Arnold Rak 80 m Heating Cable / Set 6109-15 Scheda Tecnica
Codici prodotto
Set 6109-15
A. 2. Het leggen
De ondergrond moet vast, vormvast, schoon, stabiel en vrij van barsten en voor hechting slechte stoffen zijn.
Barsten moeten vooraf vakkundig worden gedicht. Bij nieuwe vloertegels (cement of anhydriet) moet er
worden gelet op de rijpheid van de bedekking. Deze moeten ev. worden geslepen, uitgehoond en
gegrondeerd. Houd u altijd aan de instructies van de betreffende fabrikant.
Barsten moeten vooraf vakkundig worden gedicht. Bij nieuwe vloertegels (cement of anhydriet) moet er
worden gelet op de rijpheid van de bedekking. Deze moeten ev. worden geslepen, uitgehoond en
gegrondeerd. Houd u altijd aan de instructies van de betreffende fabrikant.
1. In de grondverf zetten (optioneel)
a) De te gronden oppervlakte moet volledig droog, egaal en vetvrij zijn.
b) Na het aanbrengen van de grondlaag de vloer niet meer betreden en de grondlaag volledig laten
b) Na het aanbrengen van de grondlaag de vloer niet meer betreden en de grondlaag volledig laten
drogen.
2. Opmeten
a) Bereken de oppervlakte van de te verwarmen oppervlakte in vierkante meter.
b) Lees aan de hand van de volgende maattabellen de nodige legafstand
b) Lees aan de hand van de volgende maattabellen de nodige legafstand
van de verwarmingskabel af.
c) Markeer het uitgangspunt (verbindingsmof tussen aansluitkabel en
verwarmingskabel). Die mag niet meer dan 2,5 m van de stroomaansluiting
verwijderd zijn.
verwijderd zijn.
d) Markeer de buitenste hoek van de te verwarmen oppervlakte.
Hou daarbij in ieder geval een afstand tot de muur van minstens 50 mm
aan. De minimale afstand tot de geleidende onderdelen (bijvoorbeeld
waterleidingen) moet minstens 30 mm bedragen. Nadat u de hoeken
met elkaar verbonden hebt, is de omtrek van de te verwarmen oppervlakte
zichtbaar.
aan. De minimale afstand tot de geleidende onderdelen (bijvoorbeeld
waterleidingen) moet minstens 30 mm bedragen. Nadat u de hoeken
met elkaar verbonden hebt, is de omtrek van de te verwarmen oppervlakte
zichtbaar.
e) Markeer nu de tussenafstanden van de verwarmingskabel volgens de waarden
uit de maattabellen en let op de minimale legafstand.
f) Niet vergeten: schets het verloop van de verwarmingskabel op de bijgaande garantiekaart.
3. Leggen van de verwarmingskabel
a) Nadat de markeerwerkzaamheden afgesloten zijn, begint u nu met het leggen van de
verwarmingskabel. Het vastzetten van de kabel gebeurt met een dubbelzijdige kleefband (bijv.
tesafix®, Art. 04934 textieltape 25 mm breed).
tesafix®, Art. 04934 textieltape 25 mm breed).
b) Zet de verbindingsmof vast op het gemarkeerde uitgangspunt. Bevestig de tape langs alle
markeringspunten.
c) Leg nu de verwarmingskabel parallel verlopend tot aan het eindpunt in de ruimte. Gebruik de
markeringspunten als keerpunten en zet hier de verwarmingskabel door licht aandrukken vast op de
tape.
d) Gelieve op het volgende te letten: de verwarmingskabels moeten zover uit elkaar liggen dat er
minimaal 5
minimaal 5
cm tussen zit. Ze mogen niet gekruist worden.
e) Wanneer de verwarmingskabel zoals gewenst ligt, bevestigt u het langs de totale lengte met tape aan
de ondervloer.
de ondervloer.
f)
De aansluitkabel moet langs de zijkant van de verwarmingskabel voorbij geleid worden tot aan de
aansluitdoos respectievelijk direct tot aan de thermostaatregelaar. Er kunnen meerdere
verwarmingskabels samen (elektrisch parallel zoals meerdere lampen in een armatuur) aan een
thermostaatregelaar aangesloten worden. Hier bevelen wij aan een aansluitdoos te gebruiken. De
aansluitkabels mogen niet gekruist worden.
verwarmingskabels samen (elektrisch parallel zoals meerdere lampen in een armatuur) aan een
thermostaatregelaar aangesloten worden. Hier bevelen wij aan een aansluitdoos te gebruiken. De
aansluitkabels mogen niet gekruist worden.
g) Eventueel moet voor de aansluitkabel een kuil uit de ondervloer gebeiteld worden om een afdekking
te krijgen die gelijk ligt met de vloer.
Legvoorbeelden: