Инструкция С Настройками для Brother PE-DESIGN Ver.6
Geavanceerde bewerkingen
Design Center
99
Design Center
Stadium 4 (naai-instellingen)
• Het dialoogvenster
Stempeleigenschappen instellen
verschijnt alleen wanneer u een
stempelfunctie hebt geselecteerd.
verschijnt alleen wanneer u een
stempelfunctie hebt geselecteerd.
• Stempels worden alleen genaaid binnen
het gebied waarop u ze hebt toegepast.
• De grootte van de stempels verandert
misschien wanneer u ze importeert in Layout
& Editing als u de grootte van het ontwerp
hebt gewijzigd met de instelling Vergroting
in het dialoogvenster Importgrootte.
& Editing als u de grootte van het ontwerp
hebt gewijzigd met de instelling Vergroting
in het dialoogvenster Importgrootte.
Stempel bewerken
1.
Klik op
in de toolbox.
→ De aanwijzer verandert in
, het
dialoogvenster Stempeleigenschappen
instellen verschijnt en toegepaste
stempels worden aangegeven met een
roze stippellijn.
instellen verschijnt en toegepaste
stempels worden aangegeven met een
roze stippellijn.
b
Memo:
Als een gebied reeds is geselecteerd,
verschijnen lopende lijnen rond het gebied.
De stempels daarin worden aangegeven met
stippellijnen.
verschijnen lopende lijnen rond het gebied.
De stempels daarin worden aangegeven met
stippellijnen.
2.
Klik op het gebied met het stempel dat u wilt
bewerken.
bewerken.
→ Rond het geselecteerde gebied
verschijnen lopende lijnen.
3.
Klik op het stempel dat u wilt bewerken.
→ Ronde handvatten verschijnen rond het
stempel en een rotatiehandvat boven aan
het stempel.
het stempel.
4.
Om het stempelpatroon te wijzigen klikt u op
een ander patroon in het dialoogvenster
Stempeleigenschappen instellen en
vervolgens klikt u op Toepassen.
een ander patroon in het dialoogvenster
Stempeleigenschappen instellen en
vervolgens klikt u op Toepassen.
Om de stempelgrootte en afdrukstand te
wijzigen geeft u de gewenste instellingen op in
het dialoogvenster Stempeleigenschappen
instellen of sleept u de handvatten of het
rotatiehandvat.
wijzigen geeft u de gewenste instellingen op in
het dialoogvenster Stempeleigenschappen
instellen of sleept u de handvatten of het
rotatiehandvat.
Om een stempel te verplaatsen sleept u het
naar een andere plek binnen of gedeeltelijk op
het gebied.
naar een andere plek binnen of gedeeltelijk op
het gebied.
Om het stempel te verwijderen klikt u op de
menu-opdracht Bewerken – Verwijderen of
menu-opdracht Bewerken – Verwijderen of
drukt u op de toets
.
b
Memo:
• Stempels verschijnen alleen wanneer u
een stempelfunctie selecteert.
• Stempels worden alleen genaaid binnen
het gebied waarop u ze hebt toegepast.
• Om het dialoogvenster te sluiten klikt u op
Sluiten.
c
“Omtrek bewerken” op pagina 78
Rotatiehandvat
Handvatten
a
Opmerking:
U kunt slechts één stempel tegelijk
selecteren. Als u een ander stempel
selecteert, wordt de selectie van het eerder
geselecteerde stempel ongedaan gemaakt.
selecteren. Als u een ander stempel
selecteert, wordt de selectie van het eerder
geselecteerde stempel ongedaan gemaakt.
Delete
PeDesignV6NL.book Page 99 Monday, July 12, 2004 8:32 PM