Инструкция С Настройками для Brother PE-DESIGN Ver.6

Скачать
Страница из 272
Geavanceerde bewerkingen
Programmable
Stitch Creator
211
Programmable Stitch Creator
→ Als u het huidige werkgebied niet hebt 
opgeslagen, verschijnt de vraag of u de 
wijzigingen wilt opslaan.
b
Memo:
• Om het werkgebied op te slaan klikt u op Ja.
• Om het werkgebied te annuleren klikt u op 
Nee.
• Om terug te keren naar het werkgebied, 
bijvoorbeeld om het op te slaan onder een 
andere bestandsnaam, klikt u op Annuleren.
Modus Vulling/stempel
In de modus Vulling/Stempel kunt u een 
steekpatroon maken van één lijn of een groep lijnen. 
Vervolgens kunt u de vlakken die worden omsloten 
door te lijnen vullen met een reliëf/graveereffect. 
Beide soorten steekpatronen kunt u instellen als 
programmeerbare stopsteek en ook toepassen als 
afzonderlijk stempel op gebieden van patronen in 
Design Center en Layout & Editing.
Met de functie Lijn tekenen in de toolbox kunt u de 
lijnen van een vulsteekpatroon of stempel tekenen 
en met de functie Gebied (graveren), Gebied (reliëf) 
en Gebied (reset) kunt u de omsloten gebieden van 
de steek of het stempel dat u tekent, vullen en 
bewerken.
De naaimethode voor een programmeerbare 
stopsteek is verschillend van die voor de normale 
stopsteek, waar het garen continu in een ingestelde 
richting wordt genaaid. Het patroon wordt hier zo 
genaaid dat de naald direct in het gemaakte patroon 
steekt.
Modus Motief
In de modus Motief kunt u originele steekpatronen 
maken door de vorm van één enkele lijn te wijzigen. 
Deze steekpatronen kunt u toepassen op lijnen en 
gebieden in Layout & Editing en op gebieden in 
Design Center.
Een groene pijl verschijnt in het midden van het 
werkgebied om aan te geven in welke richting het 
patroon (de steek) wordt genaaid.
Eén roze lijn verschijnt samen met de groene pijl. 
Deze lijn geeft de basis aan voor de motiefsteek. 
Deze kunt u wijzigen door met de functie Punt 
bewerken punten in te voegen en deze te 
verplaatsen. Zo krijgt u een origineel ontwerp.
Het blauwe vierkant aan de linkerrand van het 
werkgebied geeft het beginpunt van die lijn aan. Het 
rode vierkant aan de rechterrand het eindpunt van 
de steek.
U kunt de begin- en eindpunten niet verwijderen. Ze 
moeten verticaal zijn uitgelijnd. Wanneer u een punt 
omhoog of omlaag verplaatst, gaat het andere punt 
automatisch mee in dezelfde richting.
Voorbeeld van een patroon
Voorbeeld van een patroon
Lijnen naaien
Gebied naaien
PeDesignV6NL.book  Page 211  Monday, July 12, 2004  8:32 PM