Reely 4WD ARR DC-01F データシート

製品コード
DC-01F
ページ / 108
90
Het motorritsel en het hoofdtandwiel moeten nu zonder speling in elkaar grijpen. Dit is echter voor de levensduur van 
de tandwielen niet optimaal!
Plaats een stukje dun papier (max. 80 g-papier!) tussen het motorrondsel en hoofdtandwiel. Draai het hoofdtandwiel 
zodat het stukje papier tussen beide tandwielen wordt getrokken. 
Door de druk van het papier wordt de elektromotor zo ver als nodig teruggeduwd. 
Draai nu in deze positie de bevestigingsschroeven van de motor weer vast.
Als u vervolgens het hoofdtandwiel terugdraait om het strookje papier weer weg te nemen, is tussen beide tandwielen 
de noodzakelijke afstand ingesteld.
  In het ideale geval staat het motorritsel zo dicht mogelijk bij het hoofdtandwiel, zonder dat de tanden raken 
en de tandwielen daardoor strak lopen.
 
Indien de tandwielen (motorritsel en hoofdtandwiel) te ver van elkaar staan, dan worden al na enkele se-
conden rijden de tanden van het hoofdwiel en het motorritsel gewoon weggefreesd - verlies van garantie/
waarborg!
 
Als het motorritsel daarentegen tegen het hoofdtandwiel drukt (de tandwielen lopen spelingvrij), dan leidt dit 
tot vermogensverlies, een hoger stroomverbruik (de motor heeft al veel kracht nodig om het hoofdtandwiel 
te draaien) en voortijdige slijtage van het hoofdtandwiel. 
c) Rijregelaar en ontvanger inbouwen
De rijregelaar moet tussen de motor en stuurservo worden geplaatst om een diep zwaartepunt van het voertuig te 
bereiken. Bevestig de rijregelaar vb. met behulp van dubbelzijdige kleefband op het chassis. 
De aan-/uitschakelaar van de rijregelaar moet op een geschikte plaats worden gemonteerd waar hij makkelijk be-
reikbaar is. Naargelang het type van aan-/uitschakelaar kan deze eveneens moet dubbelzijdige kleefband aan het 
chassis worden bevestigd.
Verbind de uitgangskabels van de rijregelaar met de motor. Neem steeds de gebruiksaanwijzing van het door u 
gebruikte rijregelaar of motor in acht. 
De ontvanger kan op het chassis tussen rijregelaar en stuurservo worden gemonteerd of u plaatst hem op de stuur-
servo. Om vast te moet een stuk dubbelzijdig kleefband worden gebruikt, zoals reeds bij de rijregelaar. 
Sluit de kabel van stuurservo en rijregelaar aan het juiste kanaal van de ontvanger aan. Let op de juiste polariteit van 
de stekker in de ontvanger.
Maak alle kabels met kabelbinders vast zodat deze mooi worden aangelegd en niet in de aandrijving (tandwielen of 
tandriemen) of de stuurmechaniek kunnen raken. Let bovendien op dat een op de rijregelaar gemonteerde ventilator 
(indien aanwezig) niet in zijn functie wordt gehinderd.
Om storingen en ontvangstproblemen te vermijden, mag de kabel van de ontvangerantenne niet met andere kabels 
worden samengebonden. Dit geldt ook voor de kabels van de stuurservo/rijregelaar. Bundel ze niet met de kabels 
tussen rijregelaar en motor samen.