Инструкция С Настройками для Brother PE-DESIGN Ver.6
112
Layout & Editing
Afbeeldingen en borduurpatronen invoeren
4.
Klik op Selecteren om het geselecteerde apparaat
te kiezen en het dialoogvenster te sluiten.
te kiezen en het dialoogvenster te sluiten.
b
Memo:
Om de bewerking af te sluiten en het
dialoogvenster te sluiten klikt u op Annuleren.
dialoogvenster te sluiten klikt u op Annuleren.
5.
Klik op Afbeelding, vervolgens op Invoeren
en dan op van TWAIN-apparaat.
en dan op van TWAIN-apparaat.
→ De stuurprogramma-interface voor het
apparaat dat u hebt geselecteerd in het
dialoogvenster Bron selecteren verschijnt.
dialoogvenster Bron selecteren verschijnt.
6.
Geef de nodige instellingen op om een
afbeelding te importeren en importeer
vervolgens de afbeelding.
afbeelding te importeren en importeer
vervolgens de afbeelding.
→ Als de afbeelding vanaf de scanner (of het
andere apparaat) en het stuurprogramma
is overgedragen, wordt de geïmporteerde
afbeelding in het oorspronkelijke formaat
geplakt op de ontwerppagina.
is overgedragen, wordt de geïmporteerde
afbeelding in het oorspronkelijke formaat
geplakt op de ontwerppagina.
b
Memo:
• Hebt u de afbeelding die momenteel wordt
weergegeven op de ontwerppagina nog
niet opgeslagen, dan verschijnt de vraag
of u de afbeelding wilt opslaan.
niet opgeslagen, dan verschijnt de vraag
of u de afbeelding wilt opslaan.
• Wilt u een afbeelding weergeven,
verbergen, of een vage kopie weergeven
van het origineel dat in het werkgebied blijft
klik dan op Afbeelding en vervolgens op
Afbeelding weergeven en klik vervolgens
op de gewenste weergave-instelling.
van het origineel dat in het werkgebied blijft
klik dan op Afbeelding en vervolgens op
Afbeelding weergeven en klik vervolgens
op de gewenste weergave-instelling.
• Om de oorspronkelijke afbeelding
weer te geven klikt u op Aan.
• Om een vage kopie van de afbeelding
weer te geven klikt u op Vaag.
• Om de oorspronkelijke afbeelding te
verbergen klikt u op Uit.
Portret maken
Door de ingebouwde afbeeldingen van
gelaatstrekken te combineren maakt u een origineel
portret.
gelaatstrekken te combineren maakt u een origineel
portret.
1.
Klik op Afbeelding, vervolgens op Invoeren
en dan op van portret.
en dan op van portret.
→ Het dialoogvenster Eigenschappen voor
Portret verschijnt.
2.
In de selector Gelaatstrekken selecteert u de
algemene contour (uiterlijk) van het portret
(bijvoorbeeld smal, breed, kinderlijk).
algemene contour (uiterlijk) van het portret
(bijvoorbeeld smal, breed, kinderlijk).
b
Memo:
Het voorbeeldvenster toont het resultaat van
de wijzigingen die u hebt aangebracht.
de wijzigingen die u hebt aangebracht.
3.
In de selector Deel selecteert u het deel van
het portret dat u wilt wijzigen.
het portret dat u wilt wijzigen.
b
Memo:
Het deel van het portret dat u wilt wijzigen
kunt u ook selecteren door erop te klikken in
het voorbeeld.
kunt u ook selecteren door erop te klikken in
het voorbeeld.
4.
Sleep de schuif Variatie deel om de gewenste
onderdeelvariatie te selecteren.
onderdeelvariatie te selecteren.
b
Memo:
• Om beide zijden van een onderdeel, zoals
ogen of oren te wijzigen selecteert u het
selectievakje Zowel links als rechts
wijzigen.
selectievakje Zowel links als rechts
wijzigen.
• De geselecteerde deelvariatie wordt
weergegeven in het voorbeeld.
• Om alle variaties van het geselecteerde
deel te selecteren klikt u op
.
a
Opmerking:
Meer informatie over het gebruik van de
stuurprogramma-interface vindt u in de
handleiding bij die interface. Anders neemt u
contact op met de fabrikant van de interface.
stuurprogramma-interface vindt u in de
handleiding bij die interface. Anders neemt u
contact op met de fabrikant van de interface.
a
Opmerking:
U kunt slechts één afbeelding toevoegen
aan het werkgebied. Als u probeert een
andere afbeelding weer te geven, vervangt
deze de vorige.
aan het werkgebied. Als u probeert een
andere afbeelding weer te geven, vervangt
deze de vorige.
PeDesignV6NL.book Page 112 Monday, July 12, 2004 8:32 PM