Xerox SmartSend Support & Software User Guide
Distributiewerkstromen
SMARTsend
Gebruikershandleiding
51
NetWare (Standard- of Professional-editie)
NetWare is een ondersteunde documentbestemming.
•
•
Voer een bestemmingsnaam in om de werkstroom te identificeren.
•
Selecteer een uitgangspunt in de vervolgkeuzelijst. Het standaarduitgangspunt wordt door uw
NetWare-legitimatiegegevens gedefinieerd. Als uw legitimatiegegevens aanvullende
toegangsniveaus bieden, kan de vervolgkeuzelijst meerdere uitgangspunten bevatten. Deze
selectie vult automatisch het veld voor het mappad in. U kunt het uitgangspunt anders leeg laten
en het mappad handmatig invoeren.
NetWare-legitimatiegegevens gedefinieerd. Als uw legitimatiegegevens aanvullende
toegangsniveaus bieden, kan de vervolgkeuzelijst meerdere uitgangspunten bevatten. Deze
selectie vult automatisch het veld voor het mappad in. U kunt het uitgangspunt anders leeg laten
en het mappad handmatig invoeren.
•
Voer het mappad voor de bestemming in. Als de nieuwe bestemming vertakt vanaf een andere
bestemming, kunt u op Uitbreiden klikken om de locatie die is gekozen als het uitgangspunt uit te
breiden en daarna de nieuwe bestemming selecteren.
bestemming, kunt u op Uitbreiden klikken om de locatie die is gekozen als het uitgangspunt uit te
breiden en daarna de nieuwe bestemming selecteren.
Voorbeeld
\\server-1\scan\docs
U dient ook een gebruikersnaam en toegangscode in te voeren. Naam, context en
structuurinformatie zijn verplicht. Een geldige NetWare-gebruikersnaam ziet er als volgt uit:
structuurinformatie zijn verplicht. Een geldige NetWare-gebruikersnaam ziet er als volgt uit:
.cn=[common name, naam].ou=[organizational unit, organisatie-eenheid].o=[organization,
organisatie].c=[context].t=[tree, structuur]
organisatie].c=[context].t=[tree, structuur]
Voorbeeld
.cn=mijnnaam.ou=dsp.o=mijnorganisatie.c=us.t=us123sales
•
Bestand overschrijven: Bestanden met dezelfde naam worden overschreven. We raden u aan de
bestandsnaam van een achtervoegsel te voorzien. Zie
bestandsnaam van een achtervoegsel te voorzien. Zie
Netwerkmap
Netwerkmappen zijn ondersteunde documentbestemmingen.
•
•
Voer een bestemmingsnaam in om de werkstroom te identificeren.
•
Selecteer een uitgangspunt in de vervolgkeuzelijst. Het standaarduitgangspunt wordt door uw
netwerklegitimatiegegevens gedefinieerd. Als uw legitimatiegegevens aanvullende
toegangsniveaus bieden, kan de vervolgkeuzelijst meerdere uitgangspunten bevatten. Deze
selectie vult automatisch het veld voor het mappad in. U kunt het uitgangspunt anders leeg laten
en het mappad handmatig invoeren.
netwerklegitimatiegegevens gedefinieerd. Als uw legitimatiegegevens aanvullende
toegangsniveaus bieden, kan de vervolgkeuzelijst meerdere uitgangspunten bevatten. Deze
selectie vult automatisch het veld voor het mappad in. U kunt het uitgangspunt anders leeg laten
en het mappad handmatig invoeren.
•
Voer het volledige pad in naar de netwerkmap. Als de nieuwe bestemming vertakt vanaf een
andere bestemming, kunt u op Uitbreiden klikken om de locatie die is gekozen als het
uitgangspunt uit te breiden en daarna de nieuwe bestemming selecteren. U dient een
gebruikersnaam en toegangscode in te voeren.
andere bestemming, kunt u op Uitbreiden klikken om de locatie die is gekozen als het
uitgangspunt uit te breiden en daarna de nieuwe bestemming selecteren. U dient een
gebruikersnaam en toegangscode in te voeren.
Voorbeeld
\\server-1\scan\docs