Cisco Cisco Unified Communications Manager Assistant for Unified CM 7.1 Guia De Referência

Página de 2
Referentiekaart
Voor managers
Cisco IP Manager Assistant
Welke Cisco IPMA-modus gebruikt u?
Cisco IPMA gebruiken in de modus voor 
een gedeelde lijn 
Cisco IPMA gebruiken in de modus voor 
een hulplijn 
Meer informatie
 
Uw systeembeheerder heeft Cisco IP Manager 
Assistant ingesteld op een van de volgende twee 
modi: de modus voor een gedeelde lijn of voor een 
hulplijn. In de modus voor een gedeelde lijn gebruikt uw 
assistent een gedeeld telefoonnummer (gedeelde lijn) om 
uw gesprekken af te handelen. In de modus voor een 
hulplijn gebruikt uw assistent een ander nummer 
(andere lijn) als hulplijn om uw gesprekken af te 
handelen.
In dit document wordt uitgelegd hoe u kunt zien welke 
Cisco IPMA-modus u gebruikt, en wordt een overzicht 
gegeven van de functies die in de verschillende modi op 
uw telefoon beschikbaar zijn.
Welke Cisco IPMA-modus 
gebruikt u?
Als u wilt weten welke modus van Cisco IP Manager 
Assistant u gebruikt op uw telefoon, kijkt u naar het 
Cisco IPMA-statusvenster linksonder in het 
LCD-scherm.
Als in het statusvenster van het LCD-scherm één 
pictogram wordt weergegeven (een klok of een 
doorgekruiste klok), gebruikt u Cisco IPMA in 
de modus voor een gedeelde lijn.
Als er meerdere pictogrammen in het statusvenster van 
het LCD-scherm staan, gebruikt u Cisco IPMA in de 
modus voor een hulplijn.
Cisco IPMA gebruiken in de 
modus voor een gedeelde lijn 
De volgende sectie geeft een overzicht van de functies die 
beschikbaar zijn voor een manager die Cisco IPMA 
gebruikt in de modus voor een gedeelde lijn.
Een omleidingsdoel configureren
U kunt uw gesprekken naar het omleidingsdoel 
omleiden door op de functietoets DirOml te drukken. 
Het omleidingsdoel, bijvoorbeeld het telefoonnummer 
van uw assistent, geeft u op in het venster 
Managerconfiguratie. U krijgt van uw 
systeembeheerder een URL, gebruikersnaam en 
wachtwoord om het venster Managerconfiguratie te 
openen. Ga naar de URL via het browservenster van 
Microsoft Internet Explorer op uw computer. Meld u 
vervolgens aan.
Opmerking
Schakel zonodig het selectievakje "Inhoud 
altijd vertrouwen" in en klik op Ja.
Voer het telefoonnummer in dat u als omleidingsdoel 
wilt gebruiken en klik op Opslaan
Het belsignaal van de telefoon 
uitschakelen
U kunt het belsignaal van de telefoon aan- en uitzetten 
door met de functietoets NST de functie Niet storen uit 
of in te schakelen. Een klok geeft aan dat NST uit is (het 
belsignaal is ingeschakeld). Een doorgekruiste klok geeft 
aan dat NST aan is (het belsignaal is uitgeschakeld).
Gesprekken afhandelen
Op de telefoon worden extra functietoetsen voor 
het afhandelen van gesprekken weergegeven. U hebt 
toegang tot de volgende functies op de telefoon als 
u Cisco IPMA in de modus voor een gedeelde lijn 
gebruikt:
Actieve gesprekken omleiden:
Druk op de functietoets DirOml om een gesprek om 
te leiden naar een ander nummer. Gebruik het venster 
Managerconfiguratie om het nummer voor het 
omleidingsdoel in te stellen.
Gesprekken doorsturen naar voicemail:
Druk op de functietoets DrvrbVM om een actief gesprek 
door te sturen naar voicemail.
Intercomgesprekken voeren:
Druk op de snelkiesknop Intercom op de telefoon om 
een intercomgesprek te voeren met uw assistent.
Cisco IPMA gebruiken in de 
modus voor een hulplijn 
De volgende sectie geeft een overzicht van de functies 
die beschikbaar zijn voor een manager die Cisco IPMA 
gebruikt in de modus voor een hulplijn.
Managerinstellingen configureren 
U kunt managerinstellingen configureren via het venster 
Managerconfiguratie.
Het venster Managerconfiguratie openen 
U krijgt van uw systeembeheerder een URL, 
gebruikersnaam en wachtwoord om het venster 
Managerconfiguratie te openen. Ga naar de URL via het 
browservenster van Microsoft Internet Explorer op uw 
computer. Meld u vervolgens aan.
Opmerking
Schakel zonodig het selectievakje "Inhoud 
altijd vertrouwen" in en klik op Ja.
De standaardassistent instellen
Indien mogelijk wijst Cisco IPMA steeds uw 
actieve assistent toe als standaardassistent. Als uw 
standaardassistent niet beschikbaar is, wijst Cisco IPMA 
een andere assistent toe. 
U kunt uw standaardassistent als volgt instellen:
1.
Klik in het venster Managerconfiguratie op de tab 
Standaardassistent. 
2.
Selecteer een assistent in de keuzelijst Assistent.
3.
Klik op Opslaan.
Het omleidingsdoel instellen
Uw gesprekken worden omgeleid naar het 
omleidingsdoel als u op de functietoets DirOml of de 
functietoets AllOml drukt.
1.
Klik in het venster Managerconfiguratie op de tab 
Omleiden. 
2.
Kies een assistent of voer het telefoonnummer in dat 
u als omleidingsdoel wilt gebruiken.
3.
Klik op Opslaan.