Краткое Руководство По Установке для Garmin Vector S

Скачать
Страница из 26
3
Gebruik een inbussleutel van 4 mm om elke bout losjes te 
bevestigen op de zool van de schoen.
4
Breng het schoenplaatje in de gewenste positie op de 
schoen.
Deze positie kan worden aangepast na een testrit.
5
Bevestig het schoenplaatje stevig op de schoen.
OPMERKING: Garmin raadt een draaimoment van 5 tot 8 N-
m (4 tot 6 lbf-ft) aan.
De vrijmaakspanning instellen
KENNISGEVING
Draai de schroef voor de vrijmaakspanning aan de onderkant 
van het pedaal niet te strak aan. De vrijmaakspanning moet 
voor beide pedalen gelijk worden afgesteld.
Gebruik een inbussleutel van 3 mm om de vrijmaakspanning 
van elk pedaal in te stellen.
Een opening aan de achterzijde van de pedaalbinding geeft 
het toegestane bereik aan.
Vector koppelen met uw Edge 1000
Voordat u Vector gegevens op het Edge toestel kunt bekijken, 
moet u de toestellen koppelen.
Koppelen is het verbinden van draadloze ANT+ sensors. Deze 
procedure bevat instructies voor de Edge 1000. Als u een ander 
compatibel toestel hebt, raadpleeg dan de 
gebruikershandleiding bij uw toestel of ga naar 
1
Breng het Edge toestel binnen bereik (3 m) van de sensor.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u minstens 10 m bij andere 
ANT+ sensors vandaan bent tijdens het koppelen.
2
Schakel het Edge toestel in.
3
Selecteer in het startscherm   > Sensors > Voeg sensor 
toe > Aan/uit.
4
Draai de pedaalarm een paar keer rond.
Wanneer de sensor is gekoppeld met uw Edge toestel, is de 
sensorstatus Verbonden. U kunt een gegevensveld aanpassen 
om Vector gegevens weer te geven.
Uw eerste rit
Voordat u de eerste keer met uw Vector gaat fietsen, moet u de 
pedaallengte invoeren, de installatiehoek van de sensors in de 
pedalen instellen en de vaste nulreferentie kalibreren. U moet 
het systeem ook kalibreren als u de Vector naar een andere 
fiets overzet.
Deze procedures bevatten instructies voor de Edge 1000. Als u 
een ander compatibel toestel hebt, raadpleeg dan de 
gebruikershandleiding bij uw toestel of ga naar 
De pedaallengte invoeren
De pedaallengte is vaak vermeld op de pedaalarm.
1
Draai de pedalen een paar keer rond om de Vector te 
activeren.
2
Selecteer in het startscherm   > Sensors >   > 
Sensordetails > Pedaallengte.
3
Voer de pedaallengte in en selecteer  .
De installatiehoek instellen
Voordat u de installatiehoeken instelt, moet u de Edge 
gegevensvelden instellen om vermogen en cadans weer te 
geven.
1
Maak een kort ritje op een trainingstoestel of op de weg.
2
Rijd totdat de cadans bijna 70 rpm is.
3
Versnel gelijkmatig tot circa 90 rpm.
Wanneer de installatiehoeken zijn ingesteld, verschijnt er 
een bericht en worden gegevensvelden met 
vermogensgegevens weergegeven op het Edge toestel.
Een vaste nulreferentie instellen
OPMERKING: Tijdens deze taak moet de fiets rechtop staan en 
mag er geen contact zijn met de pedalen.
1
Selecteer in het startscherm de statusbalk of veeg omlaag 
vanaf de bovenkant van het scherm.
De verbindingenpagina wordt weergegeven.
2
Selecteer   > Kalibreer.
Wanneer de nulreferentie is bepaald, verschijnt er een 
bericht op het Edge toestel.
De Vector kalibreren voor elke rit
Garmin raadt u aan de Vector aan het begin van elke rit te 
kalibreren voor de beste resultaten.
1
Stel een vaste nulreferentie in.
2
Maak een rit.
Problemen oplossen
De gebruikershandleiding downloaden
U kunt de meest recente gebruikershandleiding downloaden op 
internet.
1
.
2
Selecteer Handleidingen.
3
Volg de instructies op het scherm om uw product te 
selecteren.
Opslag van de Vector
Als u uw fiets transporteert of Vector een tijd niet gebruikt, raadt 
Garmin u aan de Vector te verwijderen en te bewaren in de 
productdoos.
15