Xerox Phaser 4510 产品宣传页
Speciale taaktypen afdrukken
Phaser® 4510-laserprinter
1-18
Taken Afdrukken met verzenden
Afdruktaken selecteren om tegelijk met de huidige afdruktaak naar de printer te sturen in een
ondersteund stuurprogramma:
ondersteund stuurprogramma:
Opmerking:
Afdrukken met-taken zijn niet beschikbaar op printers die via AppleTalk of
USB zijn aangesloten.
Besturingssysteem
Procedure
Windows 2000 of hoger
1.
Kies het tabblad Papier/Aflevering.
2.
Selecteer Afdrukken met in Taaktype.
3.
Selecteer in het dialoogvenster Afdrukken met in de lijst aan de
linkerkant een persoonlijke opgeslagen of gedeelde opgeslagen
taak, die u samen met de huidige taak wilt afdrukken. Klik daarna op
Toevoegen om de taak aan de lijst Laatste opdracht aan de
rechterkant toe te voegen.
linkerkant een persoonlijke opgeslagen of gedeelde opgeslagen
taak, die u samen met de huidige taak wilt afdrukken. Klik daarna op
Toevoegen om de taak aan de lijst Laatste opdracht aan de
rechterkant toe te voegen.
4.
Als u de volgorde van de af te drukken taken wilt veranderen,
selecteert u een taak in de lijst en klikt u op de toets Omhoog
verplaatsen of Omlaag verplaatsen.
selecteert u een taak in de lijst en klikt u op de toets Omhoog
verplaatsen of Omlaag verplaatsen.
5.
Klik op de knop OK.
Mac OS X (versie 10.2
en hoger)
en hoger)
1.
In het dialoogvenster Print selecteert u Afdrukken met in de
vervolgkeuzelijst Taaktypen.
vervolgkeuzelijst Taaktypen.
2.
Voer een uit vier cijfers bestaand wachtwoord in, van 0000 t/m 9999,
in het veld Numeriek wachtwoord en klik op de toets Instellen.
in het veld Numeriek wachtwoord en klik op de toets Instellen.
3.
Selecteer een persoonlijke opgeslagen taak of een gedeelde
opgeslagen taak uit de lijst aan de linkerkant die tegelijk met de
huidige taak moet worden afgedrukt en klik dan op de toets Naar
rechts verplaatsen.
opgeslagen taak uit de lijst aan de linkerkant die tegelijk met de
huidige taak moet worden afgedrukt en klik dan op de toets Naar
rechts verplaatsen.
4.
Als u de volgorde van de af te drukken taken wilt veranderen,
selecteert u een taak in de lijst en klikt u op de toets Omhoog
verplaatsen of Omlaag verplaatsen.
selecteert u een taak in de lijst en klikt u op de toets Omhoog
verplaatsen of Omlaag verplaatsen.