Инструкция С Настройками для Brother PE-DESIGN Ver.6
Geavanceerde bewerkingen
Programmable
Stitch Creator
217
Programmable Stitch Creator
Punten verwijderen
1.
Klik op
in de toolbox.
→ Als u de aanwijzer op het werkgebied
plaatst, verandert de aanwijzer in
.
2.
Klik op de veelhoeklijn die wilt bewerken.
b
Memo:
U kunt slechts één veelhoeklijn tegelijk
selecteren.
selecteren.
→ De punten in de veelhoeklijn zien er uit als
lege vierkantjes.
3.
Klik op het punt dat u wilt verwijderen.
→ Het geselecteerde punt wordt
gemarkeerd door een zwart vierkantje.
b
Memo:
Om extra punten te selecteren houdt u de
toets
toets
ingedrukt terwijl u op elk punt
klikt, of sleept u de aanwijzer over de punten
die u wilt selecteren.
die u wilt selecteren.
4.
Klik op Bewerken en vervolgens op
Verwijderen of druk op de toets
om het punt te verwijderen.
b
Memo:
Als een lijn bestaat uit twee punten en u
verwijdert een van deze twee punten, wordt
de hele lijn verwijderd.
verwijdert een van deze twee punten, wordt
de hele lijn verwijderd.
Stempels maken
Stempels bestaan uit lijnsteken waarmee u omsloten gebieden kunt vullen met verschillende stiksels om een
reliëf/graveereffect te bereiken. Met de functie Stempel kunt u stempels toepassen op gebieden. Ook kunt u
ze gebruiken als vulpatroon voor een programmeerbare stopsteek in Design Center en Layout & Editing. In
Layout & Editing kunt u stempels toepassen op gebieden die zijn gemaakt met de functie Cirkel of Boog,
Rechthoek, Omtrek, Tekst of Handmatige borduurinstelling.
reliëf/graveereffect te bereiken. Met de functie Stempel kunt u stempels toepassen op gebieden. Ook kunt u
ze gebruiken als vulpatroon voor een programmeerbare stopsteek in Design Center en Layout & Editing. In
Layout & Editing kunt u stempels toepassen op gebieden die zijn gemaakt met de functie Cirkel of Boog,
Rechthoek, Omtrek, Tekst of Handmatige borduurinstelling.
1.
Open een bestaand vulling/
stempelpatroonbestand (.pas bestand) of
teken een nieuw steekpatroon met de functie
Lijn tekenen in de modus Vulling/stempel.
stempelpatroonbestand (.pas bestand) of
teken een nieuw steekpatroon met de functie
Lijn tekenen in de modus Vulling/stempel.
2.
Om een graveereffect te maken klikt u op
(Gebied (graveren)).
→ De aanwijzer verandert in
.
3.
Klik op elk gebied waarop u de
graveerinstellingen wilt toepassen.
graveerinstellingen wilt toepassen.
→ De gebieden worden rood weergegeven,
de kleur voor deze functie.
b
Memo:
Dit type gebied wordt genaaid met de
vulsteek ingesteld op een steeklengte van
2,0 mm (0,16 inch) en een frequentie van
30%. De naald wordt zo ingesteld dat hij in
de omtrek steekt.
vulsteek ingesteld op een steeklengte van
2,0 mm (0,16 inch) en een frequentie van
30%. De naald wordt zo ingesteld dat hij in
de omtrek steekt.
4.
Om een reliëfeffect te maken klikt u op
(Gebied (reliëf)).
→ De aanwijzer verandert in
.
Ctrl
Delete
a
Opmerking:
Om de stempelinstellingen (reliëf/
graveereffect) te kunnen toepassen moeten
de lijnen van het steekpatroon een omsloten
gebied vormen.
De rand van het werkgebied omsluit
gebieden. Om de rand van het werkgebied
te gebruiken als grens voor gebieden moet u
er eerst een lijn over trekken.
graveereffect) te kunnen toepassen moeten
de lijnen van het steekpatroon een omsloten
gebied vormen.
De rand van het werkgebied omsluit
gebieden. Om de rand van het werkgebied
te gebruiken als grens voor gebieden moet u
er eerst een lijn over trekken.
PeDesignV6NL.book Page 217 Monday, July 12, 2004 8:32 PM