Инструкция С Настройками для Brother PE-DESIGN Ver.6
Basisbewerkingen
41
Borduurpatronen maken en bewerken
2.
Plaats de aanwijzer op een handvat.
→ De aanwijzer verandert in
,
,
of
, naar gelang het handvat
waarop u de aanwijzer plaatst.
b
Memo:
•
is voor het aanpassen van de breedte.
•
is voor het aanpassen van de hoogte.
•
en
zijn om beide dimensies
tegelijk aan te passen.
3.
Sleep het handvat om het geselecteerde
patroon de gewenste grootte te geven.
patroon de gewenste grootte te geven.
b
Memo:
Om de steekdichtheid en het vulpatroon te
behouden, houdt u de toets
behouden, houdt u de toets
ingedrukt
terwijl u het handvat sleept. (Meer
bijzonderheden vindt u op “Borduurpatronen
vergroten/verkleinen” op pagina 14.)
bijzonderheden vindt u op “Borduurpatronen
vergroten/verkleinen” op pagina 14.)
4.
Plaats de aanwijzer op het geselecteerde
patroon.
patroon.
→ De aanwijzer verandert in
.
5.
Sleep het patroon naar de gewenste plaats.
Stap 3
Vormen toevoegen
Vervolgens voegen we een ovaal toe aan het
borduurpatroon. Aangezien we het ovaal alleen
gebruiken voor het uitlijnen van de tekst die we
later toevoegen, moet u het ovaal zo instellen dat
het niet genaaid wordt.
borduurpatroon. Aangezien we het ovaal alleen
gebruiken voor het uitlijnen van de tekst die we
later toevoegen, moet u het ovaal zo instellen dat
het niet genaaid wordt.
■
Om het ovaal toe te voegen
1.
Klik op
in de toolbox.
→ De aanwijzer verandert in
en de
naai-eigenschappenbalk ziet er als volgt
uit.
uit.
Als u de aanwijzer op een knop of selector in
de naai-eigenschappenbalk plaatst, verschijnt
een label met de naam van dat element.
de naai-eigenschappenbalk plaatst, verschijnt
een label met de naam van dat element.
b
Memo:
• Met de selector Boogvorm kunt u
selecteren welke vorm u tekent. Klik
bijvoorbeeld op Cirkel als u cirkels en
ovalen wilt tekenen. Met de andere opties
kunt u curven tekenen, zoals bogen. Meer
bijzonderheden vindt u in “Cirkels en
bogen tekenen” op pagina 145.
bijvoorbeeld op Cirkel als u cirkels en
ovalen wilt tekenen. Met de andere opties
kunt u curven tekenen, zoals bogen. Meer
bijzonderheden vindt u in “Cirkels en
bogen tekenen” op pagina 145.
• Met de lijnnaai- en gebiednaai-
eigenschappen selecteert u het naaitype
en de draadkleur voor de omtrek (lijn
naaien) en voor het omsloten gebied
(gebied naaien).
en de draadkleur voor de omtrek (lijn
naaien) en voor het omsloten gebied
(gebied naaien).
2.
Om de vorm van het te tekenen object te
wijzigen klikt u op de selector Boogvorm.
Vervolgens selecteert u de gewenste vorm.
wijzigen klikt u op de selector Boogvorm.
Vervolgens selecteert u de gewenste vorm.
In dit voorbeeld gebruiken we de
standaardvorm Cirkel. U hoeft de instelling in
de selector Boogvorm dus niet te wijzigen.
standaardvorm Cirkel. U hoeft de instelling in
de selector Boogvorm dus niet te wijzigen.
Ctrl
a
Opmerking:
Wanneer u een cirkel of andere curve wilt
tekenen, selecteert u de vorm alvorens te
tekenen. U kunt bijvoorbeeld niet een cirkel
tekenen en deze naderhand veranderen in
een boog.
tekenen, selecteert u de vorm alvorens te
tekenen. U kunt bijvoorbeeld niet een cirkel
tekenen en deze naderhand veranderen in
een boog.
Boogvorm Lijn naaien
Gebied naaien
Lijn naaien
Lijnkleur
Naaitype lijn
Gebied naaien
Gebiedkleur
Naaitype gebied
PeDesignV6NL.book Page 41 Monday, July 12, 2004 8:32 PM