Arnold Rak 80 m Heating Cable / Set 6109-15 Scheda Tecnica

Codici prodotto
Set 6109-15
Pagina di 11
A. Leggen als vloerverwarming in ruimtes binnenshuis
A. 1. Aanwijzingen voor de vloeropbouw
Wij  raden  aan  altijd  de  gebruiksaanwijzing  van  de  fabrikant  van  de  gebruikte  bouwstoffen  (kleefstoffen, 
egalisatiemassa,  afdichtmassa,  enz.)  in  acht  te  nemen. In  het  algemeen  mogen  enkel  flexibele 
tegelkleefstoffen, egalisatiemassa's enz. gebruikt worden die voor vloerverwarming geschikt zijn. 
De vloeropbouw over de verwarmingskabel heen moet indien mogelijk een kleine warmtedoorlaatweerstand 
hebben.
Om  warmte-  of  energieverlies  in  de  ondervloer  te  vermijden  en  zo  een  optimale  opwarming  van  de 
vloerbedekking  te  garanderen,  moet  de  voorhanden  isolatie  tussen  vloerplaat  en  verwarmingskabel 
beantwoorden aan de stand van de techniek.
Om  een  optimale  verbinding  met  de  ondervloer  te  maken,  raden  wij  aan  voor  het  leggen  van  de 
verwarmingskabel een grondlaag aan te brengen.
Productadviezen:
Hieronder  hebben  wij  voorstellen  gedaan  met  betrekking  tot  producten  van  de  fabrikant  PCI  Augsburg 
GmbH,  Piccardstraße  11,  86159  Augsburg.  Deze  zijn  als  voorbeeld  bedoeld.  Uiteraard  kunnen  ook 
soortgelijke producten van andere fabrikanten (bijv. Ardex, Knauf, etc.) worden gebruikt. Houd u echter altijd 
aan de instructies van de betreffende fabrikant. 
§
Plavuizen en vloerkeramiek op dekvloer leggen:
Breng het kleefmiddel (bijv. „PCI-flexmortel" met een getand 6 mm plamuurmes) op de dekvloer op. 
Bed  de  verwarmingselementen  in  de  flexmortel  in  (verwarmingskabels  naar  beneden).  Breng 
opnieuw flexmortel op (getand 10 mm plamuurmes). Leg de plavuizen of de vloerkeramiek erop.
§
Natuursteenwerk op dekvloer leggen:
Als boven, maar wij adviseren hier als kleefmiddel bijv. PCI-Carraflex.
§
Zachte bedekkingen als tapijtvloer, PVC, parket, etc. op dekvloer leggen:
Breng het kleefmiddel (bijv. „PCI-flexmortel" met een getand 6 mm plamuurmes) op de dekvloer op. 
Bed de verwarmingselementen in de flexmortel in (verwarmingskabels naar beneden). Breng na het 
uitharden  een  universele  plamuurpasta  als  PCI-USP32  in  een  laagdikte  van  min.  5  mm  op.  Na  het 
uitharden  kunnen  vervolgens  de  verschillende  zachte  bedekkingen  worden  vastgelijmd 
(textielbeleglijm  PCI-TKL315,  PVC-beleglijm  PCI-PKL324,  linoleumlijm  PCI-LKL334,  kurkcontactlijm 
PCI-KKL347, parketlijm PCI-PAR354, etc.). 
§
Als de vloer vanwege oneffenheden moet worden geëgaliseerd, dan adviseren wij:
de licht verlopende horizontale laag voor dekvloeren „PCI-periplan“, in een laag van 4-5 mm. Daarna 
met PCI-flexmortel leggen (z.o.).
§
Voor het voegwerk van plavuizen en vloerkeramiek adviseren wij:
„PCI-Flexfuge“. Wandaansluitings- en expansievoegen worden vervolgens met „PCI-Silcoferm-S“ 
elastisch afgedekt.
§
Voor het voegwerk van natuursteen adviseren wij:
„PCI-Carrafug“ of „PCI-Carrafern“.
§
Voorbehandeling bij het leggen op planken vloeren als ondergrond:
Verwijder  stof  en  vuil,  dek  de  plankenvoegen  af  met  „PCI-Adaptol",  breng  hechtgrondlaag  „PCI-
Flächengrund-404" op, breng na droging vereffeningspasta „PCI-Periplan" op, ga na het uitharden op 
de  boven  beschreven  manier  verder  met  de  bedekking.  De  platte  verwarmingselementen mogen in 
geen geval boven de dilatatievoegen worden gelegd.
§
Voorbehandeling bij het leggen op houten spaanplaten als ondergrond:
Verwijder  stof  en  vuil,  grondeer  met  behulp  van  „PCI-Wadian"  en  laat  het  drogen.  Ga  daarna, 
afhankelijk  van  de  bedekking,  op  de  boven  beschreven  manier  verder.  De  houten  spaanplaten 
moeten minstens 25 mm dik zijn en met een max. schroefafstand van 40 cm op de onderconstructie 
zijn bevestigd. 
De platte verwarmingselementen mogen in geen geval boven de dilatatievoegen worden gelegd.