Xerox Phaser 4600/4620 用户指南
Opgeslagen opdrachten
Xerox Phaser 4600/4620
Handleiding voor de gebruiker
Handleiding voor de gebruiker
50
Een opdracht opslaan
Voordat u de optie
Opgeslagen opdrachten kunt gebruiken, moet er eerst een opdracht in een map van
het apparaat zijn opgeslagen. U kunt opdrachten met behulp van de printerdriver opslaan.
Een opdracht met behulp van de printerdriver opslaan:
1.
1.
Open uw document en selecteer Afdrukken in het menu
Bestand. De toepassing Afdrukken wordt
weergegeven.
2.
Selecteer de
Xerox Phaser 4600/4620-printer in het vervolgkeuzemenu Printernaam.
3.
Selecteer Eigenschappen voor toegang tot de afdrukinstellingen voor de opdracht.
4.
Selecteer het vervolgkeuzemenu
Opdrachttype en
kies Opgeslagen opdracht.
De opties voor
De opties voor
Opgeslagen opdracht worden
weergegeven.
5.
Programmeer de opties voor
Opgeslagen opdracht naar wens:
•
Opdrachtnaam wordt gebruikt om een naam voor de
opdracht in te voeren. U kunt ook Documentnaam
gebruiken selecteren als bestandsnaam voor het
document dat wordt verzonden.
opdracht in te voeren. U kunt ook Documentnaam
gebruiken selecteren als bestandsnaam voor het
document dat wordt verzonden.
•
Selecteer Afdrukken en opslaan om de opdracht op te
slaan en af te drukken, of laat dit vakje leeg om de
opdracht zonder afdrukken op te slaan.
slaan en af te drukken, of laat dit vakje leeg om de
opdracht zonder afdrukken op te slaan.
•
Selecteer Openbaar voor onbeveiligde opdrachten of Privé
als u de opdracht wilt beveiligen en er een toegangscode
voor nodig is. De opdracht kan alleen op het apparaat
worden geopend en afgedrukt met behulp van de op het
bedieningspaneel ingevoerd toegangscode.
als u de opdracht wilt beveiligen en er een toegangscode
voor nodig is. De opdracht kan alleen op het apparaat
worden geopend en afgedrukt met behulp van de op het
bedieningspaneel ingevoerd toegangscode.
6.
Selecteer OK om de instellingen op te slaan en de opties
Opgeslagen opdracht af te sluiten.
Programmeer de afdrukfuncties die nodig zijn voor de opgeslagen opdracht.
7.
Selecteer OK om de afdrukinstellingen op te slaan.
8.
Selecteer OK in het dialoogvenster
Afdrukken om de opdracht te verzenden.
De opdracht wordt verwerkt en naar het apparaat verzonden voor opslaan of opslaan en
afdrukken, afhankelijk van de selectie.
afdrukken, afhankelijk van de selectie.