Xerox Phaser 4400 产品宣传页

下载
页码 52
Printerbeheer
Phaser™ 4400-laserprinter
9
MaiLinX-waarschuwingen
Met MaiLinX-waarschuwingen kan de printer automatisch een e-mail verzenden naar de 
systeembeheerder en anderen in de volgende situaties:
Bij printerfouten, waarschuwingen en alarmberichten.
Wanneer er iets met de printer moet gebeuren (bijvoorbeeld een onderhoudsbeurt of het aanvullen 
van verbruiksartikelen).
Wanneer een antwoord is vereist op een Remote Internet Printing (Internet-bericht voor 
afdrukken) op afstand dat via CentreWare IS is ontvangen. Raadpleeg de on line Help voor meer 
informatie over afdrukken op afstand via het Internet met CentreWare IS.
Er zijn drie aangewezen gebruikers die berichten kunnen ontvangen: de SysAdmin (Systeembeheerder), 
Service en de Key User (Hoofdgebruiker). Printerberichten over fouten, alarmmeldingen en 
waarschuwingen kunnen stuksgewijs worden toegewezen aan deze drie gebruikers. Bij de Status 
Notification (Statusmeldingen) kunt u de tekst van het bericht en de onderwerpregel aanpassen. 
Statusmeldingen worden geleverd door de SMTP-client (Simple Mail Transport Protocol) van de printer.
De CentreWare IS-functie voor statusmeldingen instellen
1. 
Maak via CentreWare IS een verbinding met de printer door in uw browser het IP-adres van de 
printer in te voeren.
2. 
Rechts op de hoofdpagina van CW IS klikt u op Properties (Eigenschappen).
3. 
Klik op Mail Alerts (Mail-waarschuwingen), links op de pagina.
4. 
Volg de instructies op de pagina om de functie voor statusmeldingen in te stellen.
5. 
Klik op Save Settings (Instellingen opslaan) om de wijzigingen op te slaan.
Zie de on line Help voor CentreWare IS voor uitgebreide informatie over de CentreWare IS-functie 
voor statusmeldingen.
Gebruiksprofielrapporten
De printer kan rapporten met gebruiksgegevens genereren. In deze rapporten worden meer dan 100 
gegevens bijgehouden, waaronder de volgende:
Unieke printergegevens, zoals de printernaam, installatiedatum, het totaal aantal afgedrukte 
pagina’s, de geïnstalleerde opties en het netwerk-ID.
Informatie over media en de papierladen, bijvoorbeeld het aantal keren dat u op papier hebt 
afgedrukt (in plaats van op transparanten) en hoe vaak elke lade is gebruikt.
Taakgegevens, zoals de grootte en timing van taken.