Xerox Phaser 6022 用户指南

下载
页码 140
Bezig met afdrukken 
 
 
Xerox
®
Phaser
®
 6022-printer 
79 
 
Gebruikershandleiding 
 
Met aangepaste papierformaten 
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: 
 
Aangepaste papierformaten opgeven ....................................................................................................................... 79 
 
Afdrukken op papier van aangepast formaat ......................................................................................................... 80 
De Xerox
®
 Phaser
®
 6022-printer drukt af op aangepaste papierformaten tussen de minimale en 
maximale formaatgrens die door de printer wordt ondersteund. 
 
Aangepaste papierformaten opgeven 
Voor het afdrukken op aangepaste papierformaten definieert u de aangepaste breedte en lengte 
van het papier in de software van de printerdriver en op het bedieningspaneel van de printer. Zorg er 
bij het instellen van het papierformaat voor dat u hetzelfde formaat invoert als het papier dat in de 
lade is geplaatst. Als u het verkeerde formaat instelt, kan er een printerfout optreden. De instellingen 
van het printerstuurprogramma hebben prioriteit boven de instellingen van het bedieningspaneel 
wanneer u afdrukt met de software van het printerstuurprogramma op uw computer. 
 
Een aangepast papierformaat definiëren voor Windows 
U kunt maximaal 20 aangepaste papierformaten in het Windows-stuurprogramma opslaan. Sla elk 
aangepast formaat op met een unieke naam. De afmetingen blijven dan bewaard totdat u ze 
verandert. 
1.
  Ga naar de lijst met printers op uw computer: 
  Voor Windows Vista: klik op Start > Bedieningspaneel > Hardware en geluiden > Printers
  Voor Windows Server 2003 en hoger: klik op Start > Instellingen > Printers
  Voor Windows 7: klik op Start > Apparaten en printers
  Voor Windows 8: klik op Configuratiescherm > Apparaten en printers
Opmerking: 
Als het pictogram Configuratiescherm niet op het bureaublad verschijnt, klikt u met 
de rechtermuisknop op het bureaublad. Selecteer achtereenvolgens 
Aanpassen > Startpagina 
van Configuratiescherm > Apparaten en printers
2.
  In het venster Printers en faxapparaten selecteert u een printer, klikt met de rechtermuisknop op 
de printer en selecteert u 
Eigenschappen
Opmerking:
 
  Voor Windows 7 klikt u in Apparaten en printers met de rechtermuisknop op de printer en 
selecteert u 
Printereigenschappen in het midden van de vervolgkeuzelijst. 
  Voor Windows 7 moet u een Beheerdersaccount hebben om Aangepaste instellingen in de 
printerdriver te selecteren. 
3.
  Klik in het dialoogvenster Eigenschappen op het tabblad Configuratie en dan op Aangepast 
papierformaat