparaat in de DMX-serie zijn, steek hier dan een
steker met een afsluitweerstand van 120 Ohm/0,25 W in (tussen pin2 en pin3).
Pinbezetting van de DMX-aansluiting: Pin1 = Massa / Pin2 = (-) / Pin3 = (+)
Verbind nooit de massaleiding met de behuizingsmassa van het lichteffect, omdat
anders storingen veroorzaakt door massalussen kunnen optreden in de signaalover-
dracht.
Bedrijfsmodi
Keuze van de bedrijfsmodus
De effectspot kan via de ingebouwde sound-to-light-besturing, de ingebouwde controller of via
een externe DMX-controller worden bestuurd.
De bedrijfsmodus wordt ingesteld met behulp van de vier toetsen onder de display.
• Druk op de MENU-toets om de bedrijfsmodus te kiezen.
• Stel met de UP/DOWN-toets de gewenste parameters in.
• Sluit de instelling af door op de ENTER-toets te drukken.
• Hiervoor zijn de volgende bedrijfsmodi beschikbaar:
Displayaanduiding Bedrijfsmodus
A001-A511
De bedrijfsmodus wordt ingesteld met behulp van de vier toetsen onder de display.
• Druk op de MENU-toets om de bedrijfsmodus te kiezen.
• Stel met de UP/DOWN-toets de gewenste parameters in.
• Sluit de instelling af door op de ENTER-toets te drukken.
• Hiervoor zijn de volgende bedrijfsmodi beschikbaar:
Displayaanduiding Bedrijfsmodus
A001-A511
DMX-bedrijf
A1_1-A1_9
auto: rood effect (1-9 = langzaam > snel)
A2_1-A2_9
auto: groen effect (1-9 = langzaam > snel)
A3_1-A3_9
auto: blauw effect (1-9 = langzaam > snel)
A4_1-A4_9
auto: rgb-kleurwisseleffect (1-9 = langzaam > snel)
A5_1-A5_9
auto: kleurwisseleffect (1-9 = langzaam > snel)
A6_1-A6_9
Auto: kleurwisseleffect met fade (1-9 = langzaam > snel)
A7_1-A7_9
auto: strobe-effect (1-9 = langzaam > snel)
S1_1-S120
sound-to-light-bedrijfsmodus 1 (knippereffect)
S1_1-S120
sound-to-light-bedrijfsmodus 2 (kleurwisseleffect)
In het sound-to-light-bedrijf worden geen parameters ingesteld. In de display worden
de afzonderlijke stappen van het programma (1-20) weergegeven.
DMX-bedrijf
Druk op de MENU-toets, tot Axxx wordt weergegeven (xxx staat voor het startadres).
• Kies het DMX-startadres met de UP- resp. DOWN-toets en bevestig de keuze met de ENTER-
• Kies het DMX-startadres met de UP- resp. DOWN-toets en bevestig de keuze met de ENTER-
toets. Voor het startadres kunnen waarden van 001 tot 511 worden ingesteld.
Elk DMX-apparaat in een DMX-serie heeft een zogenaamd startadres nodig, om een-
duidig door de controller aangestuurd te kunnen worden. Het startadres bepaalt het
eerste DMX-kanaal, het tweede DMX-kanaal is het kanaal, dat op het startadres volgt,
enz.
Het volgende overzicht verklaart de besturingsmogelijkheden van de afzonderlijke DMX-kanalen.
DMX-kanaal DMX-waarde Functie
DMX-kanaal DMX-waarde Functie
1
0-255
totale helderheid
2
0-255
helderheid rood
3
0-255
helderheid groen
4
0-255
helderheid blauw
5
0-9
geen knippereffect
10-255
knippereffect met afnemende knipperfrequentie
6
0-5
motor staat stil
6-127
instelling van de motorstand
128-255
automatische motorbeweging met oplopende snelheid
7
0-9
handmatige bedrijfsmodus (besturing via de DMX-kanalen 1-6)
10-72
kleurwisseleffect met fade (motorbeweging langzaam > snel)
73-134
kleurwisseleffect (motorbeweging langzaam > snel)
135-197
rgb-kleurwisseleffect (motorbeweging langzaam > snel)
198-220
sound-to-light-bedrijfsmodus 1 (knippereffect)
221-255
sound-to-light-bedrijfsmodus 2 (kleurwisseleffect)
master-slave-bedrijf
In het master-slave-bedrijf worden alle apparaten uit een serie (slave-apparaten) door de inge-
bouwde controller van het eerste apparaat (master-apparaat) bestuurd.
• Verbind de DMX-uitgang DMX OUT van het master-apparaat met de DMX-ingang DMX IN van
• Verbind de DMX-uitgang DMX OUT van het master-apparaat met de DMX-ingang DMX IN van
het eerste slave-apparaat. Verbind vervolgens de DMX-uitgang DMX OUT van het eerste slave-
apparaat met de DMX-ingang DMX IN van het tweede slave-apparaat. Ga met alle slave-appa-
raten analoog te werk.
