Xerox Phaser 4400 产品宣传页
IP-adres
Phaser™ 4400-laserprinter
2
■
PostScript-hulpbestanden kunnen worden gebruikt op hosts die niet beschikken over BOOTP of
DHCP — zie het leesmij-bestand op de cd met printerinstallatieprogramma en
hulpprogramma’s. Het Leesmij-bestand voor pc bevindt zich in de map UTILS van de cd met
printerinstallatieprogramma en hulpprogramma’s; het Leesmij-bestand voor de Macintosh
bevindt zich in de map Network Utilities.
DHCP — zie het leesmij-bestand op de cd met printerinstallatieprogramma en
hulpprogramma’s. Het Leesmij-bestand voor pc bevindt zich in de map UTILS van de cd met
printerinstallatieprogramma en hulpprogramma’s; het Leesmij-bestand voor de Macintosh
bevindt zich in de map Network Utilities.
Opmerking
Als u het IP-adres tegelijkertijd op verschillende manieren wijzigt, wordt het eerste IP-adres
gebruikt dat met succes aan de printer wordt toegewezen.
gebruikt dat met succes aan de printer wordt toegewezen.
Het IP-adres instellen via het voorpaneel
Raadpleeg de sectie over het Voorpaneel in de Handleiding Functies op de interactieve documentatie-
cd-rom voor informatie over het gebruik van het voorpaneel.
cd-rom voor informatie over het gebruik van het voorpaneel.
Opmerking
DHCP moet worden ingesteld op UIT voordat u het IP-adres vanaf het voorpaneel van de
printer kunt instellen.
printer kunt instellen.
1.
Druk als
Menu’s
is geselecteerd op de toets OK.
2.
Druk op de toets Pijl-omlaag om naar het
Menu Verbinding-instellingen
te schuiven
en druk op de toets OK.
3.
Schuif naar het
Menu TCP/IP-adres
door op de toets Pijl-omlaag te drukken en druk op de
toets OK.
4.
Schuif naar
TCP/IP-adres
door op de toets Pijl-omhoog of Pijl-omlaag te drukken en druk op
de toets OK.
5.
Verifieer het aantal tekens in de IP-adressen. Er moeten 12 tekens zijn. IP-adressen worden
ingevoerd in de notatie xxx.xxx.xxx.xxx, waarbij elk segment een getal van 0-255
vertegenwoordigt.
ingevoerd in de notatie xxx.xxx.xxx.xxx, waarbij elk segment een getal van 0-255
vertegenwoordigt.
6.
Schuif naar het juiste nummer voor het eerste segment van het adres door op de toets Pijl-omhoog
of Pijl-omlaag te drukken. Druk op de toets OK om het segment te accepteren.
of Pijl-omlaag te drukken. Druk op de toets OK om het segment te accepteren.
7.
Herhaal stap 6 voor de volgende segmenten.
8.
Schuif naar
TCP/IP-netwerkmasker
door op de toets Pijl-omhoog of Pijl-omlaag te drukken.
9.
Schuif naar het juiste nummer voor het eerste segment van het adres door op de toets Pijl-omhoog
of Pijl-omlaag te drukken. Druk op de toets OK om het segment te accepteren.
of Pijl-omlaag te drukken. Druk op de toets OK om het segment te accepteren.
10.
Herhaal stap 9 voor de andere segmenten.
11.
Schuif naar
TCP/IP-gateway
door op de toets Pijl-omhoog of Pijl-omlaag te drukken.
Vereiste gegevens voor IP-adressering
Gegevens
Opmerkingen
Internet-adres (IP-adres) voor de printer Het formaat xxx.xxx.xxx.xxx, waarbij xxx een decimaal getal van 0 - 255
vertegenwoordigt.
Netwerkmasker
Als u niet zeker weet wat u hier moet invoeren, laat u deze optie leeg.
De printer kiest een correct masker.
De printer kiest een correct masker.
Standaardrouter/Gateway-adres
Als u niet vanuit het lokale netwerksegment, maar vanuit een andere
locatie wilt communiceren met de printer, hebt u het routeradres nodig.