Инструкция С Настройками для Brother PE-DESIGN Ver.6

Скачать
Страница из 272
116
Layout & Editing
Afbeeldingen en borduurpatronen invoeren
Om de omtrek weer te geven die is 
geëxtraheerd uit de geanalyseerde afbeelding 
selecteert u het selectievakje Contour tonen.
Onder Parameters analyse selecteert u de 
gewenste instellingen voor 
afbeeldingsanalyse.
Ruisonderdrukking: Hier geeft u op in 
hoeverre ruis (vervorming) wordt verwijderd uit 
de afbeelding.
Segmentatiegevoeligheid: Hiermee stelt u de 
gevoeligheid van de afbeeldingsanalyse in.
Vloeiendheid contour: Hiermee geeft u de 
vloeiendheid van de geëxtraheerde omtrek op.
Maximum aantal kleuren: Hiermee stelt u in 
hoeveel kleuren worden gebruikt.
In de selector Garenkleurkaart selecteert u 
de gewenste garenkleurkaart. De geschiktste 
garenkleuren worden geselecteerd uit de 
geselecteerde garenkleurkaart. Ook kunt u 
een gebruikergarenkleurkaart selecteren.
Om de oorspronkelijke afbeelding weer te 
geven klikt u op de tab Weergave origineel.
b
Memo:
• Na de instellingen te hebben gewijzigd, 
klikt u op Opnieuw om de afbeelding weer 
te geven met de nieuwe instellingen. Als u 
niet op Opnieuw klikt, worden de nieuwe 
instellingen niet toegepast.
• Om de bewerking af te sluiten en het 
dialoogvenster te sluiten klikt u op 
Annuleren.
• Om terug te keren naar het vorige 
dialoogvenster klikt u op Vorige.
2.
In het tabblad Weergave resultaat klikt u op 
de gebieden van de afbeelding om te 
selecteren of ze al dan niet genaaid moeten 
worden.
b
Memo:
Gebieden die niet genaaid worden, 
verschijnen gearceerd.
3.
Zo nodig klikt u in de lijst Kleuren weglaten 
op de kleuren om te selecteren of ze al dan 
niet genaaid moeten worden.
b
Memo:
Doorgestreepte kleuren zijn ingesteld om 
niet genaaid te worden.
4.
Wanneer u de gewenste instellingen hebt 
geselecteerd, klikt u op Voltooien.
→ Van de geanalyseerde gegevens wordt 
een borduurpatroon gemaakt. Hierop zijn 
de betreffende instellingen voor 
garenkleur en naaitype toegepast. Het 
patroon wordt weergegeven in de 
ontwerppagina.
b
Memo:
U kunt de naaitype-instellingen van de 
gemaakte borduurgegevens later op 
dezelfde manier wijzigen als de instellingen 
voor andere objecten.
Als Photo Stitch 1 (Kleur) is 
geselecteerd
→ Een dialoogvenster Masker selecteren 
verschijnt dat er ongeveer als volgt uitziet. 
Deze gebieden 
worden niet 
genaaid.
a
Opmerking:
Als de afbeelding meer dan 500 mm hoog of 
breed is, kunt u de fotosteekfuncties niet 
gebruiken.
PeDesignV6NL.book  Page 116  Monday, July 12, 2004  8:32 PM