Инструкция С Настройками для Brother PE-DESIGN Ver.6
Geavanceerde bewerkingen
Layout & Editing
143
Layout & Editing
Borduurpatronen bewerken
b
Memo:
• Om de bewerking af te sluiten klikt u op
Annuleren.
• Wilt u de naai-eigenschappen van alle
blokken van de zelfde kleur binnen het
patroon wijzigen houd dan de toets
patroon wijzigen houd dan de toets
ingedrukt terwijl u een blok selecteert
waarvan u de kleur- of naaitype-instellingen
wilt wijzigen. (Ook kunt u eerste de kleuren
van het patroon degroeperen door de menu-
opdracht Bewerken – Groep opheffen te
selecteren.) Met de zoomfuncties zoomt u in
op het ontwerp om de kleur gemakkelijker te
selecteren. Alle blokken met de betreffende
kleur worden dan geselecteerd en de
blokkleur en het steektype verschijnen op de
naai-eigenschappenbalk.
waarvan u de kleur- of naaitype-instellingen
wilt wijzigen. (Ook kunt u eerste de kleuren
van het patroon degroeperen door de menu-
opdracht Bewerken – Groep opheffen te
selecteren.) Met de zoomfuncties zoomt u in
op het ontwerp om de kleur gemakkelijker te
selecteren. Alle blokken met de betreffende
kleur worden dan geselecteerd en de
blokkleur en het steektype verschijnen op de
naai-eigenschappenbalk.
• Wanneer u het formaat van blokken
aanpast, wordt het aantal steken
automatisch aangepast aan het nieuwe
formaat. Zo blijft de oorspronkelijke
borduurkwaliteit behouden.
automatisch aangepast aan het nieuwe
formaat. Zo blijft de oorspronkelijke
borduurkwaliteit behouden.
b
Memo:
• U kunt de geselecteerde kleurblokken
verplaatsen of het formaat ervan
aanpassen. Als u het hele patroon wilt
verplaatsen nadat het is gedegroepeerd,
moet u dus zorgvuldig elk afzonderlijk
kleurpatroon hergroeperen door de menu-
opdracht Bewerken – Groep maken.
aanpassen. Als u het hele patroon wilt
verplaatsen nadat het is gedegroepeerd,
moet u dus zorgvuldig elk afzonderlijk
kleurpatroon hergroeperen door de menu-
opdracht Bewerken – Groep maken.
• U kunt het patroon verder wijzigen met de
functie Punt bewerken.
c
“Naai-eigenschappen opgeven” op
pagina 171, “Formaat van patronen
aanpassen” op pagina 132 en “Punten
selecteren” op pagina 135
pagina 171, “Formaat van patronen
aanpassen” op pagina 132 en “Punten
selecteren” op pagina 135
Gedeelten van steekgegevens
afsplitsen
afsplitsen
Met de functie Steek splitsen kunt u het patroon
splitsen nadat u een omtrek hebt getrokken rond de
delen die u wilt afsnijden. U kunt vervolgens de
afgesneden stukken verplaatsen om het patroon
anders te schikken, ze combineren met andere
patronen of zelfs verwijderen.
splitsen nadat u een omtrek hebt getrokken rond de
delen die u wilt afsnijden. U kunt vervolgens de
afgesneden stukken verplaatsen om het patroon
anders te schikken, ze combineren met andere
patronen of zelfs verwijderen.
b
Memo:
Deze functie is alleen beschikbaar voor
steekgegevens en wanneer de functies
Tekst, Omtrek en Handmatige
borduurinstelling niet zijn geselecteerd.
steekgegevens en wanneer de functies
Tekst, Omtrek en Handmatige
borduurinstelling niet zijn geselecteerd.
1.
Klik op
in de toolbox.
2.
Klik op de steekgegevens waarvan u een
gedeelte wilt afsnijden.
gedeelte wilt afsnijden.
b
Memo:
Ook kunt u klikken op de functie Steken
splitsen nadat u de steekgegevens hebt
geselecteerd.
splitsen nadat u de steekgegevens hebt
geselecteerd.
→ Alle andere steekgegevens verdwijnen
van het scherm en de cursor verandert in
.
3.
Klik op de ontwerppagina op het punt waarop
u wilt beginnen de omtreklijnen te tekenen.
u wilt beginnen de omtreklijnen te tekenen.
b
Memo:
In de toolbox is alleen de functie Zoom
beschikbaar, waarmee u kunt inzoomen op
de steekgegevens om het gebied beter te
kunnen zien.
beschikbaar, waarmee u kunt inzoomen op
de steekgegevens om het gebied beter te
kunnen zien.
4.
Ga door met klikken in de ontwerppagina om
elke hoek van de omtrek rond het af te snijden
gebied op te geven.
elke hoek van de omtrek rond het af te snijden
gebied op te geven.
a
Opmerking:
• U kunt de opdracht In blok stikken niet
gebruiken met sommige steekgegevens die
u importeert van borduurkaarten.
u importeert van borduurkaarten.
• Sommige vulpatronen gaan verloren
wanneer u het formaat aanpast na de functie
In blok stikken te hebben ingesteld. Daarom
is het aan te raden de toets
In blok stikken te hebben ingesteld. Daarom
is het aan te raden de toets
ingedrukt
te houden terwijl u het formaat aanpast. Of u
selecteert de menu-opdracht Bewerken –
Numerieke instelling – Afmeting.
selecteert de menu-opdracht Bewerken –
Numerieke instelling – Afmeting.
Alt
Zonder In blok stikken
Met In blok stikken
Ctrl
a
Opmerking:
Patronen die u hebt gemaakt met de teken-
of tekstfuncties van Layout & Editing moet u
converteren tot steken voordat u ze kunt
knippen met de functie Steken splitsen.
of tekstfuncties van Layout & Editing moet u
converteren tot steken voordat u ze kunt
knippen met de functie Steken splitsen.
PeDesignV6NL.book Page 143 Monday, July 12, 2004 8:32 PM