Xerox Phaser 7100 用户指南
Papier en ander afdrukmateriaal
46
Phaser 7100-kleurenprinter
Handleiding voor de gebruiker
Papierformaat, -soort en -kleur wijzigen
Als lade 1–4 zijn ingesteld op de modus Wijzig. toestaan, kunt u papierinstellingen wijzigen telkens
als u papier in de lade plaatst. Als u de lade sluit, wordt u via het bedieningspaneel gevraagd om de
lade-instellingen voor papierformaat, -soort en -kleur te wijzigen.
Als lade 1–4 worden ingesteld op de modus Kenm. niet wijz., verschijnt de vraag over het wijzigen van
de lade-instellingen niet. De printer gebruikt de papiergeleiderinstellingen voor het bepalen van het
papierformaat en de huidige instellingen op het bedieningspaneel voor de papiersoort en -kleur.
Als u papier in de handmatige invoer plaatst, wordt u via het bedieningspaneel gevraagd om de
lade-instellingen te wijzigen. De modus Kenm. niet wijz. is niet van invloed op het gedrag van de
handmatige invoer wat betreft het papierformaat, de papiersoort en -kleur.
Een lade instellen op de modus Kenmerk niet wijzigen:
1. Druk op
1. Druk op
Menu op het bedieningspaneel.
2. Als u het
Menu Beheer wilt selecteren, drukt u op de pijltoetsen en dan op OK.
3. Als u
Printerinstellingen wilt selecteren, drukt u op de pijltoetsen en vervolgens op OK.
4. Als u
Tijdens plaatsen wilt selecteren, drukt u op de pijltoetsen en vervolgens op OK.
5. Als u
Kenm. niet wijz. wilt selecteren, drukt u op de pijltoetsen en vervolgens op OK.
6. Druk op
Menu om de printer weer op Gereed te zetten.
Het papierformaat, de papiersoort of -kleur voor een lade instellen op de modus Kenmerk niet
wijzigen:
1. Druk op
1. Druk op
Menu op het bedieningspaneel.
2. Als u het
Menu Beheer wilt selecteren, drukt u op de pijltoetsen en dan op OK.
3. Als u
Printerinstellingen wilt selecteren, drukt u op de pijltoetsen en vervolgens op OK.
4. Als u
Instellingen papierformaat, Papiersoort of Papierkleur wilt selecteren, drukt u op de
pijltoetsen en vervolgens op
OK.
5. Voor het selecteren van de optie die u wilt wijzigen, drukt u op de pijltoetsen en dan op
OK.
6. Voor het selecteren van de nieuwe instelling drukt u op de pijltoetsen en dan op
OK.
7. Druk op
Menu om de printer weer op Gereed te zetten.
Opmerking:
Als Paneelvergrendeling is ingeschakeld, moet u mogelijk een toegangscode
invoeren voor toegang tot de menu's op het bedieningspaneel. Voor meer informatie
raadpleegt u de
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) op