• Steek een XLR-steker met afsluitweerstand in de DMX-uitgang DMX OUT van het laatste slave-
apparaat (zoals beschreven onder “Aansluiting van een DMX-controller”).
• Stel op het master-apparaat het automatische bedrijf of het sound-to-light-bedrijf in en kies in
deze bedrijfsmodus het gewenste effect (zie “Keuze van de bedrijfsmodus”).
• Stel op de slave-apparaten het DMX-bedrijf met het DMX-adres 001 in (zie “Keuze van de be-
drijfsmodus”).
Aansluiting op het elektriciteitsnet
De contactdoos waarop het lichteffect wordt aangesloten, moet zich in de nabijheid
van het apparaat bevinden en gemakkelijk bereikbaar zijn zodat het apparaat in geval
van storingen snel en zonder gevaren van de netspanning kan worden gescheiden.
van storingen snel en zonder gevaren van de netspanning kan worden gescheiden.
Wees voorzichtig bij het hanteren van netsnoeren en netaansluitingen. Netspanning
kan levensgevaarlijke elektrische schokken veroorzaken.
kan levensgevaarlijke elektrische schokken veroorzaken.
Laat kabels niet zonder toezicht rondslingeren. Deze dienen op deskundige wijze ge-
legd te worden om gevaar voor ongevallen te voorkomen.
legd te worden om gevaar voor ongevallen te voorkomen.
Let er voorafgaand aan het insteken van de netstekker op, of de op het lichteffect
aangegeven apparaatspanning overeenkomt met de beschikbare netspanning. Als de
gegevens niet overeenkomen met de beschikbare netspanning, kunt u het apparaat
niet aansluiten. Bij een foutieve voedingsspanning kan er onherstelbare schade aan
het apparaat en voor de gebruiker ontstaan.
aangegeven apparaatspanning overeenkomt met de beschikbare netspanning. Als de
gegevens niet overeenkomen met de beschikbare netspanning, kunt u het apparaat
niet aansluiten. Bij een foutieve voedingsspanning kan er onherstelbare schade aan
het apparaat en voor de gebruiker ontstaan.
• Steek de netstekker van het netsnoer in een wandcontactdoos.
• Zodra de effectspot op de netspanning wordt aangesloten, begint de werking.
• Zodra de effectspot op de netspanning wordt aangesloten, begint de werking.
Onderhoud
Controleer regelmatig de technische veiligheid van de effectspot, bijv. op beschadiging van het
netsnoer en de behuizing.
Indien vermoed wordt dat een veilige werking niet meer mogelijk is, dient het apparaat buiten
Indien vermoed wordt dat een veilige werking niet meer mogelijk is, dient het apparaat buiten
werking te worden gesteld en tegen accidenteel gebruik te worden geborgd. Haal de netstekker
uit de contactdoos!
Schoonmaken
De buitenkant van het lichteffect mag alleen met een zachte, droge doek of borstel worden ge-
reinigd.
Gebruik in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplossingen, omdat deze
Gebruik in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplossingen, omdat deze
het oppervlak van de behuizing kunnen beschadigen.
Vervangen van de zekering
Wanneer er een zekering vervangen moet worden, moet erop worden gelet dat alleen zekeringen
van het aangegeven type en met de aangegeven nominale stroomsterkte (zie “Technische gege-
vens”) worden gebruikt.
Het repareren van zekeringen of het overbruggen van de zekeringhouder is niet toege-
staan.
• Haal de netstekker uit de contactdoos.
• Draai met een geschikte schroevendraaier de zekeringhouder FUSE naast de netaansluiting
• Draai met een geschikte schroevendraaier de zekeringhouder FUSE naast de netaansluiting
voorzichtig eruit.
• Verwijder de defecte zekering en vervang deze door een nieuwe zekering van het vermelde
type.
• Draai nu de zekeringhouder met de nieuwe zekering weer voorzichtig in de zekeringhouder op
het apparaat.
• Sluit het apparaat daarna pas weer aan op de netspanning en neem het in gebruik.
Afvoer
Elektronische apparaten bevatten herbruikbare materialen en mogen niet bij het huis-
houdelijk afval!
Verwijder het product aan het einde van zijn levensduur conform de geldende wet-
telijke bepalingen.
Technische gegevens
Bedrijfsspanning ..........................................90-240 V/50 Hz
Zekering .........................................................F5AL/250 V (5x20 mm)
Opgenomen vermogen ................................18 W max.
Bedrijfsmodi ..................................................DMX / Auto / Sound-to-Light / Master-Slave
LED’s ...............................................................6 x 3 W
DMX-protocol ...............................................DMX 512
DMX-kanalen ................................................7
Afmetingen ....................................................185 x 185 x 155 mm
Gewicht..........................................................585 g
Zekering .........................................................F5AL/250 V (5x20 mm)
Opgenomen vermogen ................................18 W max.
Bedrijfsmodi ..................................................DMX / Auto / Sound-to-Light / Master-Slave
LED’s ...............................................................6 x 3 W
DMX-protocol ...............................................DMX 512
DMX-kanalen ................................................7
Afmetingen ....................................................185 x 185 x 155 mm
Gewicht..........................................................585 g