Cisco Cisco Aironet 1552H Outdoor Access Point 설치 가이드
2-12
Installatiegids voor de Cisco Aironet 1550-serie voor gevaarlijke locaties
Hoofdstuk 2 Het access point installeren
Installatierichtlijnen
•
Gegevenssnelheden: gevoeligheid en bereik zijn omgekeerd evenredig aan databitsnelheden.
Het maximale radiobereik wordt behaald bij de laagst werkbare gegevenssnelheid. Er ontstaat een
vermindering van de ontvangstgevoeligheid wanneer de radiogegevenssnelheid toeneemt.
Het maximale radiobereik wordt behaald bij de laagst werkbare gegevenssnelheid. Er ontstaat een
vermindering van de ontvangstgevoeligheid wanneer de radiogegevenssnelheid toeneemt.
•
Type en plaatsing van antenne: correcte antenneconfiguratie is een essentiële factor bij optimalisatie
van het radiobereik. Over het algemeen neemt het bereik toe overeenkomstig de hoogte van de antenne.
U moet echter de antenne niet hoger plaatsen dan noodzakelijk is, omdat de extra hoogte leidt tot
mogelijke storing door andere radiosystemen zonder licentie en tot vermindering van de draadloze
dekking vanaf de grond.
van het radiobereik. Over het algemeen neemt het bereik toe overeenkomstig de hoogte van de antenne.
U moet echter de antenne niet hoger plaatsen dan noodzakelijk is, omdat de extra hoogte leidt tot
mogelijke storing door andere radiosystemen zonder licentie en tot vermindering van de draadloze
dekking vanaf de grond.
•
Fysieke omgeving: in open gebieden is er een beter radiobereik dan in besloten, bebouwde of begroeide
gebieden.
gebieden.
•
Blokkades: fysieke blokkades zoals gebouwen, bomen of heuvels kunnen de prestaties van draadloze
apparaten belemmeren. Vermijd dat u apparaten plaatst op een locatie waar een blokkade is tussen de
uitzend- en ontvangstantenne.
apparaten belemmeren. Vermijd dat u apparaten plaatst op een locatie waar een blokkade is tussen de
uitzend- en ontvangstantenne.
Voordat u de installatie start
Voordat u het installatieproces start:
•
Controleert u of het locatieonderzoek is uitgevoerd.
•
Controleert u of uw netwerkapparaten operationeel zijn en correct zijn geconfigureerd.
•
Controleert u of uw controllers zijn aangesloten op switchtrunkpoorten.
•
Controleert u of uw switch is geconfigureerd met toegangspoorten zonder label voor aansluiting op
uw access points.
uw access points.
•
Controleert u of een DHCP-server waar Option 43 is geconfigureerd bereikbaar is voor access points
of configureert u de controllergegevens handmatig in het access point (voor extra informatie
raadpleegt u de
of configureert u de controllergegevens handmatig in het access point (voor extra informatie
raadpleegt u de
).
•
Moet u vertrouwd raken met de installatieonderdelen van het access point (zie de
Vertrouwd raken met de installatieonderdelen van het access point
Het access point is bedoeld om geïnstalleerd te worden in een buitenomgeving, zoals op een overhangend
dak van een groot gebouw of op een lantaarnpaal. Bekijk de volgende afbeeldingen zorgvuldig om bekend
te raken met de systeemonderdelen, connectors, leds, kabels, onderlinge systeemverbindingen en aarding:
dak van een groot gebouw of op een lantaarnpaal. Bekijk de volgende afbeeldingen zorgvuldig om bekend
te raken met de systeemonderdelen, connectors, leds, kabels, onderlinge systeemverbindingen en aarding:
•
Onderdelen in een gangbare access point-installatie (zie
•
Paalmontage (zie
Opmerking
In de illustraties in dit document worden alle beschikbare aansluitingen voor het access point weergegeven.
Ongebruikte aansluitingen worden afgedekt met een connectorplug om ervoor te zorgen dat het access
point waterdicht blijft. Er worden waterdichte adapters geleverd voor connectoropeningen. Deze kunnen
voor of na het installeren van het access point worden geplaatst.
Ongebruikte aansluitingen worden afgedekt met een connectorplug om ervoor te zorgen dat het access
point waterdicht blijft. Er worden waterdichte adapters geleverd voor connectoropeningen. Deze kunnen
voor of na het installeren van het access point worden geplaatst.