Инструкция С Настройками для Brother PE-DESIGN Ver.6
Geavanceerde bewerkingen
Design Center
103
Design Center
Stadium 4 (naai-instellingen)
2.
Met de schuif Draaddikte stelt u in hoe breed
de draad wordt weergegeven.
de draad wordt weergegeven.
3.
Met de schuif Contrast stelt u het contrast in.
4.
Met de schuif Helderheid stelt u de
helderheid in.
helderheid in.
5.
Klik op Toepassen om een realistisch
voorbeeld van de patronen met de nieuwe
instellingen te tonen. (Als een realistisch
voorbeeld wordt weergegeven.)
voorbeeld van de patronen met de nieuwe
instellingen te tonen. (Als een realistisch
voorbeeld wordt weergegeven.)
Of klik op OK om de instellingen te bewaren
voor de volgende keer dat u de functie
Realistisch voorbeeld selecteert (wanneer
geen realistisch voorbeeld is weergegeven).
voor de volgende keer dat u de functie
Realistisch voorbeeld selecteert (wanneer
geen realistisch voorbeeld is weergegeven).
b
Memo:
Om het dialoogvenster te sluiten zonder de
gewijzigde instellingen toe te passen klikt u
op Sluiten of op Annuleren.
gewijzigde instellingen toe te passen klikt u
op Sluiten of op Annuleren.
c
“Borduurvoorbeeld weergeven” op
pagina 102
pagina 102
Patronen bekijken in het referentievenster
Alle omtreklijnen en patronen in de ontwerppagina worden weergegeven in het referentievenster. Zo hebt u
een algemeen overzicht terwijl u werkt aan een detail. Het weergavegebiedkader (rode rechthoek) geeft aan
welk deel van het patroon wordt weergegeven in de ontwerppagina.
een algemeen overzicht terwijl u werkt aan een detail. Het weergavegebiedkader (rode rechthoek) geeft aan
welk deel van het patroon wordt weergegeven in de ontwerppagina.
Zoomen
Het patroon dat wordt weergegeven in het
referentievenster kunt u verkleinen, zodat het
geheel past in het referentievenster, of vergroten
zodat alleen het patroon wordt weergegeven.
referentievenster kunt u verkleinen, zodat het
geheel past in het referentievenster, of vergroten
zodat alleen het patroon wordt weergegeven.
1.
Klik op
.
→ Het patroon wordt zo weergegeven dat dit
het referentievenster vult.
Weergavegebiedkader
verplaatsen
verplaatsen
Het deel van het patroon dat wordt weergegeven in
de ontwerppagina, kunt u selecteren in het
referentievenster.
de ontwerppagina, kunt u selecteren in het
referentievenster.
1.
Plaats de aanwijzer op het
weergavegebiedkader.
weergavegebiedkader.
→ De aanwijzer verandert in
.
2.
Sleep het weergavegebiedkader, zodat dit het
gewenste deel van het patroon omgeeft.
gewenste deel van het patroon omgeeft.
→ Het geselecteerde deel van het patroon
wordt weergegeven in de ontwerppagina.
Weergavegebiedkader
opnieuw tekenen
opnieuw tekenen
In plaats van het weergavegebiedkader te
verplaatsen kunt u het ook opnieuw tekenen om het
gewenste deel van het patroon weer te geven in de
ontwerppagina.
verplaatsen kunt u het ook opnieuw tekenen om het
gewenste deel van het patroon weer te geven in de
ontwerppagina.
1.
Sleep de aanwijzer over het gewenste deel
van het patroon in het referentievenster.
van het patroon in het referentievenster.
→ Het weergavegebiedkader wordt opnieuw
getekend en het geselecteerde deel van
het patroon wordt weergegeven in de
ontwerppagina.
het patroon wordt weergegeven in de
ontwerppagina.
PeDesignV6NL.book Page 103 Monday, July 12, 2004 8:32 PM