Инструкция С Настройками для Brother PE-DESIGN Ver.6

Скачать
Страница из 272
4
Voorbereidingen
Inleiding
Softwareapplicaties
Dit pakket bestaat uit vier applicaties.
Design Center
Met  maakt u handmatig borduurpatronen van afbeeldingen. De afbeelding verkrijgt u door een gedrukte 
afbeelding te scannen of zelf te maken met een applicatie zoals Paint
. Beeldbestanden moeten als extensie 
hebben: .bmp, .tif, .jpg, .j2k, .pcx, .wmf, .png, .eps, .pcd of .fpx.  spoort automatisch omtreklijnen op in de 
afbeelding en vervangt deze door veelhoeklijnen. Deze veelhoeklijnen kunt u bewerken en u kunt er naai-
eigenschappen aan toekennen.
Deze procedure is verdeeld in vier stadia:
❏ Stadium 1 (origineel beeld): U opent het beeldbestand en kiest een of meer kleuren waarmee de 
applicatie de omtreklijnen overtrekt.
❏ Stadium 2 (lijntekening): De oorspronkelijke kleurafbeelding wordt vervangen door een zwart-
witafbeelding (de kleuren gekozen in stadium 1 (origineel beeld) worden zwart en alle andere kleuren 
worden wit). U kunt deze afbeelding bewerken met pennen en vlakgommen van verschillende dikte. (U 
kunt ook bij deze stap beginnen en een volledige zwart-witfiguur met de hand tekenen.)
Wanneer de afbeelding klaar is, start u het automatisch overtrekken.
❏ Stadium 3 (figuurhandvat): De zwart-witafbeelding wordt vervangen door omtreklijnen die bestaan 
uit bewerkbare veelhoeklijnen. U bewerkt deze veelhoeklijnen door punten te verplaatsen, in te voegen 
of te verwijderen.
❏ Stadium 4 (naai-instellingen): In dit laatste stadium geeft u de naai-instellingen (draadkleur, 
naaitype) op voor de omtreklijnen en omsloten gebieden.
U kunt op ieder willekeurig moment uw werk onderbreken en de gegevens opslaan om deze naderhand weer 
op te roepen en verder te werken. In stadium 1 (origineel beeld) en stadium 2 (lijntekening) wordt het bestand 
opgeslagen met de extensie .pel. In stadium 3 (figuurhandvat) en stadium 4 (naai-instellingen) wordt het 
bestand opgeslagen met de extensie .pem. Als u de geïmporteerde afbeelding nog niet hebt opgeslagen, kunt 
u het bovendien opslaan met de extensie .bmp.
Het is handig om de verschillende stadia van uw werk op te slaan, als u wijzigingen aanbrengt en later toch 
het origineel wilt gebruiken.
Als uw afbeelding stadium 4 (naai-instellingen) hebt bereikt, kunt u deze importeren in Layout & Editing. Hier 
kunt u de afbeelding verplaatsen en het formaat aanpassen als één object.
Layout & Editing
In Layout & Editing kunt u automatisch borduurpatronen maken van afbeeldingen. Ook kunt u beeld en tekst 
combineren tot borduurpatronen die u bijvoorbeeld wegschrijft op een originele kaart. De afbeelding verkrijgt 
u door een gedrukte afbeelding te scannen of zelf te maken met een applicatie zoals Paint
. Het beeldbestand 
mag niet gecomprimeerd zijn, de bestandsnaamextensie moet een van de volgende zijn: .bmp, .tif, .jpg, .j2k, 
.pcx, .wmf, .png, .eps, .pcd of .fpx. Bovendien kan het volgende soort borduurpatronen worden opgenomen in 
het borduurpatroon.
❏ Borduurpatronen gemaakt met Design Center.
❏ Borduurpatronen op borduurkaarten die u koopt bij uw dealer (Sommige patronen kunt u niet lezen.)
❏ Borduurpatronen in bestandstype Tajima (.dst), Melco (.exp), Pfaff (.pcs), Husqvarna (.hus) en 
borduurmachine (.phc)
❏ Borduurpatronen die u hebt gemaakt in Layout & Editing zelf (patronen zoals tekst, cirkelvormen, 
kaders, veelhoeken, curven en handmatige borduurinstellingen).
Nadat u de verschillende componenten van uw borduurpatroon hebt verzameld, kunt u met de lay-outfuncties 
onderlinge plaatsing, afdrukstand en formaat aanpassen.
Wanneer een borduurpatroon klaar is, kunt u het opslaan (met de extensie .pes ) en wegschrijven naar een originele 
kaart. De originele kaart kunt u vervolgens in uw naaimachine plaatsen om het borduurpatroon te naaien.
PeDesignV6NL.book  Page 4  Monday, July 12, 2004  8:32 PM