Arcam DT91 Manual Do Utilizador

DT91
NL-6

DT91
NL-7

Zorg ervoor dat de DT91 in FM-modus is ingesteld (dit door de DAB/FM knop in te drukken tot ‘FM’ op 
het display wordt weergegeven).
Er zijn twee manieren om naar zenders in FM-modus te zoeken. Indien u de zendfrequentie van het 
station kent, gebruik de roteerknop op het voorpaneel tot de gewenste frequentie wordt weergegeven. 
Normaalgezien hoort u nu de gewenste zender. Kent u de frequentie van de gewenste zender niet, druk 
dan de 

4

 of 

3

 knoppen op de afstandsbediening voor een alternatieve manier van zoeken; na een 

vertraging van een seconde, start de DT91 met het zoekproces naar de volgende aanwezige zender. De 
DT91 stopt met zoeken als deze een zender met een sterk genoeg signaal vindt, speelt de gevonden 
zender en toont de gegevens van het radiostation.
Indien u geen zenders kan ontvangen, dan is het signaal van uw antenne onvoldoende. Neem in dat 
geval contact op met uw Arcam-verdeler voor verdere informatie of advies.

In sommige gebieden met een zwak signaal kan het helpen om mono-uitvoer voor de FM-tuner af 
te dwingen, omdat mono een veel lagere signaalsterkte nodig heeft om acceptabele resultaten te 
produceren. Druk op 

, dan gebruik maken van de controle knop tot ‘Mono’ op het display wordt 

gegeven. Als de signaalsterkte in uw gebied goed is, behoudt u de instelling ‘Stereo’.

Vooringestelde zenders zijn zowel in DAB als in FM beschikbaar. Een maximum van 16 zenders kan 
worden opgeslagen als voorinstellingen.
Selecteer eerst de zender die u een voorinstelling wenst toe te wijzen. Druk 

 of 

, 

druk dan de gewenste voorsinstellingsknop om de zender op te slaan.

Om een voorinstelling tussen 1 en 8 te selecteren, druk de overeenkomstige knop. Om een voorinstelling 
tussen 9 en 16 te selecteren, hou de overeenkomstige knop gedurende twee seconden ingedrukt.

De onderste lijn van het display kan verschillende modi weergeven: programma type, frequentie van de 
zender, dynamische strook (doorlopende tekst), data waarden (toont zender data-snelheid en stereo/
mono modus) en signaalsterkte (een grafische balk). Druk 

 op het frontpaneel of 

 op 

de afstandsbediening om deze verschillende display-opties te doorlopen. 
N.B.: display-modi voor DAB en FM zijn onafhankelijk van elkaar ingesteld.

Het programma type is een korte beschrijving van het soort programma dat wordt uitgezonden, en 
(indien geselecteerd) wordt weergegeven onder de naam van de zender.

De zendfrequentie instelling toont de naam van de zender (indien beschikbaar) samen met de frequentie 
waarop deze zender wordt uitgezonden. Dit kan handig zijn in gebieden waar een zelfde zender op 
verschillende frequenties kan worden uitgezonden, en zo te verzekeren dat de juiste transmissie van de 
zender wordt geselecteerd.

Dit is een blok van 128 karakters met doorlopende tekst dat door de meeste zenders wordt gebruikt om 
programma-informatie weer te geven (zoals titels, handige telefoonnummers en website-adressen).

De instelling voor de data-snelheid maakt het mogelijk om de data-snelheid van een zender te zien in 
combinatie met de MPEG-modus. De data-snelheid wordt weergegeven in kbits/seconde en een hogere 
data-snelheid geeft een betere audio-kwaliteit aan. De DT91 ondersteunt een maximale data-snelheid 
van 224kbps, maar de meeste zenders worden uitgezonden aan een snelheid van 128kbps of minder. De 
MPEG modus van een zender geeft aan of een zender in stereo of mono wordt uitgezonden.

De meter voor de signaalsterkte is een eenvoudige grafische balk dat een snelle visuele indicatie geeft van 
de ontvangstkwaliteit. Bij DAB transmissies gaat het om een omgekeerde meting van de Viterbi foutwaarde, 
waarbij een nul foutwaarde een volledige balk aangeeft (alle segmenten van de balk zijn verlicht) en een 
500 fouten/seconde waarde, geen balk toont (geen enkel segment van de balk wordt verlicht). Bij FM 
transmissies geeft de grafische balk een eenvoudige analoge meting van de signaalsterkte weer.

Bepaalde zenders kunnen één of meerdere secundaire diensten aanbieden. Deze hebben vaak een 
tijdelijk karakter; sportevenementen zoals bijvoorbeeld voetbalmatchen kunnen als een secundaire 
dienst worden uitgezonden. Zenders die secundaire diensten aanbieden worden aangegeven met een ‘>’ 
symbool. Deze secundaire diensten kunnen worden onthuld door de roteerbare keuzeknop kloksgewijs te 
draaien. De secundaire diensten zelf worden aangegeven door een ‘

’ symbool.

Men dient eerst een hoofdzender te selecteren om te zien of er secundaire diensten worden aangeboden. 
Enkel een hoofdzender kan worden geprogrammeerd onder een voorinstelling.