Xerox 2101 ST Digital Copier/Printer ユーザーガイド

ページ / 464
6.6 Bestanden afdrukken
252
Se
rv
e
r
(2)De bestanden selecteren die moeten worden afgedrukt.
3
Met de aantaltoetsen het gewenste aantal kopieën invoeren
en vervolgens Start indrukken op het bedieningspaneel.
Het scherm Bestand afdrukken wordt weergegeven.
4
Het gewenste afdruktype selecteren.
De instelling hier heeft een hogere prioriteit dan die bij het opslaan van het
bestand, maar wordt niet opgeslagen.
Bij nieten/voorboren:
U kunt nieten of voorboren instellen. Als het geselecteerde bestand is
geprogrammeerd met de toepassing nieten/voorboren, heeft deze instelling een
hogere prioriteit dan de instellingen voor nieten/voorboren die op
bestandsniveau zijn ingesteld.
(1)Afwerking toevoegen selecteren.
Het scherm Afwerking toevoegen verschijnt.
(2)Niet- of boorpositie selecteren.
Voor boren kan alleen een enkele positie (richting portret) worden opgegeven.
Wanneer de afwerkeenheid is 
geïnstalleerd, worden 
samengevoegde kopiebestanden 
afgedrukt en afgeleverd in de 
afdrukkenopvangbak van de 
afwerkeenheid. Indien een 
kopiebestand echter 
scheidingsvellen voor transparanten 
bevat of andere pagina’s die niet 
naar de afwerkopvangbak kunnen 
worden verzonden, wordt het 
automatisch afgeleverd bij de 
opvangbak.
De instelling voor nieten/voorboren 
geeft een positie op het afdrukpapier 
aan. De positie instellen voor een 
bestand dat met de beeldzijde 
omlaag wordt afgeleverd.
Voor een controle van de 
beeldpositie na nieten/voorboren 
wordt aanbevolen de resultaten te 
controleren via  Eerste pagina 
afdrukken
.
Indien de toepassing Vouwen of 
Katern maken is geprogrammeerd 
voor de bestanden, kunt u 
Afwerking toevoegen niet 
selecteren.