Xerox Phaser 7760 用户指南

下载
页码 160
Het netwerkadres configureren
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
2-5
Het netwerkadres configureren
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
TCP/IP- en IP-adressen
Als uw computer is aangesloten op een groot netwerk, vraagt u de netwerkbeheerder om de 
juiste TCP/IP-adressen en overige configuratiegegevens. 
Als u uw eigen, kleine, lokale netwerk maakt of de printer direct via Ethernet aansluit op de 
computer, volgt u de procedure voor het automatisch instellen van het IP-adres (Internet 
Protocol-adres) van de printer. 
Pc's en printers gebruiken overwegend TCP/IP-protocollen voor communicatie over een 
Ethernet-netwerk. Bij gebruik van TCP/IP-protocollen moet elke printer en elke computer een 
uniek IP-adres hebben. Het is hierbij belangrijk dat er adressen worden gebruikt die op elkaar 
lijken, maar toch ieder uniek zijn; alleen het laatste cijfer van ieder adres hoeft anders te zijn. 
De printer kan bijvoorbeeld adres 192.168.1.2 hebben en de computer adres 192.168.1.3. 
Een ander apparaat in het netwerk kan adres 192.168.1.4 hebben.
Meestal gebruiken Macintosh-computers TCP/IP of EtherTalk om met een netwerkprinter te 
communiceren. Op Mac OS X-systemen wordt bij voorkeur TCP/IP gebruikt. In tegenstelling 
tot TCP/IP, hoeven printers of computers met EtherTalk geen IP-adres te hebben.
Veel netwerken maken gebruik van een server met DHCP (Dynamic Host Configuration 
Protocol). Een DHCP-server programmeert automatisch een IP-adres in elke pc en printer op 
het netwerk die is geconfigureerd om DHCP te gebruiken. In de meeste kabel- en DSL-routers 
is een DHCP-server geïntegreerd. Als u een kabel- of DSL-router gebruikt, raadpleegt u de 
documentatie die bij uw router is geleverd voor informatie over IP-adressering.
Zie ook: 
de Knowledge Base op 
Het IP-adres van de printer automatisch instellen (Windows)
Als de printer is aangesloten op een klein TCP/IP-netwerk zonder DHCP-server, kunt u het 
installatieprogramma op de Software and Documentation CD-ROM (cd-rom met software en 
documentatie) gebruiken om een IP-adres te detecteren of aan uw printer toe te wijzen. Voor 
verdere instructies dient u de Software and Documentation CD-ROM (cd-rom met software en 
documentatie) in het cd-rom-station van de computer te plaatsen. Als het installatieprogramma 
is gestart, volgt u de installatie-instructies op het scherm. 
Opmerking:
Als u het automatische installatieprogramma wilt gebruiken, moet de printer op 
een TCP/IP-netwerk zijn aangesloten.